Brief regering : 15e Voortgangsrapportage (VGR15) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 43
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2019
Hierbij bied ik u de 15e Voortgangsrapportage (VGR15) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 juli 2018 tot en met 31 december 2018.
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Wat eens
begon met terpen, is nu een netwerk van meer dan 22.500 kilometer dijken, dammen en
dijkrelicten. Dijken zijn de dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering
hebben grote invloed op de Nederlandse delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen,
versterken en onderhouden van dijken is daarom nooit klaar. In het HWBP-2 werken de
waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid en de inpassing van
de primaire dijk- en kustverbeteringen in de omgeving.
De inzet van innovatieve oplossingen binnen het HWBP-2 helpt de omgeving niet alleen
veiliger te maken, maar ondersteunt ook bij het opdoen van leer- en praktijkervaringen.
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 14e Voortgangsrapportage
Planning
Inmiddels voldoen 82 van de 87 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Op dit
moment bevinden de vijf resterende projecten zich in de realisatiefase. In de verslagperiode
zijn vier mijlpalen bereikt: drie projecten zijn opgeleverd en het laatste project
is van planfase naar realisatiefase gegaan. Daarmee gaat het HWBP-2 richting afronding.
De oplevering van het laatste project van het HWBP-2 is voorzien eind 2022. Daarmee
is ook de mijlpaal voor het einde van het programma verschoven van 2021 naar 2022,
aangezien dan het laatste project wordt opgeleverd.
Het onderzoek naar de milieueffecten van thermisch gereinigde grond bij het project
Eemdijk en zuidelijke Randmeren loopt nog. De resultaten van het onderzoek, die komende
verslagperiode verwacht worden, moeten duidelijk maken welke eindbestemming (storten,
dan wel reinigen en hergebruiken) voor welk deel van de TGG beschikbaar of noodzakelijk
is.
Ook het onderzoek naar de bestendigheid van nieuwe verlijming bij het project Waddenzeedijk
Friese Kust (elastocoast) loopt nog gedurende het stormseizoen 2018 – 2019. Deze resultaten
worden ook komende verslagperiode verwacht.
Risico’s
De huidige risico’s van het HWBP-2 met de grootste impact in tijd en geld bevinden
zich bij de grotere en vaak complexe projecten die momenteel in de realisatiefase
zitten. Hiervoor worden, conform systematiek binnen het HWBP-2, risicoreserveringen
op zowel project- als programmaniveau aangehouden.
In de verslagperiode heeft een actualisatie plaatsgevonden van de financiële waarde
van de risico’s. De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau is
in de verslagperiode met € 24 miljoen afgenomen van € 109 miljoen naar € 85 miljoen.
De belangrijkste oorzaak is dat door het verstrekken van de laatste subsidiebeschikking
het risico van een duurdere beschikking is vrijgevallen. De totale financiële waarde
van zowel de risico’s op programmaniveau als in de projecten is in de rapportageperiode
met € 35 miljoen afgenomen. De totale risicoreservering bedraagt op 31 december 2018
€ 216 miljoen.
Financiën
Het actuele programmabudget is met € 13 miljoen toegenomen tot een totaal van € 2.651
miljoen. Deze wijziging betreft de doorwerking van de indexering naar prijspeil 2018.
De actuele programmaraming is in de huidige verslagperiode toegenomen met € 25 miljoen
en bedraagt in totaal € 2.700 miljoen. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt
door de actualisatie van projectramingen en het beschikken van het laatste project,
waarbij bijkomende omgevingseisen, resultaten Dijken op Veen en de nieuwe normering
de belangrijkste redenen voor de stijging van de raming zijn.
Het verschil tussen de programmaraming en het programmabudget bedraagt momenteel € 49
miljoen. Ten tijde van VGR 14 was dit € 37 miljoen. Op dit moment blijft de spanning
tussen programmaraming en programmabudget gedurende de realisatieperiode van het programma
nog binnen de bandbreedte van de totale risicoreservering. Hiermee lijkt dit verschil
oplosbaar, maar het risico dat het programma niet geheel binnen het HWBP2 budget te
realiseren is, blijft aanwezig. Ik zal u hierover bij iedere Voortgangsrapportage
blijven informeren.
Scope
In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Aansluitend op de verslagperiode is bekend geworden dat er acht beroepen zijn binnengekomen
en twee verzoeken tot een voorlopige voorziening zijn aangevraagd voor het project
Markermeerdijken. De behandeling van de verzoeken om voorlopige voorzieningen heeft
plaatsgevonden op 19 februari 2019. Op 1 maart 2019 zijn deze verzoeken door de Raad
van State afgewezen. Dit betekent dat gestart kan worden met de voorbereidende en
omkeerbare werkzaamheden van de dijkversterking. De behandeling van de bodemprocedure
vindt in de tweede helft van dit jaar plaats. Afhankelijk daarvan worden het Projectplan
Waterwet en de bijbehorende vergunningen onherroepelijk.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.