Brief regering : Verslag bijeenkomst NAVO Ministers van Buitenlandse Zaken van 3-4 april 2019
28 676 NAVO
Nr. 318 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2019
Hierbij informeer ik u over de bijeenkomst van de NAVO Ministers van Buitenlandse
Zaken op 3 en 4 april 2019 in Washington DC. Tevens gaat u toe de verklaring die de
NAVO Ministers van Buitenlandse Zaken hebben aangenomen, ter gelegenheid van het 70-jarige
bestaan van de NAVO.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
VERSLAG BIJEENKOMST NAVO MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, 3–4 APRIL 2019
Op 3 en 4 april 2019 vond in Washington DC een bijeenkomst van de NAVO-Ministers van
Buitenlandse Zaken plaats. Deze bijeenkomst stond in het teken van de 70-jarige viering
van het Verdrag van Washington, dat op 4 april 1949 werd getekend. Ter gelegenheid
van dit jubileum brachten de NAVO-Ministers bijgevoegde verklaring1 uit die de belangrijke rol van de NAVO bij het verzekeren van vrede en vrijheid in
het Noord-Atlantische verdragsgebied in het verleden, heden en toekomst onderstreept.
De bijeenkomst in Washington bestond uit twee werksessies en een werklunch. In de
eerste sessie werd gesproken over Rusland, waarbij met name de situatie in de Zwarte
Zee regio en de stand van zaken rondom het INF-Verdrag aan de orde kwamen. In de tweede
sessie kwamen relevante veiligheidsontwikkelingen en de rol van de NAVO op het gebied
van contra-terrorisme aan de orde. De afsluitende werklunch was gewijd aan de Trans-Atlantische
relatie en lastenverdeling.
Rusland
Tijdens de vergadering werd stilgestaan bij het assertief optreden van Rusland, met
name bij zorgwekkende ontwikkelingen zoals de illegale annexatie van de Krim, het
voortdurende Russische destabiliserende optreden in het oosten van Oekraïne, het incident
in de Zee van Azov op 25 november 2018 en de Russische schending van het INF-verdrag.
In dit verband spraken bondgenoten breed hun steun uit voor het NAVO-tweesporenbeleid
van afschrikking en defensie enerzijds en dialoog anderzijds. Door als bondgenoten
met één stem te spreken richting Rusland, wordt tevens een krachtig signaal afgegeven.
Tijdens de bijeenkomst gaven de Ministers hun goedkeuring aan een pakket maatregelen
ter verdieping van de NAVO samenwerking rond de Zwarte Zee. Het gaat daarbij o.a.
om het verbeteren van «situational awareness», vlootbezoeken en nadere invulling van
de samenwerking met NAVO-partnerlanden Georgië en Oekraïne.
Het INF-verdrag vormde het andere belangrijke deelonderwerp in deze sessie. De NAVO
zal Rusland blijven oproepen terug te keren naar een complete en verifieerbare naleving
van zijn verdragsverplichtingen voordat de opzeggingstermijn van zes maanden op 2 augustus
a.s. verstrijkt. Nederland heeft er in Washington op aangedrongen de druk op Rusland
te handhaven en de dialoog te blijven aangaan om een wapenwedloop te voorkomen. Nederland
bepleitte een nieuwe bijeenkomst van de NAVO Rusland Raad (NRR) om te spreken over
de Russische INF-schending. De Secretaris Generaal zegde toe dit voor het aflopen
van het INF-verdrag op te zetten.
Tegelijkertijd waren de verwachtingen niet hoog dat Rusland ter elfder ure alsnog
de schending van zijn ontwapeningsverplichtingen zal erkennen en verifieerbaar rechtzetten.
Daarom beraadt de NAVO zich op vervolgstappen op zowel diplomatiek als militair vlak.
In de bijeenkomst in Washington was het nog prematuur om beslissingen te nemen hierover;
tijdens de bijeenkomst van Ministers van Defensie in juni zal dit onderwerp nader
besproken worden. Nederland heeft in Washington onderstreept dat dialoog en wapenbeheersing
belangrijke instrumenten vormen voor de veiligheid van het bondgenootschap, in nauwe
afstemming en samenhang met de andere veiligheidsmiddelen van de NAVO. Tevens heeft
Nederland het belang opgebracht om bestaande wapenbeheersingsverdragen zoals New START
te behouden en waar mogelijk uit te breiden. Vele andere bondgenoten onderstreepten
ook het belang van wapenbeheersing voor de internationale stabiliteit en veiligheid,
maar ook met het oog op de toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag in
2020. (Het kabinet zal hier ook op terugkomen in de kabinetsreactie op het AIV-adviesrapport
«Kernwapens in een nieuwe geopolitieke werkelijkheid»).
Veiligheidsontwikkelingen
In deze sessie werd door NAVO-landen stilgestaan bij de betekenis van de opkomst van
China voor het bondgenootschap. Sommige bondgenoten benadrukten in de relatie met
China de veiligheidskant, anderen wezen vooral op economische kansen. Het gaat erom
de juiste balans te vinden. Nederland heeft daarbij naar voren gebracht dat moet worden
vermeden om China als een tegenstander van de NAVO te zien. Ook riepen Europese bondgenoten
op goede voeling met de Europese Unie te houden. In de onlangs gepubliceerde Gezamenlijke
Mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse
Zaken en Veiligheidsbeleid wordt China ook genuanceerd bezien: moeilijke onderwerpen
bijvoorbeeld op het gebied van 5G worden niet uit de weg gegaan, maar ook wordt samenwerking
met China gezocht op onderwerpen waar dit de Europese belangen dient, zoals handel
en klimaat (zie ook de geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 21 maart, uw
kamerstuk 21 501-20, nr. 1417). In de komende maanden wordt de opkomst van China binnen de NAVO nader geanalyseerd.
Tijdens de «Leaders Meeting» in december zullen de regeringsleiders naar verwachting
op dit onderwerp terugkomen.
Contra-terrorisme was het tweede onderwerp tijdens deze sessie. De focus lag vooral
op de inzet van het bondgenootschap in Afghanistan en Irak. De NAVO-missies ter plaatse
dragen door capaciteitsopbouw van partners bij aan het vermogen van die landen om
op te kunnen treden tegen terroristische groeperingen. Minister Pompeo lichtte de
vredesonderhandelingen door vertegenwoordiger Khalilzad in Afghanistan toe. Hij benadrukte
dat het een peace agreement moet worden, niet een withdrawal agreement. Bondgenoten
steunden de inzet rond vredesonderhandelingen, daarbij het belang van het behoud van
o.a. door de NAVO behaalde resultaten onderstrepend. Nederland wees daarbij expliciet
op het behoud van rechten voor vrouwen en meisjes. Ook werd stil gestaan bij dreigingen
aan de Zuidflank, waar de NAVO voldoende aandacht voor moet blijven houden. In het
algemeen werd opgeroepen vooral goed samen te werken met EU en VN waar het gaat om
bestrijding van terrorisme.
Trans-Atlantische relatie
De symbolische waarde van deze bijeenkomst in Washington ontging niemand. Op 3 april
was de Secretaris Generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, door het Congres uitgenodigd
om hen toe te spreken. Zijn verhaal oogstte brede lof, hij werd voortdurend door zowel
Democraten als Republikeinen door applaus onderbroken; een belangrijke uiting van
steun voor de Trans-Atlantische relatie vanuit de VS. Ook had de Secretaris Generaal
een ontmoeting met President Trump in het Witte Huis.
Tijdens de lunchsessie werd het belang van de Trans-Atlantische band door alle bondgenoten
bekrachtigd. Veel Ministers stonden stil bij de 70 jaar van vrede en voorspoed die
het bondgenootschap mede heeft gebracht. Een succes dat ook te danken is aan het vermogen
van de NAVO zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.
Minister Pompeo greep die veranderende context aan om erop te wijzen dat de VS volledig
en onvoorwaardelijk gecommitteerd is aan de NAVO, die nog steeds hard nodig is voor
de veiligheid in het Noord-Atlantische verdragsgebied. De NAVO moet dan wel over voldoende
middelen kunnen beschikken. Dat was reden om nog eens met klem Europese Bondgenoten
op te roepen een grotere verantwoordelijkheid voor hun veiligheid te nemen. De afspraken
die daarover destijds bij de Top in Wales zijn gemaakt, worden nog lang niet door
alle landen nageleefd. Hij deed dan ook een dringend beroep op de betreffende bondgenoten
snel met concrete plannen voor invulling van die afspraken te komen, in ieder geval
voor de «Leaders Meeting». Diverse Ministers wezen in dit verband op de ontwikkelingen
in het Gemeenschappelijk Veiligheid- en Defensiebeleid van de EU, die eveneens kunnen
bijdragen aan een versterking van de NAVO.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken