Brief regering : Uitwerking beleidswijziging veiligheid van schepen van organisaties met ideële doelstellingen
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 220 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2019
Met mijn brief van 26 september jl. (Kamerstuk 31 409, nr. 199) heb ik u geïnformeerd over de beleidswijziging ten aanzien van de registratie en
certificering van zeeschepen van organisaties met ideële doelstellingen.
Dergelijke organisaties konden hun zeeschepen inschrijven in het Nederlands vlagregister
in dezelfde categorie als pleziervaartuigen. Dit had als gevolg dat deze schepen niet
hoefden te voldoen aan een aantal eisen op veiligheids- en bemanningsgebied. Omdat
hiermee onvoldoende recht werd gedaan aan het risicoprofiel van dergelijke schepen,
heb ik in september jl. de beleidswijziging doorgevoerd, waardoor aan deze schepen
een aantal internationale eisen op veiligheids- en bemanningsgebied worden opgelegd.
Uitwerking beleidswijziging
Zoals aangekondigd in de brief van 26 september (Kamerstuk 31 409, nr. 199), zijn wij in overleg met een aantal organisaties die schepen hebben die als pleziervaartuig
in het Nederlandse vlagregister zijn ingeschreven, maar die niet als zodanig worden
gebruikt. Tijdens het overleg zijn de beleidswijziging en de achtergronden daarvan
nader toegelicht. De aanwezige organisaties hebben genoemd dat Nederland de vrijheid
van meningsuiting en het recht op demonstratie historisch hoog in het vaandel heeft
staan. Zij benadrukten dat de doelstellingen van de organisaties niet in gevaar mogen
komen door de beleidswijziging. De organisaties hebben ook aangegeven dat zij – los
van hun opvatting over de noodzaak voor de beleidswijziging – een registratie als
koopvaardijschip niet voorstaan, en dat zij een formeel normenkader prefereren, waaruit
blijkt aan welke eisen de schepen moeten voldoen. Tot slot hebben de aanwezige organisaties
zorgen geuit over de kosten die de beleidswijziging met zich mee kan brengen voor
hun organisaties.
Nederland heeft het recht op vreedzaam protest en vrijheid van meningsuiting altijd
gesteund en doet dat nog steeds. De standpunten van het kabinet zijn op dit punt niet
gewijzigd. De beleidswijziging heeft uitsluitend als doel dat schepen veilig ingezet
worden.
Naar aanleiding van de wens een formeel normenkader te krijgen waarin de eisen zijn
vastgelegd, is besloten de eisen op te nemen in regelgeving.
Het certificeren van schepen en -indien nodig- het aanpassen van schepen zal inderdaad
kosten met zich meebrengen. Deze kosten zullen zoals gebruikelijk ten laste komen
van de eigenaar van het schip.
Nieuwe ontwikkelingen
Sinds mijn brief van 26 september jl. (Kamerstuk 31 409, nr. 199) aan uw Kamer hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan t.a.v. een specifieke
categorie schepen waarop de beleidswijziging onder meer van toepassing is, namelijk
schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen. Dit soort schepen is onder
andere actief in het Middellandse Zeegebied.
In het recente verleden konden schepen die in het Middellandse Zeegebied drenkelingen
aan boord namen, deze mensen binnen afzienbare tijd in één van de nabijgelegen havens
van boord laten gaan. Hierdoor waren aan boord van het schip geen voorzieningen noodzakelijk
voor een langdurig verblijf van grote groepen mensen. De situatie is echter veranderd.
Schepen die drenkelingen aan boord hebben kunnen nu minder makkelijk een haven vinden
waar zij de mensen van boord kunnen laten gaan. Bij iedere groep drenkelingen die
aan boord wordt genomen, vinden er lange onderhandelingen plaats om te bepalen welke
landen bereid zijn om mensen op te nemen, voordat het schip de haven mag invaren.
Hierdoor liggen schepen noodgedwongen langer op zee met grote groepen mensen aan boord.
Deze veranderde situatie kan grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Schepen
moeten technisch en qua bemanning veilig zijn voor een langdurig verblijf op zee met
een grote groep mensen aan boord in allerlei (weers-)omstandigheden. Omdat Nederland
– in tegenstelling tot andere landen – vrijwel geen veiligheidseisen stelt, is dit
niet geborgd via de huidige registratie en certificering.
Onderzoek ILT aan boord van Sea-Watch 3
Een specifiek voorbeeld van een schip onder Nederlandse vlag dat stelselmatig drenkelingen
aan boord neemt in het Middellandse Zeegebied, is de Sea-Watch 3. Dit schip is in
januari jl. in de haven van Catania, Italië, geïnspecteerd door de Italiaanse Kustwacht.
Italië constateerde een aanzienlijk aantal tekortkomingen (punten waarop het schip
niet aan de technische eisen voldeed), en vroeg om ten aanzien van een aantal tekortkomingen
te kunnen overleggen met de vlaggenstaat. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
heeft vervolgens ook onderzoek gedaan aan boord van het schip. Ik heb de ILT gevraagd
om naast een beoordeling van de technische eisen ook te onderzoeken of het gebruik
van het schip onder de huidige omstandigheden veiligheidsrisico’s zou kunnen opleveren.
De ILT heeft op 11, 12 en 13 februari jl. onderzoek gedaan aan boord van Sea-Watch-3.
Het rapport van dit onderzoek treft u aan als bijlage 1 bij deze brief1.
De ILT heeft tijdens het onderzoek een aantal technische tekortkomingen vastgesteld.
Het herstel van een aantal tekortkomingen kon alleen plaatsvinden op een scheepswerf
en daarom is toestemming verleend om het schip te laten vertrekken naar een scheepswerf
in Marseille, waar ook al een werfbeurt was gepland i.v.m. regulier onderhoud.
Daarnaast heeft de ILT in het onderzoek vastgesteld dat er als gevolg van het gebruik
van het schip inderdaad veiligheidsrisico’s kunnen optreden voor de bemanning en andere
personen aan boord. Die risico's betreffen onder meer:
1. het aan boord nemen en transporteren van drenkelingen op volle zee met een snelle
motorboot, inclusief het trainen van de bemanning voor deze handelingen, de keuring
van de motorboot en de stabiliteit van de motorboot met grote groepen personen aan
boord;
2. het gebrek aan opleiding van bemanning met betrekking tot onder meer Crowd management;
3. het ontbreken van voldoende reddingsmiddelen voor alle bemanningsleden én voor alle
drenkelingen aan boord, zoals reddingsvlotten, reddingsvesten en overlevingspakken
en
4. het ontbreken van een beveiligingsplan voor schip en bemanning.
Versnelde toepassing beleidswijziging voor schepen die stelselmatig drenkelingen aan
boord nemen
Onder de huidige registratie als pleziervaartuig heeft Nederland geen juridische mogelijkheden
om eisen aan schip of bemanning te stellen om veiligheidsrisico’s te voorkomen. Dit
is ook bevestigd in het specifieke geval van de Sea-Watch 3, waar een groot deel van
de tekortkomingen feitelijk betrekking had op veiligheidseisen die niet verplicht
zijn voor pleziervaartuigen, maar wel bepalend zijn voor de veiligheid aan boord van
het schip. Bij schepen waarop langdurig grote aantallen personen verblijven, is dit
uiteraard van groot belang.
Nederland is ervoor verantwoordelijk dat schepen die zijn geregistreerd in het Nederlandse
vlagregister voldoen aan regels die zijn vastgelegd in internationale verdragen, en
dat ze veilig zijn voor de bemanning en de andere mensen aan boord. Om veiligheidsrisico´s
te voorkomen heb ik daarom besloten om de eerder aangekondigde beleidswijziging voor
schepen van organisaties met een ideële doelstelling versneld te laten ingaan voor
de categorie schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen. Hiermee ontstaat
een juridische basis om het veilig gebruik van dit soort schepen op zeer korte termijn
beter te waarborgen.
Veiligheidseisen en bemanningseisen
Naar aanleiding van de wens om een formeel normenkader te krijgen, zal voor schepen
van organisaties met een ideële doelstelling worden aangesloten bij internationale
regelgeving van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Voor de veiligheidseisen
is de basis het SOLAS verdrag, het internationale verdrag voor de veiligheid van mensenlevens
op zee. Dit verdrag beschrijft aan welke eisen zeegaande schepen moeten voldoen op
het gebied van constructie, uitrusting en bemanning.
Specifiek voor schepen die in het Nederlandse vlagregister zijn geregistreerd en stelselmatig
drenkelingen aan boord nemen zal Nederland de eisen uit de Special Purpose Ships Code (SPS Code) 2008 gaan toepassen. Deze code is door IMO speciaal ontworpen voor schepen
met een bijzondere taak. De code stelt veiligheidseisen aan schepen, en houdt hierbij
rekening met de diversiteit van de schepen: hoe meer mensen een schip aan boord wil
kunnen nemen, hoe strenger de eisen worden. Bij zeer grote groepen mensen aan boord
zijn de eisen gelijk aan die van een passagiersschip.
Daarnaast zullen de eisen volgens de Internationale Veiligheidsmanagement Code (ISM)
van de IMO worden gehanteerd. Hierin wordt het veiligheidsbeleid beschreven en tevens
worden procedures vastgelegd m.b.t. het veilig gebruik van het schip, ook in geval
van calamiteiten. Zo kunnen voor de schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord
nemen procedures worden vastgelegd voor het veilig aan boord nemen en transporteren
op volle zee van drenkelingen m.b.v. snelle motorboten, waarbij ook kan worden vastgelegd
welke extra voorzieningen daarvoor nodig zijn.
Voor de bemanningseisen ligt de basis in het STCW verdrag, het internationale verdrag
betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst.
In dit IMO verdrag zijn de minimale eisen vastgelegd waaraan zeevarenden op zeeschepen
moeten voldoen onder meer qua training en opleidingen. Daarnaast wordt het Maritiem
Arbeidsverdrag (MAV) gehanteerd van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Dit
verdrag gaat over de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van zeevarenden.
Ik heb besloten gebruik te maken van een specifieke uitzonderingsbepaling van het
MAV voor niet commercieel gebruikte schepen. Dat betekent dat schepen die stelselmatig
drenkelingen aan boord nemen niet hoeven te beschikken over een MAV certificaat. Echter,
aan de inhoudelijke eisen van het verdrag dient wel voldaan te worden omdat deze betrekking
hebben op de basale arbeidsomstandigheden van zeevarenden en ook de veiligheid van
het schip. De vastgestelde hoogte voor loonbetaling conform het MAV is niet van toepassing
voor aan boord zijnde vrijwilligers, zodat organisaties met vrijwilligers kunnen blijven
werken.
De veiligheidseisen worden juridisch vastgelegd via een wijziging van de Regeling
veiligheid zeeschepen. De bemanningseisen worden vastgelegd via een wijziging van
de Regeling zeevarenden. Ik heb de wijzigingsregelgeving getekend en deze zal deze
week in werking treden. Vanaf de dag van inwerkingtreding moeten alle schepen die
zijn geregistreerd in het Nederlandse vlagregister en die stelselmatig drenkelingen
aan boord nemen voldoen aan deze veiligheids- en bemanningseisen.
Vervolgproces beleidswijziging
De versnelde doorvoering van bovengenoemde eisen betreft alleen de schepen die zijn
geregistreerd in het Nederlandse vlagregister van organisaties met ideële doelstellingen
die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen. Voor schepen van organisaties met een
ideële doelstelling die anders worden gebruikt, zal de beleidswijziging nader worden
ingevuld zoals in mijn eerdergenoemde brief aangegeven, in overleg met de betrokken
partijen en met een overgangstermijn.
Naar aanleiding van die brief zijn schriftelijke vragen gesteld door de vaste commissie
voor Infrastructuur en Waterstaat over de registratie en certificering zeeschepen
van organisaties met ideële doelstellingen (Kamerstuk 31 409, nr. 203). Deze vragen werden ingezonden op 23 januari 2019. De antwoorden op deze vragen
vindt u als bijlage 2 bij deze brief (Kamerstuk 31 409, nr. 221).
Daarnaast zijn vragen gesteld door GroenLinks. Mede namens de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid bied ik u de antwoorden op die vragen aan in bijlage 3 (Aanhangsel
Handelingen II 2018/19, nr. 2151).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat