Brief regering : Evaluatie Transparantieregister Zorg
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2019
In vervolg op mijn brieven van 19 september 2018 (Kamerstukken 32 620 en 29 477, nr. 210) en van 4 februari 2019 (Kamerstuk 32 805, nr. 67) over de evaluatie van het Transparantieregister Zorg en over opgave van financiële
relaties tussen artsen en leveranciers van medische hulpmiddelen in dit register,
bericht ik u het volgende.
De opdracht voor de evaluatie van het Transparantieregister Zorg heb ik, na recente
afronding van de aanbestedingsprocedure, toegekend aan het Instituut voor Verantwoord
Medicijngebruik (IVM). De evaluatie van het register zal zich met name richten op
de geneesmiddelensector en ook op de eerste ervaringen van de sector van de medische
hulpmiddelen met het verbod op gunstbetoon en het register. De resultaten van de evaluatie
van het Transparantieregister Zorg verwacht ik in de zomer van 2019 en zal ik vervolgens
aan uw Kamer toezenden.
In antwoord op schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over een betere naleving van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen heb ik
u in mijn brief van 4 februari 20191 laten weten dat de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (Stichting GMH) de
voorlichting over het register aan artsen, bestuurders van ziekenhuizen en leveranciers
van medische hulpmiddelen zal intensiveren. Bijgaand treft u aan het «Actieplan GMH
2019» van de
Stichting GMH dat ziet op een betere naleving van de Gedragscode inzake opgave in
het Transparantieregister Zorg2. Ik zie dit Actieplan als een belangrijke impuls om vanuit de zelfregulering meer
en beter opgave te doen in het Transparantieregister Zorg.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg