Brief regering : Energiewet in relatie tot implementatie Elektriciteitsrichtlijn en Gasrichtlijn
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 644
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
Ik heb u bij brief van 11 december 2017 geïnformeerd over de wetgevingsagenda energietransitie
(Kamerstuk 30 196, nr. 566) en de vier tranches die daarin voorzien werden. Vanwege de noodzaak van tijdige
implementatie van het vierde elektriciteitspakket (nieuwe richtlijn en verordening
voor de interne elektriciteitsmarkt) en de behoefte van een aantal nationale aanpassingen,
ben ik voornemens de tweede tranche en derde tranche te combineren. Middels deze brief
wil ik u informeren over de wijze waarop ik de tweede en derde tranche gebundeld ga
uitvoeren.
De vier tranches van de wetgevingsagenda energietransitie
Ik voorzag destijds vier tranches van aanpassingen van wet- en regelgeving die nodig
zijn om de energietransitie te faciliteren. De eerste tranche is inmiddels afgerond
met inwerkingtreding van de Wet van 9 april 2018 tot wijziging van de Elektriciteitswet
1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) (Stb. 2018, nr. 109) en de Wet van 4 juli 2018 tot wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding
van de evaluatie van de Warmtewet) (Stb. 2018, nr. 311).
Als tweede tranche werd een Warmtewet, wijziging van de Mijnbouwwet, wijziging van
de Wet Windenergie op zee en een samenvoeging van de Elektriciteitswet 1998 en de
Gaswet tot Energiewet aangekondigd. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Windenergie
op zee ligt inmiddels bij uw Kamer (Kamerstuk 35 092, nr. 2). De overige wijzigingen binnen de tweede tranche zijn in beleidsvoorbereiding. Over
de wijziging van de Warmtewet heb ik u op 23 februari jl. per brief geïnformeerd (Kamerstuk
34 723, nr. 28).
Als derde tranche was voorzien de implementatie van het vierde elektriciteitspakketrichtlijn.
Inmiddels is gebleken dat deze implementatie op korte termijn gerealiseerd moet worden
en dat het onverstandig zou zijn om de volledige tweede tranche af te wachten voordat
tot implementatie wordt overgegaan.
De destijds voorziene vierde tranche blijft overigens ongewijzigd.
Implementatie
De vierde elektriciteitsrichtlijn is op 26 maart jl. aangenomen door het Europees
parlement. De vierde elektriciteitsrichtlijn moet uiterlijk 31 december 2020 zijn
geïmplementeerd. De vierde elektriciteitsrichtlijn is een vernieuwing van de derde
elektriciteitsrichtlijn, met de focus op de energietransitie. Het geeft in dat kader
afnemers van elektriciteit en regionale netbeheerders een grotere rol, introduceert
de aggregator, en bevat bepalingen inzake slimme meters en data-uitwisseling, flexibele
netten en flexibele prijzen (nettarieven en leveringsprijzen).
Een belangrijk uitgangspunt bij implementatie van Europese wetgeving is dat deze zuiver
wordt omgezet in nationale wetgeving. In verband met tijdige implementatie wordt er
in het algemeen naar gestreefd om geen «nationale koppen» in de implementatieregeling
mee te nemen. Hierin kan een andere afweging worden gemaakt. Naar mijn mening is dat
op dit moment aan de orde en vraagt een aanpassing van de Elektriciteitswet 1998 en
Gaswet om een integrale benadering waarbij implementatie wordt gecombineerd met nationale
maatregelen.
Nationale aanpassingen
Naar mijn mening is er een aantal zaken die vereisen dat er op korte termijn nationale
beleidsmaatregelen in wet- en regelgeving omgezet worden.
Allereerst vraagt de energietransitie om aanpassingen in wet- en regelgeving, waaronder
de nieuwe Energiewet.In de tweede plaats zijn aanpassingen in de wet- en regelgeving
nodig vanwege de problemen die op dit moment in de netcapaciteit ontstaan in delen
van het land, zoals op dit moment in Drenthe waar de ruimte in het net voor duurzame
opwek op land op dit moment heel beperkt is. Ten derde zijn er vanuit de sector wensen
de huidige wet- en regelgeving te wijzigen, bijvoorbeeld op het gebied van tariefregulering
en leveringen. Tot slot kent de vierde elektriciteitsrichtlijn nieuwe bepalingen over
bijvoorbeeld consumentenbescherming. Ik wil kijken welke van deze bepalingen ook toepasbaar
zijn op gas, zodat consumenten op dezelfde wijze worden beschermd.
Integrale benadering
De nationale onderwerpen zijn bovendien niet heel duidelijk te scheiden van de onderwerpen
die geïmplementeerd gaan worden, waardoor het risico ontstaat dat de samenhang ontbreekt
als uitgegaan wordt van zuivere implementatie. Wachten met implementatie heeft het
risico dat de Europese Commissie tegen Nederland een inbreukprocedure start. Wachten
met het invoeren van de nationale maatregelen is ook niet wenselijk, omdat daarmee
nationale maatregelen moeten wachten. Het vraagstuk rondom netcapaciteit vraagt om
een snelle aanpassing van de wet- en regelgeving. Al deze zaken pleiten dan ook voor
een integrale benadering, waarbij de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet worden samengevoegd
tot één wet.
Overigens wordt op zeer korte termijn een compromis over de wijziging van de derde
gasrichtlijn verwacht. Deze wijziging heeft een implementatietermijn van 9 maanden.
De wijziging van de gasrichtlijn ziet vooral op interconnectoren met derde landen.
Gezien de korte implementatietermijn en de beperktere reikwijdte van deze richtlijn
wordt ervoor gekozen om deze wel met een apart wetsvoorstel te implementeren.
Vervolg
Ik streef ernaar om bij de uitwerking en invoering van de nieuwe Energiewet zoveel
als mogelijk aan te sluiten bij implementatietermijnen van de Europese richtlijnen.
Ook de maatregelen die ik destijds voor de tweede tranche heb aangekondigd (verduidelijking
van rollen en verantwoordelijkheden en het aanbrengen van meer flexibiliteit in het
systeem om de betrouwbaarheid en de betaalbaarheid van de elektriciteitsvoorziening
op peil te houden), zal ik in dit wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet meenemen.
Dit jaar zal benut worden voor het gedetailleerd uitwerken van het wetsvoorstel, inclusief
de afstemming met onder andere de Autoriteit Consument en Markt, netbeheerders en
andere relevante partijen. Ik verwacht dat de internetconsultatie van het wetsvoorstel
eind 2019 kan starten. Naar verwachting zal het wetsvoorstel in de loop van 2020 aan
uw Kamer worden aangeboden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat