Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse zaken van 13 mei 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2004
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2019
Hierbij bied ik u mede namens de Minister van Defensie de geannoteerde agenda aan
voor de Raad Buitenlandse zaken van 13 mei 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 13 mei 2019
Ministeriële Bijeenkomst Oostelijk Partnerschap
Voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken staat de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst
van het Oostelijk Partnerschap (OP) gepland waar de Ministers van Buitenlandse Zaken
van de Europese lidstaten en van de landen van het Oostelijk Partnerschap aan zullen
deelnemen. Tijdens de ministeriële bijeenkomst wordt stilgestaan bij het tienjarig
bestaan van het Oostelijk Partnerschap. De bijeenkomst wordt aangegrepen om terug
te blikken op de resultaten die in de laatste tien jaar zijn geboekt en om stil te
staan bij de implementatie van de «20 deliverables for 2020» die de EU en de OP-partners overeenkwamen tijdens de OP-top in november 2017.
Tijdens de ministeriële bijeenkomst zal het kabinet benadrukken veel waarde te hechten
aan het Oostelijk Partnerschap als instrument voor het creëren van stabiliteit en
welvaart langs de oostgrens van de Unie. Hoewel het van belang is te reflecteren op
de resultaten die in de afgelopen tien jaar zijn geboekt, zal het kabinet benadrukken
dat in de meeste OP-landen nog fundamentele hervormingen moeten worden doorgevoerd,
vooral op het gebied van anti-corruptie en rechtsstaatontwikkeling. Mits de OP-landen
gecommitteerd blijven aan de overeengekomen hervormingsagenda, dienen ze daarbij op
inhoudelijke en financiële steun van de Unie te kunnen rekenen, in lijn met het principe
van conditionaliteit.
Libië
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken zullen de Ministers stilstaan bij de actuele situatie
in Libië. Zoals aan uw Kamer gemeld (Kamerbrief «Actuele stand van zaken situatie
in Libische detentiekampen, 11 april 2019, referte 2019Z07463) maakt het kabinet zich grote zorgen over de humanitaire situatie, de aanhoudende
gevechten en het uitblijven van een politiek akkoord tussen de strijdende fracties
en milities. Nederland ondersteunt het werk van de VN-gezant voor Libië om te komen
tot een humanitair bestand, een breder staakt-het-vuren, en een politieke dialoog
met als doel om toe te werken naar inclusief bestuur en op termijn nieuwe verkiezingen.
In EU-verband vraagt Nederland aandacht voor effectief Europees optreden en een duidelijke
boodschap aan alle Libische fracties om mee te werken aan een politieke oplossing.
Het is van belang dat de EU zo goed mogelijk anticipeert op de gevolgen van het conflict
voor migranten, veiligheid, en inspanningen die bij moeten dragen aan de stabilisatie
van Libië.
Sahel
De Sahel staat prominent op de agenda in de week van 13 mei. Op 13 mei spreken de
Ministers van Buitenlandse Zaken over de geïntensiveerde samenwerking van de EU met
de strategisch belangrijke Sahel regio op het gebied van veiligheid, ontwikkeling,
migratie en humanitaire hulp. Een dag later ontvangen de Ministers van Buitenlandse
Zaken en Defensie hun collega’s van de G5-Sahel landen (Burkina Faso, Mali, Mauritanië,
Niger en Tsjaad) in Brussel. Op 16 mei spreekt ook de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
over de Sahel.
Zoals gemeld (Kamerbrief uitbreiding en versterking postennet, 8 oktober 2018, referte
32 734-32) intensiveert het kabinet de diplomatieke aanwezigheid in de Sahel regio ter ondersteuning
van de Nederlandse inzet. De posten in de Sahel dragen, in samenhang met de inzet
in Noord-Afrika, bij aan de brede doelstellingen van het buitenlandse beleid: armoedebestrijding
en het investeren in perspectief, de aanpak van irreguliere migratiestromen, terrorisme,
criminaliteit en conflictpreventie. De grensoverschrijdende problematiek in de Sahel
vereist een regionale en geïntegreerde aanpak. Nederland zoekt hierbij nadrukkelijk
aansluiting bij bestaande initiatieven van Europese en overige internationale partners
of zoekt duidelijke eigen niches.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 13 en 14 mei zal worden gesproken over de veiligheidssituatie
in de Sahel en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan, in het bijzonder op het gebied
van georganiseerde criminaliteit, irreguliere migratie en toenemend geweld tussen
lokale gemeenschappen. De Nederlandse inzet is erop gericht de capaciteit, mobiliteit
en legitimiteit van veiligheidsinitiatieven in de regio te versterken. Nederland levert
hiertoe een bijdrage aan de EU-missies in de Sahel, te weten: de European Union Training Mission (EUTM) Mali, European Union Capacity Building Mission (EUCAP) Sahel Mali en EUCAP Sahel Niger. Samen met Europese partners, waaronder Duitsland,
steunt Nederland mobiele grensteams op de grens tussen Nigeria en Niger. Hiermee levert
Nederland tevens een concrete en zichtbare bijdrage aan de internationale strijd tegen
mensenhandel en mensensmokkel. Daarnaast draagt Nederland via de African Peace Facility van de EU vier miljoen euro bij aan de operationalisering van de regionale troepenmacht
van de G5-Sahel, inclusief het mensenrechtenkader. Complementair hieraan ondersteunt
Nederland vanuit ontwikkelingssamenwerking het versterken van de hele strafrechtketen
en een betere toegang tot recht in de regio. Vanwege het toenemend geweld tussen lokale
gemeenschappen en marginalisatie steunt Nederland bovendien initiatieven op het gebied
van conflictpreventie en vredesopbouw met jeugd en vrouwen als belangrijke aanjagers.
