Brief regering : Reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) januari 2019
33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg
X/ Nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2019
Bij brief d.d. 24 januari heeft u mij, namens de delegatie van beide Kamers der Staten-Generaal,
gevraagd om een schriftelijke kabinetsreactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair
Koninkrijksoverleg (IPKO). Het IPKO heeft plaatsgevonden van 8 tot en met 11 januari
jl. te Sint Maarten. Daarbij wordt in uw brief verslag gedaan van de bezoeken aan
Saba en Sint Eustatius. De delegatie bestond uit een groot aantal leden van de Eerste
en Tweede Kamer. Ik wil u bedanken voor uw betrokkenheid en de brief waarin u verslag
uitbrengt.
Tijdens het IPKO zijn zes thematische onderwerpen door de parlementaire commissies
besproken. Op een aantal afspraken wil ik graag reflecteren. Daar waar het de nadere
rapportages in de samenwerking over de ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) betreft
onderschrijf ik het belang van praktische samenwerking en het aanbrengen van focus.
Het is mijn overtuiging dat scherpere keuzes ook leiden tot een groter effect.
De zorgen die tijdens het IPKO geuit zijn aangaande Venezuela, zijn op dit moment
onverminderd aanwezig. Er is frequent contact over dit onderwerp tussen de landen
in het Koninkrijk, en ook met het openbaar lichaam Bonaire, om de uitdagingen nu en
in de toekomst het hoofd te bieden. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwgezet
en heeft hierover ook veelvuldig contact met uw Kamer. Zo heb ik uw Kamer op 13 februari
jl. mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid via de beantwoording
van Kamervragen van de leden Groothuizen, Diertens en Bouali (allen D66) geïnformeerd
over de Venezolaanse vluchtelingenproblematiek en de Nederlandse rol in de opvang
van migranten.1 Op 22 februari jl. heb ik uw Kamer tevens mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken, de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
geïnformeerd over de grenssluiting met Venezuela en de ondersteuning die Nederland
heeft toegezegd aan Aruba en Curaçao in reactie op de recente bijstandsverzoeken van
beide regeringen.2
Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de gedachtewisseling en de beknopt weergegeven
zienswijzen van de delegaties over de consensus Rijkswetgeving en de Rijkswet Geschillenregeling.
Deze passages geven mijns inziens op dit moment geen aanleiding tot nadere reactie,
gezien de lopende wetsbehandeling.
Ik ben verheugd over de uitkomsten van de gesprekken over verkiezingswaarneming en
dat ervoor geopteerd wordt om dit op structurele basis vorm te geven én dat Statenleden
daar onderdeel van worden. Dit sluit aan bij de wijze waarop de verkiezingswaarneming
op Sint Maarten en Curaçao vormgegeven zijn, met participatie van Statenleden in de
waarnemingsmissie van de vier landen van het Koninkrijk. Het belang van waarnemingsmissies
onderschrijf ik, omdat het bijdraagt aan een eerlijk verkiezingsproces en een legitimatie
van de verkiezingsuitslag. Om die reden heeft mijn ministerie gefaciliteerd in de
genoemde onafhankelijke waarnemingsmissies, zoals dat nu ook gebeurt bij de eilandsraadsverkiezingen
van Bonaire en Saba. Ik zie ernaar uit om de samenwerking op dit punt verder vorm
te geven.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties