Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake overzicht voorzieningen voor studenten met een beperking in mbo en hbo en reactie op onderzoek ‘Mind the Gap’
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 416 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2019
Op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 14 maart
jl. stuur ik u bij deze een brief met een overzicht van voorzieningen die er bestaan
in het mbo en ho voor studenten met een beperking en van voorzieningen buiten het
onderwijs voor studenten.
In Nederland biedt de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap en chronische
ziekte al sinds 2003 waarborging voor deelname op gelijk voet van mensen met een beperking.
Daarnaast heeft Nederland op 14 juli 2016 het VN-verdrag Handicap geratificeerd (Kamerstuk
33 992 (R2034). Doel van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van de mensenrechten
van mensen met een beperking. Van onderwijsinstellingen wordt verwacht dat zij aanpassingen
treffen voor personen zodat zij zonder discriminatie en op gelijke voet onderwijs
kunnen volgen, tenzij die aanpassingen een onevenredige belasting voor de instelling
vormen.
In het mbo zijn in aanvulling daarop scholen verplicht om hun ondersteuningsaanbod
kenbaar te maken en individuele afspraken met de student te maken over de benodigde
ondersteuning. Het mbo kent van oudsher al een uitgebreide eerste en tweedelijns zorg-
en ondersteuningsstructuur, aangewakkerd door aandacht van Zorg Advies Team’s, beleid
rond het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en passend onderwijs. Steeds vaker
wordt er met gemeenten afspraken gemaakt over specialistische ondersteuning om er
voor de zorgen dat jongeren hun opleiding kunnen afronden1. Om die samenwerking een extra impuls te geven, is het aansluiten van mbo-scholen
bij het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) die de samenwerkingsverbanden passend
onderwijs met gemeenten voeren sinds 1 januari 2019 verplicht.
In bijlage 1 treft u, zoals verzocht, een overzicht van de voorzieningen die er zijn
om deze studenten te ondersteunen.
Ondanks voorlichting zijn studenten vaak niet goed op de hoogte van de voorzieningen
die er zijn op mbo-scholen, hogescholen en universiteiten, via DUO en gemeenten. Aanhoudende
aandacht voor het informeren van studenten over (financiële) ondersteuning en maatregelen
blijft dus belangrijk. Via campagnes en de website www.studeermeteenplan.nl probeer ik aankomende studenten in het mbo en het ho goed te informeren.
Op 7 februari heeft u mij ook verzocht om een schriftelijke reactie op het artikel
Mind the Gap Between Higher Education and the Labour Market for Students with a Disability
in the Netherlands: A Research Agenda, verschenen op 28 augustus 2018.
In het artikel «Mind the Gap» belichten de onderzoekers de ervaringen van studenten
met een handicap en van belanghebbenden bij de overgang van het hoger onderwijs naar
de arbeidsmarkt. De onderzoekers willen daarmee een bijdrage leveren aan de ambitie
om de «kloof» op de (wetenschappelijke) onderzoeksagenda te plaatsen. Zij richten
zich op de perspectieven en verantwoordelijkheden van de verschillende betrokken partijen:
onderwijsinstellingen, werkgevers, gemeenten, ministeries en studenten met een handicap.
Ik vind het belangrijk om aandacht te hebben voor de overgang van het hoger onderwijs
naar de arbeidsmarkt en ik heb oog voor de problematiek van studenten met een beperking,
voor wie het moeilijker is om die overstap te maken dan voor studenten zonder beperking.
Het is belangrijk dat studenten zich in de laatste fase van hun studie al bezighouden
met hun volgende stap en nog zo veel mogelijk gebruik maken van de faciliteiten van
de onderwijsinstelling zoals sollicitatietrainingen, career events en studieloopbaanbegeleiding.
Verscheidene instellingen in het hoger onderwijs hebben tijdens deze loopbaanevenementen
al specifiek aandacht voor studenten met een functiebeperking. Ik moedig dit zeer
aan.
Ook organiseert het Expertisecentrum Handicap + Studie jaarlijks aan aantal regiobijeenkomsten,
onder meer over de aansluiting van het hoger onderwijs op de arbeidsmarkt. Daarin
wordt bijvoorbeeld gesproken met studenten, onderwijsinstellingen en werkgevers om
te kijken waar iedere partij tegenaan loopt en waar behoefte aan is.
Daarnaast zijn er programma’s en pilots in andere onderwijssectoren en voor andere
groepen waarvoor ik wil verkennen hoe ik dit kan verbreden naar het hoger onderwijs.
Zo is er op dit moment een pilot in het mbo waarin minder zelfredzame studenten nog
twee jaar na het behalen van hun mbo-diploma worden begeleid naar en op de arbeidsmarkt.
Na de pilot zou ik graag willen kijken welke lessen er kunnen worden getrokken uit
deze pilot en of deze pilot ook zou kunnen worden uitgebreid naar het hoger onderwijs.
De pilot loopt tot september 2020.
Ook heeft de Staatssecretaris van SZW voorstellen gedaan, om via wetswijziging de
mogelijkheid in de Participatiewet te openen voor werkzoekenden en werkgevers om bij
de gemeente een aanvraag in te dienen voor ondersteuning op maat die past bij de mogelijkheden
en beperkingen van de betrokkene. Hierbij kan worden gedacht aan de adequate inzet
van een jobcoach. Doel van dit voorstel is om de eigen regie van mensen met een beperking
en van werkgevers te versterken. Deze mogelijkheid kan ook van belang zijn voor mensen
met beperkingen die onderwijs hebben gevolgd en tot de doelgroep van de Participatiewet
behoren.
Tot slot zie ik dat het ECHO mentorprogramma goed werkt, waarin studenten met een
migratieachtergrond kennis maken met de arbeidsmarkt en tijdens de studie een jaar
lang worden begeleid door een mentor. Ik wil kijken of dit ook zinvol zou zijn voor
studenten met een functiebeperking bij (voorbereiding op) de overgang naar de arbeidsmarkt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Bijlage 1
De wettelijke kaders en beoogde doelstelling, het op gelijke voet mee laten doen van
studenten met een beperking, heeft geleid tot de volgende voorzieningen om deze studenten
te ondersteunen. Daar waar de faciliteiten ook voor andere groepen, vanwege bijvoorbeeld
bijzondere (familie-)omstandigheden, beschikbaar zijn wordt dat expliciet aangegeven.
Financiële ondersteuning: Studiefinanciering
Studenten met een handicap of chronische ziekte kunnen gebruik maken van een aantal
regelingen binnen de studiefinanciering. Onder bepaalde voorwaarden kan:
1. de diplomatermijn of het ontvangen van prestatiebeurs worden verlengd;
2. de prestatiebeurs worden omgezet in een gift of;
3. een deel van de studieschuld worden kwijtgescholden.
Hieronder licht ik dat verder toe:
• Verlenging prestatiebeurs: Wanneer een student in het hoger onderwijs als gevolg van
een handicap of chronische ziekte de student het afsluitend examen niet behaald kan
worden binnen de nominale duur die geldt voor de opleiding, kan de student DUO verzoeken
de prestatiebeurs (aanvullende beurs en reisvoorzieningen) met een jaar te verlengen.
Mbo-studenten aan een opleiding niveau 3 of 4 in deze situatie kunnen ook verlenging
van de prestatiebeurs (basisbeurs, aanvullende beurs, reisvoorziening) aanvragen,
als ze het afsluitend examen niet kunnen halen binnen de periode waarin ze recht hebben
op prestatiebeurs. Mbo-studenten aan een opleiding niveau 1 of 2 komen in aanmerking
voor studiefinanciering zolang zij staan ingeschreven
• Gedeeltelijke kwijtschelding schuld: Studenten in het hoger onderwijs die een extra
jaar prestatiebeurs toegekend hebben gekregen en de opleiding hebben afgerond binnen
de diplomatermijn, komen daarnaast in aanmerking voor een kwijtschelding van een deel
van de lening (in 2019 is dit bedrag ongeveer € 1.270).
• Verlenging diplomatermijn: Als studenten hun diploma binnen 10 jaar halen, wordt hun
prestatiebeurs omgezet in een gift. Als ze dat niet binnen die termijn lukt, moeten
ze de ontvangen prestatiebeurs terugbetalen. Wanneer de student als direct gevolg
van een handicap of chronische ziekte langer doet over de studie, kan de diplomatermijn
worden verlengd. Bij omstandigheden van tijdelijke aard geldt de verlenging voor de
duur van de bijzondere omstandigheden. Bij omstandigheden van structurele aard geldt
een verlenging van 5 jaar.
• Omzetting van de prestatiebeurs in een gift: als de student als direct gevolg van
bijzondere omstandigheden van structurele aard niet in staat is binnen de (verlengde)
diplomatermijn het afsluitend examen te behalen, kan de toegekende prestatiebeurs
worden omgezet in een gift.
• Nieuwe aanspraak op studiefinanciering: als de student als direct gevolg van een tijdens
de studie ontstane handicap, ten gevolge van een zich tijdens de studie verergerde
handicap of ten gevolge van een zich tijdens de studie manifesterende chronische ziekte
genoodzaakt is de opleiding te beëindigen, kan de student bij de keuze voor een andere,
passender opleiding nieuwe aanspraak op studiefinanciering krijgen. Het recht op studiefinanciering
en de termijnen gaan dan opnieuw in.
Financiële ondersteuning: anders
• Profileringsfonds en Mbo studentenfonds: Het profileringsfonds in het hoger onderwijs
is er voor studenten die wegens een bijzondere omstandigheid – zoals een beperking
– studievertraging hebben opgelopen of naar verwachting op zullen lopen. Elke bekostigde
hoger onderwijsinstelling is verplicht een profileringsfonds in te richten en studenten
daaruit financieel te ondersteunen. Ik ben voornemens ook in het mbo een fonds in
te richten waarmee studenten, die als gevolg van hun beperking zodanig veel vertraging
oplopen dat zij geen basisbeurs meer ontvangen, financiële ondersteuning van hun mbo-school
via dit fonds kunnen krijgen. Het wetsvoorstel dat dit regelt zal naar verwachting
in het najaar van 2019 naar de Tweede Kamer gezonden worden.
• Daarnaast is er vanuit gemeenten een aantal voorzieningen voor studenten met een beperking.
Een daarvan is de individuele studietoeslag die als doel heeft om studenten en scholieren
met een beperking van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon
te verdienen, een financiële tegemoetkoming te verstrekken als ze studeren. Voorwaarden
zijn dat ze minimaal 18 jaar oud zijn, recht hebben op studiefinanciering of WTOS,
en geen vermogen hebben.
• Regeling specifieke onderwijsvoorzieningen: studenten (tot 30 jaar) die door hun beperkingen
specifieke voorzieningen nodig hebben om aan het onderwijs deel te nemen, kunnen deze
voorzieningen aanvragen bij het UWV.
• Naast specifiek op deze doelgroep gerichte regelingen zijn er ook meer generieke regelingen
voor chronisch zieken en gehandicapten, zoals bijvoorbeeld de fiscale regeling aftrek
van uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Ondersteuning door aanpassingen in het onderwijs of begeleiding
• Onderwijsinstellingen in zowel mbo als ho bieden diverse vormen van begeleiding aan
voor studenten met een beperking. In het mbo moeten instellingen hun onderwijsaanbod
kenbaar maken. Daarnaast zijn er mogelijkheden om aanpassingen te doen in onderwijstijd
i.v.m. aanwezigheid van de student. Aanpassingen in onderwijstijd zijn mogelijk voor
studenten met een beperking maar ook voor andere studenten die bijvoorbeeld vanwege
zorgtaken niet altijd op school aanwezig kunnen zijn. In het «Servicedocument onderwijstijd
in het mbo in relatie tot jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte» van de Onderwijsinspectie,
geven we instellingen een beeld van de mogelijkheden.
• In de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek wordt in een aantal
artikelen (bij accreditatie van een bestaande en aanvraag nieuwe opleiding) expliciet
rekening gehouden met studenten met een beperking.
• OCW ondersteunt Expertisecentrum Handicap + Studie die jongeren met een beperking
adviseren en ondersteunen bij het vinden van een stage. In het mbo is een pilot gestart,
op verzoek van de leden Kwint en Özdil, naar nazorg bij de overgang naar werk voor
minder zelfredzame studenten, waaronder mogelijk ook studenten met een beperking.
• Examinering: Er zijn aangepaste examens voor studenten met specifieke beperkingen
zoals dyslexie en dyscalculie. Voor het mbo wordt er verkend of aanpassingen in de
beroepsspecifieke onderdelen van examens mogelijk zijn. Een onderwijsinstelling moet
in zijn onderwijs- en examenreglement (OER) de wijze opnemen waarop studenten met
een handicap of chronische ziekte redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld
de tentamens af te leggen.
• Bindend studieadvies (BSA): de mbo-school, universiteit of hogeschool moet bij het
afgeven van een (bindend) studieadvies rekening houden met de persoonlijke omstandigheden
van de student. In het hoger onderwijs zijn deze omstandigheden (waaronder het hebben
van een functiebeperking maar ook mantelzorg) gespecificeerd, in het mbo nog niet.
In het wetsvoorstel versterken positie mbo-studenten wil ik dat ook voor het mbo specificeren.
Toezicht
• In het hoger onderwijs wordt zowel bij de instellingstoets, bij de uitgebreide opleidingsaccreditatie
als bij de toets nieuwe opleiding, de voorzieningen die de toegankelijkheid en studeerbaarheid
voor studenten met een functiebeperking bevorderen expliciet meegenomen als onderdeel
van de beoordeling. Datzelfde geldt voor het toezicht dat de Inspectie van het Onderwijs
in het mbo uitvoert. Het is een onderdeel van het Waarderingskader, kwaliteitsgebied
Onderwijsproces, ontwikkeling en begeleiding.
• Medezeggenschap: het is een taak van de universiteitsraad/medezeggenschapsraad om
te waken voor discriminatie op welke grond dan ook, dus ook op grond van beperking.
Voorts bevordert de universiteitsraad in het bijzonder de inschakeling van personen
met een handicap of chronische ziekte. In de onderwijs- en examenregeling (OER) van
een opleiding of groep van opleidingen moet de wijze waarop studenten met een handicap
of chronische ziekte redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens
af te leggen worden opgenomen. Ook in het mbo houdt de deelnemersraad toezicht zodat
gehandicapten op een voor hen normale manier toegang moeten hebben tot de gebouwen
en deel kunnen nemen aan het onderwijs en de beroepspraktijkvorming
Indieners
-
Indiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.