De Sahel is een belangrijke transitregio voor irreguliere migratie richting Europa.
Nederland steunt de brede Europese samenwerking in de Sahel, die langs de hele migratieketen
gericht is op de aanpak van grondoorzaken van irreguliere migratie, de aanpak van
mensenhandel en -smokkel, de bescherming van kwetsbare migranten en het bevorderen
van terugkeer en re-integratie. De EU onderstreept de noodzaak van regionale samenwerking
tussen landen in de Sahel en aangrenzende landen als Libië en Algerije in het nastreven
van deze doelstellingen.
Gezien de demografische trends en grote ontwikkelingsuitdagingen in de regio vereist
het bevorderen van stabiliteit in de Sahel een langdurige inzet. De Nederlandse inzet
richt zich op het verbeteren van het toekomstperspectief van de jeugd, met name de
positie van meisjes. Investeren in beroepsonderwijs, private sector ontwikkeling,
het voorkomen en tegengaan van gewelddadig extremisme, het verbeteren van de kwaliteit
van bestuur en die van de krijgsmacht en de veiligheidsdiensten, de toegang tot natuurlijke
hulpbronnen en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten zijn daarbij van groot
belang.
Venezuela
De Raad zal naar verwachting stilstaan bij de actuele ontwikkelingen in Venezuela
en de voortgang binnen de International Contact Group (ICG). De ICG komt op 6 en 7 mei
bijeen om te spreken over de mogelijkheden om tot eerlijke en transparante presidentsverkiezingen
te komen. Nederland is daarbij op hoogambtelijk niveau vertegenwoordigd.
De afgelopen dagen heeft een reeks ontwikkelingen plaatsgevonden die de situatie in
Venezuela onvoorspelbaar maakt. Op 30 april riep interim-president Juan Guaidó het
Venezolaanse leger en volk op om in opstand te komen en een definitief einde te maken
aan het Maduro-bewind. De situatie blijft daarmee precair. Het kabinet volgt de gebeurtenissen
op de voet en staat in nauw contact met de Minister-Presidenten van Aruba en Curaçao.
Op 30 april heeft de Hoge Vertegenwoordiger namens alle lidstaten een verklaring uitgegeven
waarin het belang van een vreedzame oplossing en het voorkomen van escalatie wordt
onderstreept.1
Overig
Kabinetsappreciatie Gezamenlijke Mededeling «Europese Unie, Latijns-Amerika en het
Caribisch Gebied: de handen in elkaar slaan voor een gemeenschappelijke toekomst»
Op 16 april brachten Hoge Vertegenwoordiger Mogherini en de Europese Commissie een
gezamenlijke mededeling uit, getiteld «Europese Unie, Latijns-Amerika en het Caribisch
Gebied: de handen in elkaar slaan voor een gemeenschappelijke toekomst». Naar verwachting
zal de Raad conclusies aannemen over deze gezamenlijke mededeling. Daarom informeert
het kabinet uw Kamer graag via deze weg bij wijze van uitzondering over de Nederlandse
appreciatie van deze mededeling in plaats van via het gebruikelijke BNC-fiche.
De gezamenlijke mededeling zet een visie uiteen voor een gemoderniseerd partnerschap
tussen de EU en Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied, en identificeert hiertoe
vier elkaar versterkende prioriteiten: welvaart, democratie, weerbaarheid en effectief
beleid in multilaterale fora. Om in deze doelstellingen te voorzien staat de mededeling
een sterker strategisch politiek engagement tussen de beide regio’s voor.
Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke mededeling. Latijns-Amerika en het Caribisch
gebied is voor Nederland een belangrijke regio, onder meer omdat de Caribische delen
van het Koninkrijk hier geografisch deel van uit maken. Nederland vindt in deze landen
gelijkgezinde partners waarmee in multilaterale fora kan worden samengewerkt. En de
handelsbelangen met de regio zijn groot. Tegelijkertijd spelen er kwesties in de regio
die onze aandacht vragen, zoals de positie van mensenrechtenverdedigers, onveiligheid
en gewelddadigheid door productie en smokkel van drugs, de kwetsbaarheid van kleine
Eilandstaten en de situatie in Venezuela. Nederland vraagt in Raadskader aandacht
voor deze onderwerpen. Deze worden ook in de gezamenlijke mededeling belicht.
De mededeling bevat een opsomming van alle relevante onderwerpen en beleidsterreinen
die spelen tussen beide regio’s. Het kabinet ziet deze mededeling in combinatie met
de conclusies dan ook als een nuttig kader voor de relaties tussen EU en Latijns-Amerika
en het Caribisch Gebied. Dit betreft een zeer diverse regio, de implementatie behoeft
daarom maatwerk en zal in nauwe samenwerking met de lidstaten moeten plaatsvinden.
De Nederlandse grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit
van de mededeling is positief. De EU is in de positie om op een geïntegreerde manier
beleid te ontwikkelen en kan vanwege haar gewicht meer bereiken dan individuele lidstaten
afzonderlijk. De inzet van de EU heeft daarom meerwaarde ten opzichte van enkel optreden
op lidstaatniveau. De voorgestelde acties gaan tegelijkertijd niet verder dan nodig
is om de gestelde doelen te bereiken en de mededeling ligt in het verlengde van bestaand
beleid.
Appreciatie EU-China top Slotverklaring
Het kabinet maakt tevens van de gelegenheid gebruik uw Kamer een appreciatie te doen
toekomen van de slotverklaring van de EU-China top, conform het verzoek van uw Kamer
daartoe.
Op 9 april jl. vond in Brussel de jaarlijkse EU-China top plaats. Voorafgaand maakten
verschillende lidstaten, waaronder Nederland, de wens kenbaar de top strategischer
en meer doelgericht te willen benaderen. De EU-China relaties werden, mede ter voorbereiding
van de EU-China top, uitgebreid besproken door de Europese Raad op 21 maart. Dit was
de eerste keer dat een top op het niveau van Europese regeringsleiders werd voorbesproken.
Nederland wees op het belang van een ambitieuze maar realistische opstelling vis-à-vis
China, en op de noodzaak tot wederkerigheid in de relatie. Tevens werd gesproken over
de bescherming van de interne markt tegen oneerlijke Chinese concurrentie en over
een gemeenschappelijke benadering ten aanzien van de veiligheid van de toekomstige
5G netwerken, conform motie Van den Berg c.s. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 747). Nederland heeft bij de voorbereiding van de EU-China top net als veel andere lidstaten
steeds duidelijk gemaakt liever geen slotverklaring te zien dan een inhoudelijk zwakke
slotverklaring.
Het lukte de EU-onderhandelaars met China tot overeenstemming te komen over een verklaring2, met ambitieuze passages op voor Nederland prioritaire thema’s. De tekst bevat conform
Nederlandse inzet commitment van beide zijden ten aanzien van WTO-hervormingen, inclusief
het aanscherpen van de regels rondom industriële subsidies, alsook de hervorming van
de appellate body bij de WTO. Tevens onderstrepen beide partijen de onwenselijkheid van gedwongen technologieoverdracht.
Op het gebied van handelsbarrières streven beide partijen naar intensivering van de
dialoog om non-discriminatoire markttoegang te garanderen. Ook acht het kabinet het
positief dat in de verklaring is opgenomen dat de EU en China streven naar afronding
van de onderhandelingen over een bilateraal investeringsakkoord in 2020.
Hoewel het kabinet met betrekking tot klimaat graag een verwijzing naar de nationally determined contributions had gezien, juicht het kabinet het toe dat het belang van de uitvoering van het Parijs-akkoord
alsook China’s leiderschapsrol bij de implementatie van de klimaatovereenkomst expliciet
is benoemd. In de passage over mensenrechten committeren beide partijen zich aan het
respecteren van de universele mensenrechten. Voor Nederland is verder van belang dat
expliciet verwezen wordt naar de EU-China mensenrechtendialoog die plaatsvond op 1
en 2 april in Brussel. Zowel tijdens die dialoog als tijdens de top zelf is nadrukkelijk
aandacht gevraagd voor de mensenrechtensituatie in China, in het bijzonder voor de
situatie van de Oeigoeren en het toelaten van internationale waarnemers tot de regio
Xinjiang (conform de motie Asscher c.s., Kamerstuk 23 987, nr. 337), en de bescherming van godsdienstvrijheid (conform de motie van de leden Van der
Graaf en Omtzigt met Kamerstuk 21 501-20, nr. 1422).
In de onderhandelingen over de verklaring trachtte China lang zijn visie op de op
regels gebaseerde multilaterale orde in de tekst te verankeren. China stemde echter
in met een bevestiging van het commitment van beide zijden aan multilateralisme en
respect voor het internationaal recht, met een centrale rol voor de VN. Het kabinet
is hierover tevreden. Tot slot vermeldenswaardig is de passage inzake de Zuid-Chinese
Zee, waarbij respect voor internationaal maritiem recht en het recht op vrije doorvaart
en overvlucht worden onderstreept.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.