Brief regering : Nederlandse inzet bij de achttiende Conferentie van Partijen bij het CITES-verdrag (CITES CoP18)
31 379 CITES handhaving
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 mei 2019
Hierbij ontvangt u informatie over de achttiende Conferentie van Partijen bij het
CITES-verdrag (CITES CoP18) en tevens de Nederlandse inzet op belangrijke voorstellen
die besproken zullen worden. Deze Conferentie zou van 23 mei tot en met 3 juni 2019
plaatsvinden in Colombo, Sri Lanka. Vanwege de recente aanslagen in Sri Lanka is de
CITES CoP18 voorlopig uitgesteld.
Tijdspad en procedure
De partijen bij het CITES-verdrag hadden tot en 24 december 2018 de tijd om voorstellen
in te dienen om soorten op de Appendices van CITES op te nemen of te verplaatsen.
Inmiddels zijn ook de andere agendaonderwerpen en documenten bekend. Ik verwijs u
hiervoor naar https://www.cites.org/eng/cop/index.php.
Het CITES Secretariaat heeft een eerste evaluatie van de soortenvoorstellen gemaakt.
Het gaat daarbij in eerste instantie om een toetsing van de soortenvoorstellen aan
de formele criteria. Tevens hebben IUCN en TRAFFIC de soortenvoorstellen wetenschappelijk
beoordeeld. Nederland draagt financieel bij aan het mogelijk maken van deze wetenschappelijke
evaluatie ten behoeve van de oordeelsvorming van alle partijen. Tevens ondersteunt
Nederland financieel het CITES «Sponsored Delegates Project», dat deelname aan de
conferentie mogelijk maakt van zoveel mogelijk landen.
Er is overleg geweest met de Nederlandse Wetenschappelijke Autoriteit voor CITES,
maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven om van hun standpunten kennis te
nemen. In februari jl. heeft Nederland actief deelgenomen aan consultatiebijeenkomsten
voor maatschappelijke organisaties en derde landen die door de EU in Brussel zijn
georganiseerd. Ook zijn de voorstellen besproken met de Nederlandse uitvoerende en
handhavende CITES-instanties. De naar voren gebrachte standpunten zijn meegenomen
in de voorbereiding van de Nederlandse inbreng in de EU.
Inmiddels is het traject om tot een gezamenlijk EU-standpunt te komen van start gegaan.
Nederland hecht waarde aan een wetenschappelijke benadering bij de beoordeling van
de voorstellen en draagt dit ook uit in EU-verband. Nederland heeft daarbij ook oog
voor de positie van rural communities als het gaat om mogelijke impact van bepaalde besluiten.
De in deze brief beschreven Nederlandse inzet op de soortenvoorstellen is de inzet
van Nederland in de EU. In mei zal het gezamenlijke mandaat in de EU-Milieuraad vastgesteld
worden. Tijdens de CITES CoP18 zal de EU stemmen volgens het in Brussel vastgestelde
EU mandaat.
Afrikaanse olifant en ivoor
In totaal zijn er drie verschillende olifantenvoorstellen ingediend, waarvan Nederland
er geen ondersteunt. Enerzijds is er een voorstel voor uplisting van bepaalde populaties, terwijl de range states zelf (landen waar deze olifanten in het wild voorkomen) daar niet achter staan. De
betreffende populaties voldoen niet aan de listing criteria en dat werkt een mogelijke reservering van partijen in de hand bij uplisting. Dan vervalt voor die betreffende landen de huidige restricties op de handel. Anderzijds
zijn er ook twee voorstellen voor downlisting van populaties, waardoor er mogelijkheden gaan ontstaan voor internationale ivoorhandel.
Nederland staat daar niet achter.
Overigens is er ook een voorstel voor het plaatsen van de mammoet op CITES, maar gezien
het feit dat deze soort al is uitgestorven, is de beoogde bescherming onder CITES
(vooral bedoeld voor mammoetivoor), niet aan de orde.
Neushoorn
Er zijn twee neushoornvoorstellen ingediend die Nederland beide niet ondersteunt.
Het eerste voorstel is ingediend door Eswatini om de strikte voorwaarden bij de bijlage
II status op te heffen voor hun populaties. Dit werkt de handel in neushoornhoorn
in de hand en is daarom ongewenst. Het tweede voorstel betreft een voorstel van downlisting voor de populatie witte neushoorn (Ceratotherium simum simum) van Namibië. Nederland erkent weliswaar de adequate inzet van Namibië voor de bescherming
van neushoorns en waardeert de maatregelen op basis waarvan Namibië deze soort op
lijst II van CITES wil zetten met een beperkende annotatie (handel mogelijk onder
strikte voorwaarden). Desondanks steunt Nederland dit voorstel niet vanwege de context
en de stand van deze soort in Afrika: erg bedreigd, het betreft in Namibië een relatief
kleine populatie en in algemene zin nemen stroperijpraktijken nog steeds toe.
Giraffe
Nederland heeft een open positie ten aanzien van het voorstel om de giraffe op lijst
II van CITES te plaatsen. Nederland maakt zich oprecht zorgen over de instandhouding
van bepaalde populaties, maar is er niet van overtuigd dat het plaatsen van de giraffe
op lijst II van CITES ook soelaas gaat bieden voor de achteruitgang van deze populaties
in het wild.
Uit de analyses van onder meer IUCN blijkt namelijk dat deze populaties niet bedreigd
worden door internationale handel, maar door habitatverlies, stroperij voor lokale
markten (vlees), maatschappelijke onrust en ecologische veranderingen. Er is wel internationale
handel maar dan voornamelijk uit delen van Zuidelijk Afrika waar de populaties niet
bedreigd zijn en qua omvang toenemen. Nederland vindt dat het verdrag zuiver toegepast
moet worden en de juiste maatregelen vastgesteld moeten worden om de bedreigde populaties
adequaat te kunnen beschermen.
Nederland zal zich daarom inzetten voor CITES-besluiten op de komende CoP die zich
richten op betere analyses van deze populaties en op het identificeren van de juiste
beschermingsmaatregelen voor deze kwetsbare populaties.
Mariene soorten
Sinds de twee laatste CoPs wordt er binnen CITES steeds meer aandacht besteed aan
mariene soorten. De Europese Unie heeft een voorstel ingediend voor de bescherming
van drie soorten zeekomkommers (Holothuria) en is mede-indiener van voorstellen voor twee families van roggensoorten wedgefishes en guitarfishes) en de kort- en langvin makreelhaaien (Isurus oxyrinchus en Isurus paucus). Alle voorstellen zien toe op een opname op bijlage II van CITES, waardoor de handel
wordt gereguleerd. Vanuit de EU zal actief worden ingezet op de aanname van deze voorstellen.
Houtsoorten
Nederland vindt het belangrijk dat bij houtsoorten – die al op bijlage II van CITES
staan of tijdens de aankomende CoP op CITES bijlage II geplaatst worden – een adequate
en duidelijke afbakening wordt gemaakt van producten die onder de CITES-regelgeving
moeten vallen. Het doel van de voorstellen is om juist die producten onder de CITES
controles te laten vallen die ook een negatieve impact hebben op de instandhouding
van de soort in de natuur en tegelijkertijd disproportionele administratieve en handhavingslasten
voorkomen. Dit versterkt de handhaving en maakt daarmee een goede bescherming onder
CITES mogelijk. De EU heeft hiervoor twee voorstellen ingediend samen met Canada en
Ivoorkust.
Aziatische otters
Er staan twee voorstellen op de agenda om twee ottersoorten hoger te beschermen door
deze soorten op lijst I van CITES te plaatsen: de kleinklauw- otter (Aonyx cinereus) en de slanke otter (Lutrogale perspicillata). Commerciële handel is dan niet meer mogelijk voor deze soorten. Onder meer de online
huisdierenhandel in uit het wild gehaalde otters vormt een bedreiging. Nederland steunt
de uplisting van deze beide soorten om zo de juiste bescherming te bieden.
Motie Graus
Ten aanzien van de motie-Graus c.s. over het verplaatsen van de leeuw van CITES-II
naar CITES-I (Kamerstuk 28 286, nr. 1049) kan ik u meedelen dat ik mij ga inzetten om alle mogelijkheden in EU-verband te
benutten met het oog op de volgende CITES-CoP cyclus. Zoals ik in het Kamerdebat van
17 april meldde, is dit voor de huidige vergadering niet meer mogelijk. Het uitstel
van de CITES CoP18 verandert daar niets aan.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit