Brief regering : Rapport Technische maisolie t.b.v. beoordeling Europese Commissie
21 501-08 Milieuraad
Nr. 769 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
Tijdens het VAO Milieuraad van 20 juni 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 96, item 7) hebben uw leden Ziengs (VVD) en Von Martels (CDA) een motie (Kamerstuk 21 501-08, nr. 734) ingediend. Deze motie verzoekt de regering volledig uitvoering te geven aan het
amendement Ziengs/Von Martels (Kamerstuk 34 717, nr. 22) en alle biobrandstoffen geproduceerd uit afvalstoffen en residuen die (nog) niet
zijn opgenomen in bijlager IX van de Richtlijn hernieuwbare energie te laten vallen
onder de categorie HBE «overig» zonder deze dubbel te laten meetellen voor de jaarverplichting
en ongeacht of deze van gewassen afkomstig is.
De motie had met name betrekking op de technische maisolie (TCO). TCO is afkomstig
van het proces waarbij uit mais bioethanol gemaakt wordt. Het is onduidelijk of TCO
nu als residu of als bijproduct beschouwd moet worden. Als TCO een bijproduct is behoort
het tot conventionele biobrandstoffen (biobrandstoffen uit voedsel- en voedergewassen)
en als het een residu is tot geavanceerde biobrandstoffen (lijst A en B van bijlage
IX van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED)). TCO valt op dit moment niet onder
één van de categorieën van genoemde lijsten. Biobrandstoffen gemaakt van TCO kunnen
al in Nederland gebruikt worden, maar worden nu niet als geavanceerde biobrandstoffen
beschouwd. Volgens artikel 28 lid 6 van de herziene Richtlijn hernieuwbare energie
(RED2) kan alleen de Europese Commissie via gedelegeerde handelingen grondstoffen
op deze lijsten plaatsen. Deze beslissing gebeurt alleen als een grondstof is getoetst
aan de criteria die in dezelfde bepaling van RED2 staan.
Voor het bedrijfsleven en de lidstaten is belangrijk dat er snel duidelijkheid komt
onder welke categorie biobrandstoffen gemaakt van TCO vallen. Ik heb daarom TCO laten
toetsen aan de criteria uit de RED2. Het rapport is als bijlage bij deze brief gevoegd1. Omdat de definitie van residu in de RED multi-interpretabel is geeft het rapport
geen duidelijkheid onder welke categorie biobrandstoffen gemaakt van TCO vallen. Het
rapport laat zien dat de uitkomst van de toetsing aan de criteria uit RED2 afhankelijk
is van de categorie biobrandstoffen waaronder TCO valt. Uit het rapport blijkt dat
TCO nu in de Verenigde Staten wordt gebruikt als diervoeder en als grondstof voor
biodiesel. Het rapport geeft aan dat de potentie van TCO als grondstof voor biobrandstoffen
groot is, maar dat indien het gebruik van TCO van diervoeder naar biobrandstoffen
verschuift TCO in diervoeder door andere plantaardige oliën kan worden vervangen.
Omdat de Europese Commissie via gedelegeerde handelingen TCO op lijst A of lijst B
van bijlage IX kan plaatsen heb ik EU-Commissaris de heer Cañete een brief en het
rapport gestuurd. In de brief heb ik hem gevraagd of de Europese Commissie met behulp
van dit rapport duidelijkheid kan verschaffen tot welke categorie biobrandstoffen
TCO behoort. Ik verwacht dat de Europese Commissie dit rapport voor hun beslissing
zal gebruiken. Ook heb ik EU-Commissaris de heer Cañete gevraagd of er duiding kan
komen op welke manier de definitie van residu geïnterpreteerd dient te worden. Zodra
ik een reactie van de Europese Commissie krijg zal ik uw Kamer hierover informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat