Brief regering : Beleidsreactie op rapport ‘Doorstromen van hbo naar wo’
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
29 388 Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs
Nr. 717 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2019
In mijn brief toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs van 25 oktober
jl. heb ik in het kader van een toegankelijk hoger onderwijs stilgestaan bij schakelprogramma’s.1 Met een schakelprogramma krijgen personen die een master willen volgen in het hbo2 of wo, maar niet volledig voldoen aan het instroomniveau van de desbetreffende master,
de mogelijkheid om hun deficiënties weg te werken wanneer zij dit binnen een redelijke
termijn kunnen doen. Dit kan in sommige gevallen al tijdens de hbo-bacheloropleiding
met een ingedaald traject of door het volgen van een individueel of gestandaardiseerd
schakelprogramma dat een hogeronderwijsinstelling aanbiedt.
Uit een steekproef die de LSVb vorig jaar heeft gedaan naar het aanbod van schakeltrajecten
in het wo kwam naar voren dat het bij één op de acht universitaire masteropleidingen
onmogelijk is om als hbo-student een wo-master te volgen. Eerder onderzoek van ResearchNed3 laat zien dat ruim 40% van de universitaire masteropleidingen een schakelprogramma
aanbiedt. Zoals eerder aangekondigd heb ik de Inspectie van het Onderwijs (hierna:
inspectie) gevraagd nader onderzoek te verrichten, omdat bovengenoemde onderzoeken
tot verschillende conclusies komen.4 In deze brief reageer ik op het rapport «Doorstromen van hbo naar wo» van de inspectie.
U treft het onderzoeksrapport van de inspectie als bijlage bij deze brief aan5.
Onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek van de inspectie komt naar voren dat de toegankelijkheid van masteropleidingen
in het wo is toegenomen in vergelijking met de eerdere inventarisatie van de inspectie
uit 2015. Desalniettemin blijkt dat nagenoeg één op de vijf wo-masteropleidingen niet
toegankelijk is voor hbo-gediplomeerden. De niet-toegankelijke wo-masteropleidingen
hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo zijn er in de sectoren Gezondheidszorg,
Recht en Taal & Cultuur meer niet-toegankelijke masteropleidingen dan in andere sectoren.
Daarnaast blijkt dat niet-toegankelijke masteropleidingen vaak kleine of juist zeer
grote masteropleidingen (met minimaal 200 studenten per jaar) betreffen. Een ander
kenmerk is dat het veelal masteropleidingen zijn met een capaciteitsbeperking. De
inspectie heeft tevens geconstateerd dat instellingen van elkaar verschillen in de
mate waarin ze toegang bieden aan hbo-gediplomeerden. Twee universiteiten hebben naar
verhouding opvallend veel niet-toegankelijke opleidingen en vier universiteiten worden
door de inspectie aangeduid als goed toegankelijk. Ook wanneer gekeken wordt naar
de toegankelijkheid van opleidingen die op meer dan één universiteit worden aangeboden,
blijkt dat deze twee universiteiten naar verhouding veel masteropleidingen kennen
die niet-toegankelijk zijn voor hbo-gediplomeerden. Dit, terwijl dezelfde opleidingen
bij andere universiteiten wel toegankelijk zijn. De meest genoemde redenen die instellingen
aangeven om hbo-gediplomeerden niet toe te laten, zijn een ontoereikend niveau van
de hbo-gediplomeerden, het ontbreken van een verwante hbo-bachelor en een beperking
van de instroom tot specifieke wo-bacheloropleidingen. Hierbij valt op dat van de
twee universiteiten met de meest niet-toegankelijke masteropleidingen één universiteit
heeft aangegeven te verwachten volgend jaar voor een aantal opleidingen een schakelprogramma
aan te kunnen bieden. De andere universiteit geeft aan dat in een aantal gevallen
toch instroom mogelijk is.
Het onderzoek van de inspectie laat andere resultaten zien dan de steekproef van de
LSVb en het onderzoek van ResearchNed. Dit is te verklaren doordat zowel de LSVb als
ResearchNed hun bevindingen hebben gebaseerd op informatie die zij hebben gevonden
op websites van de universiteiten. De inspectie heeft de universiteiten direct benaderd
om informatie aan te leveren over hun masteropleidingen. Dit geeft aan dat de websites
van instellingen niet altijd alle informatie omvatten. Mijns inziens zou dit niet
moeten kunnen. Ik roep de instellingen dan ook op om de informatie op hun websites
volledig en up-to-date te houden.
Aanbevelingen
Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van het rapport van de inspectie zullen
de twee artikelen in de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
met betrekking tot schakelprogramma’s geëxpliciteerd worden, zodat duidelijk is voor
studenten wat hun rechten zijn en voor instellingen wat hun verplichting is ten overstaan
van studenten met betrekking tot het aanbieden van schakelprogramma’s. Op dit moment
ben ik hiermee bezig en ik verwacht het wetsvoorstel waar dit onderdeel van uitmaakt
begin volgend jaar aan uw Kamer voor te kunnen leggen.
De wetgeving omtrent schakelprogramma’s heeft tot doel om de toegankelijkheid van
masters te vergroten en de doorstroom te bevorderen. Wanneer iemand een masteropleiding
wil volgen, maar niet voldoet aan de instroomvereisten van de masteropleiding, dient
bekeken te worden of iemand binnen een redelijke termijn zijn deficiënties kan wegwerken.
Hierbij wil ik benadrukken dat het niet de bedoeling is dat groepen personen (waaronder
hbo-gediplomeerden) per definitie de toegang tot een masteropleiding wordt ontzegd.
Tegelijkertijd betekent dit niet dat vanzelfsprekend iedereen toegang tot een masteropleiding
heeft. Immers, alleen wanneer redelijkerwijs kan worden verwacht dat iemand binnen
een redelijke termijn zijn deficiënties weg kan werken, heeft een instelling de verplichting
om een schakelprogramma aan te bieden. Maatwerk staat hierbij dus centraal. Om te
kunnen bepalen welke deficiënties iemand heeft, is het van belang dat de instroomvereisten
van de masteropleiding geconcretiseerd zijn. De universiteiten hebben hier reeds in
het Kader Toelating Master6 afspraken over gemaakt.
Bij deze roep ik de universiteiten op om conform deze lijn te handelen. Dit zou ook
moeten voorkomen dat gelijksoortige masteropleidingen bij bepaalde instellingen wel
en andere instellingen niet toegankelijk zijn voor personen met deficiënties, zoals
hbo-gediplomeerden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Indieners
-
Indiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.