Brief regering : Eindevaluatie Citrienfonds 2014-2018
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 404 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2019
Hierbij bied ik u, zoals bij de Tussenevaluatie Citrienfonds1 toegezegd, het rapport eindevaluatie Citrienfonds van Twynstra Gudde aan2 en ga ik in op het Citrienfonds 2014–2018, de verschillende programma’s hierbinnen
en het vervolg van het Citrienfonds. Het rapport van Twynstra Gudde geeft inzicht
in de mate waarin de doelstellingen van het Citrienfonds zijn of gaan worden bereikt
en hoe de organisatie en de uitvoering door de Nederlandse Federatie van Universitair
Medische Centra (NFU) en ZonMw hieraan hebben bijgedragen.
Ik wil ZonMw bedanken voor de regie op Citrienfonds 2014–2018, de Beoordelingscommissie
die onder andere de kwaliteit van de programma’s beoordeeld heeft en de NFU, de universitair
medische centra (umc’s) en projectgroepen voor hun inzet bij de verschillende programma’s.
Citrienfonds 2014–2018
De gezamenlijke umc’s hebben voor de start van het Citrienfonds aangegeven een bijdrage
te willen leveren aan een duurzame gezondheidszorg en het vinden van oplossingen voor
maatschappelijke opgaven in de zorg, zoals het vergroten van de kwaliteit, doelmatigheid
en betaalbaarheid. Om de kwaliteits- en doelmatigheidsverbetering verder te bevorderen
heeft mijn ambtsvoorganger destijds besloten het Citrienfonds 2014–2018 in te richten.
Hiervoor was € 25 miljoen beschikbaar. Binnen het Citrienfonds zijn vijf programma’s
gestart waarmee umc’s samen met stakeholders werken aan duurzame en breed inzetbare
verbeteringen in de zorg. De maatschappelijke uitdaging die centraal stond is hoe
we de zorg kwalitatief goed of zelfs beter maken en tegelijkertijd betaalbaar.
Om een bijdrage te kunnen leveren aan een toekomstbestendige gezondheidszorg heeft
VWS destijds vijf programma’s van de groslijst van de NFU gekozen: registratie aan
de bron, naar regionale oncologienetwerken, doen of laten, e-health en sturen op kwaliteit.
Samenvatting eindevaluatie Citrienfonds
De evaluatie die is uitgevoerd door Twynstra Gudde bestaat uit twee onderdelen; de
tussenevaluatie en de eindevaluatie. Bij de tussenevaluatie lag de focus op de doelen,
de organisatie/governance en op de eerste ervaringen met de uitvoering. Bij de eindevaluatie
lag de focus op het beantwoorden van de onderzoeksvragen en of er een brede impact
in de zorgketen te verwachten valt.
De hoofdvraag van de eindevaluatie luidt «Hoe hebben de umc’s en de NFU er, via het
Citrienfonds samen voor gezorgd dat de kwaliteit van de zorg goed blijft, of zelfs
verbetert én in de toekomst betaalbaar blijft?» De deelvragen zijn gericht op het
gezamenlijke programmatische optreden, de resultaten en borging hiervan, de bijdrage
aan de doelstelling van het Citrienfonds, de rol- en taakverdeling binnen het Citrienfonds
en de uitvoering daarvan.
Twynstra Gudde concludeert in antwoord hierop dat de NFU en de umc’s onderling op
de vijf programma’s nauw hebben samengewerkt om tot een blijvende verbetering van
kwaliteit en betaalbaarheid van zorg te komen. Ook heeft elk programma zich zichtbaar
ingespannen voor het betrekken van andere ketenpartijen en het delen en verspreiden
van inzichten en resultaten.
Tevens concludeert Twynstra Gudde dat ieder programma zichtbare resultaten heeft opgeleverd
maar dat van borging nog in beperkte mate sprake is. In theorie dragen alle programma’s
bij aan de hogere doelstelling van het Citrienfonds. Implementatie van de resultaten
is echter nog nodig om deze impact ook in de praktijk te gaan «verzilveren». Tenslotte
concludeert Twynstra Gudde dat de rol- en taakverdeling en samenwerking tussen ZonMw
en de NFU gaandeweg steeds beter is geworden, maar dat hoewel de rol- en taakverdeling
voor ZonMw en de NFU zelf helder is, deze bij de programmaleiders wel tot onduidelijkheden
leidt.
Reactie op het rapport
Voordat ik verder inga op het vervolg van het Citrienfonds zal ik, zoals in de tussenevaluatie
toegezegd, inhoudelijk ingaan op de resultaten van de verschillende programma’s binnen
het Citrienfonds 2014–2018.
Naar regionale Oncologienetwerken
De drie thema’s van het programma Naar regionale Oncologienetwerken waren:
– een goede inrichting van het Multidisciplinair Overleg (MDO) van medisch specialisten
van verschillende ziekenhuizen om zo voor elke patiënt te komen tot een optimaal behandelplan
en een passende behandeling;
– een goed beveiligde, digitale snelweg tussen alle ziekenhuizen, ingericht volgens
dezelfde standaard;
– goede afspraken over welke informatie van een patiënt over die digitale snelweg wordt
gestuurd.
Concrete resultaten hiervan zijn een voorbereide, geteste, concreet geïmplementeerde
en bovenregionaal gekoppelde delen van een beoogd landelijk netwerk voor digitale
gegevensuitwisseling volgens de XDS-standaard, uniforme bouwstenen voor de registratie
van gegevens voor drie tumortypen en het bespreekbaar en inzichtelijk maken van de
financiering van MDO, expertrol en netwerkzorg. De nauwe samenwerking met de Taskforce
Oncologie bevordert het bredere draagvlak.
Registratie aan de bron
Het programma Registratie aan de bron richt zich op het eenmalig eenduidig vastleggen van zorginformatie en heeft hiervoor
onder andere zorginformatiebouwstenen (zibs) en de Basisgegevensset Zorg (BgZ) ontwikkeld.
Deze zijn door het Informatieberaad erkend als landelijke standaard voor de uitwisseling
van gegevens. Technisch is het mogelijk om volgens de bouwstenen te registreren. Om
te zorgen dat het eenduidig vastleggen en hergebruiken van gegevens niet alleen kan,
maar ook gebeurt, is onder andere een serious game ontwikkeld die deelnemers op interactieve
wijze laat ervaren welke uitdagingen er bestaan rond het eenmalig vastleggen van zorginformatie
in het EPD. Dat de resultaten van het programma zowel door alle partijen in de tweede
als derde lijn worden onderschreven, wordt gezien als brede borging.
Sturen op kwaliteit
Het hebben en gebruiken van adequate kwaliteitsinformatie door de raad van bestuur
was waar het programma Sturen op kwaliteit zich op richtte. De methoden, kernsets en handreikingen zijn in de praktijk getoetst
en gebundeld in een online toolkit3. Verder is de dialoog tussen bestuurders, van andere umc’s en algemene ziekenhuizen,
over sturen op kwaliteit gestimuleerd en is er een training ontwikkeld. De resultaten
en inzichten krijgen een plek in nieuwe kwaliteitsprogramma’s van het NFU-consortium
Kwaliteit van Zorg. Het programma heeft aandacht voor het thema gegenereerd en heeft
voor bewustwording over het optimaal en gestructureerd gebruiken van kwaliteitsinformatie
voor kwaliteitsverbetering gezorgd.
e-Health
Binnen het programma e-Health is een NFU-visie4 en een e-Health Roadmap ontwikkeld. Hierin wordt ingegaan op de kansen en bedreigingen
van digitalisering in de gezondheidszorg. Daarnaast lag de focus op het verkrijgen
van evidence based kennis over e-Health oplossingen. Het programma fungeerde als een
soort proeftuin waarin is onderzocht wat wel werkt en wat niet en was gericht op digitale
verbondenheid tussen patiënt en zorgverlener en digitale interactie tussen alle betrokkenen
om persoonsgerichte zorg te realiseren.
Doen of laten
Het in kaart brengen van onnodige zorg, het vergroten van het inzicht in hoe onnodige
zorg gedeïmplementeerd moet worden en het opschalen van de opgedane kennis zijn resultaten
van het programma Doen of laten. Dit heeft onder andere geresulteerd in een deïmplementatiegids5, vermindering van onnodige zorg in diverse instellingen6 en enkele wetenschappelijke publicaties7.
Ik ben verheugd dat ieder programma zichtbare resultaten heeft opgeleverd. Er zijn
innovaties ontwikkeld, andere ketenpartijen zijn actief betrokken en op de verschillende
thema’s is een landelijke beweging ontstaan.
Verder blijkt uit het rapport dat elk programma in potentie een positieve bijdrage
levert aan het verbeteren van de zorg, maar dat het nog te vroeg is om in de praktijk
ook te spreken van een gerealiseerde blijvende verbetering van de zorg. Zoals in de
tussenevaluatie benoemd, kan er gesproken worden van een succesvolle innovatie als
bij actoren in de zorg sprake is van een beweging die het verschil maakt en die leidt
tot duurzame verandering van routines. Uit het rapport blijkt echter dat er van borging
van de resultaten van de verschillende programma’s binnen en buiten de umc’s nog in
beperkte mate sprake is geweest. Dit is een van de redenen om het Citrienfonds, zoals
in lijn met de afspraak in het hoofdlijnenakkoord 2019–2022, een vervolg te geven.
Er zal nog veel werk te verrichten zijn om de ontwikkelingen daadwerkelijk zorgbreed
te implementeren. In het vervolg van het Citrienfonds zullen de aanbevelingen uit
de eindevaluatie, waaronder meer focus, sturen op concrete eindresultaten, heldere
sturingslijnen en duidelijke verantwoordelijkheden meegenomen worden.
Citrienfonds 2019–2022
Zoals ik eerder in deze brief al aangaf, is in het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische
zorg 2019–2022 onder andere afgesproken dat er een vervolg komt op het Citrienfonds.
Voor het Citrienfonds 2019–2022 is in totaal € 20 miljoen beschikbaar. De verdeling
over de jaren is als volgt (voor 2023 is ook een bedrag opgenomen omdat naar verwachting
dan nog relatief veel projecten afgerekend moeten worden):
2019
2020
2021
2022
2023
€ 5 miljoen
€ 5 miljoen
€ 4 miljoen
€ 2 miljoen
€ 4 miljoen
Het programma Sturen op kwaliteit zal niet worden voortgezet binnen het Citrienfonds. De overige vier programma’s waar
het Citrienfonds 2014–2018 mee is gestart zullen wel worden voortgezet. Dit zijn registratie aan de bron, naar regionale oncologienetwerken, doen of laten en e-health. Er is bewust gekozen om vier van de vijf programma’s voort te zetten in het Citrienfonds
2019–2022 zodat er daadwerkelijk breed geïmplementeerd kan worden en de innovaties
kunnen worden verankerd in de gezondheidszorg. Hiermee wordt bijgedragen aan de in
het hoofdlijnenakkoord omschreven beweging naar het leveren van de juiste zorg op
de juiste plek door de juiste professional tegen de juiste prijs.
Om brede implementatie en gebruik te bevorderen is het wenselijk dat de initiatieven
niet door individuele umc’s worden opgepakt maar door consortia van samenwerkende
partijen, van samenwerkende umc’s en andere ziekenhuizen. Daarnaast vind ik het van
belang dat er rekening wordt gehouden met de impact voor de patiënt: wat merkt de
patiënt ervan en hoe wordt de patiënt betrokken? Dit inhoudelijke uitgangspunt heb
ik bij ZonMw onder de aandacht gebracht middels mijn opdrachtbrief voor Citrienfonds
2019–2022.
De aanbevelingen uit de eindevaluatie, waaronder meer focus, sturen op concrete eindresultaten,
heldere sturingslijnen en duidelijke verantwoordelijkheden zijn in het vervolg van
het Citrienfonds meegenomen. Zo heeft de beoordelingscommissie de programma’s gevraagd
in de programmaplannen meer focus aan te brengen en gewezen op een brede samenstelling
van de stuurgroep. Om de tussendoelen te concretiseren is er in het vervolg sprake
van een programmatische aanpak met een duidelijke fasering waaraan go/no-go momenten
zijn gekoppeld. Tijdens de nieuw ingestelde sitevisits zullen de concrete tussendoelen
gemonitord worden. Verder is er een notitie aanpak en governance Citrienfonds 2019–2022
uitgewerkt zodat voor alle betrokken actoren helder is wie welke rol en verantwoordelijkheid
heeft.
Om de continuïteit te behouden zijn de programma’s inmiddels van start gegaan. Hiervoor
zijn per programma, aansluitend op het advies van de begeleidingscommissie van het
Citrienfonds, SMART doelstellingen met concrete resultaten en een plan van aanpak
opgesteld. Hierin is ook aandacht besteed aan de samenhang met relevante andere (landelijke)
trajecten en de andere programma’s binnen het Citrienfonds. In Citrienfonds 2019–2022
zal de manier van monitoring volgend zijn aan de projecten waardoor er meer maatwerk
mogelijk is en de administratieve lasten beperkt worden.
Vervolg
De NFU zal het Citrienfonds samen met de acht umc’s coördineren en uitvoeren. Ik zal
ZonMw verzoeken de beoordeling van de te subsidiëren programma’s en daaronder vallende
projecten, de monitoring en de evaluatie van het Citrienfonds 2019–2022 uit te voeren.
De evaluatie van het Citrienfonds 2019–2022 voert ZonMw uit in afstemming met VWS
en NFU (en andere relevante stakeholders). Na de eindevaluatie, en eventueel eerder
mocht daar aanleiding toe zijn, zal ik uw Kamer informeren over de resultaten van
het Citrienfonds 2019–2022.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg