Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake stand van zaken met betrekking tot het wetsvoorstel over een doorstroomrecht vmbo-havo
30 079 VMBO
Nr. 105
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2019
Met deze brief ga ik in op de vragen die u per brief van 11 april 2019 stelde. U vroeg
naar de stand van zaken met betrekking tot het wetsvoorstel over een doorstroomrecht
vmbo-havo. Het wetsvoorstel is inmiddels bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 35 195).
In de Kamerbrief «Bevordering kansengelijkheid in het onderwijs» van 13 maart 2019
heeft u mijn voornemen kunnen lezen om een doorstroomrecht voor havisten aan dit wetsvoorstel
toe te voegen. Hiermee kunnen havisten sneller gebruik maken van het doorstroomrecht.
Daar wordt nu aan gewerkt. Daarin stond ook vermeld dat ik ernaar streef de wetgeving
per 1 januari 2020 in werking te laten treden.
Zoals ook is aangegeven in de brief van Staatssecretaris Dekker over de wettelijke
verankering van een doorstroomrecht vmbo-havo, blijft het, totdat regelgeving in het
leven is geroepen die de doorstroom regelt, aan de havoscholen om een toelatingsbeleid
te voeren.1 In die brief werden scholen opgeroepen om de doorstroommogelijkheid voor gediplomeerde
leerlingen vmbo gl/tl naar het havo verder te verbeteren door meer samen te werken
om de curriculumkloof te overbruggen en aan de toelating tot het havo geen onnodige
eisen te stellen. Onafhankelijk van wat de eventuele toelatingseis wordt, kunnen havoscholen
nu al vmbo-leerlingen met potentie kansen geven door kritisch naar hun toelatingsbeleid
te kijken en niet te hoge eisen te stellen. De VO-raad heeft haar leden hier onlangs
toe opgeroepen, zodat vmboleerlingen die op de wet geanticipeerd hebben dit jaar toch
kunnen overstappen, ondanks dat de beoogde doorstroomwetgeving nog niet per 1 augustus
van dit jaar in werking zal treden.2
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media