Brief regering : Reactie op herhaald verzoek commissie inzake NS-onderzoeksrapporten grondverkoop
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 825 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2019
Tijdens de procedurevergadering van 20 februari 2019 heeft de commissie voor Infrastructuur
en Waterstaat gesproken over onderzoeksrapporten in handen van NS inzake grondverkoop.
De commissie heeft kennisgenomen van de brief van NS d.d. 5 februari 2019 en van mijn
brief, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, d.d. 15 februari
2019 (Kamerstuk 29 984, nr. 815). In die brieven is het aanbod van NS opgenomen om twee rapporten vertrouwelijk ter
inzage te leggen bij de griffie van uw Kamer conform de regeling inzake vertrouwelijke
stukken. De commissie geeft aan dat deze regeling niet van toepassing is op stukken
van derden en verzoekt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en mij
de onderzoeksrapporten in handen van NS met uw Kamer te delen. Mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat reageer ik hierbij op uw verzoek.
Onderzoek van NS
NS heeft in 2010 en 2014 grondportefeuilles verkocht aan respectievelijk Waalstede
Vastgoed (moedermaatschappij van RailSide) en De Groot Achterveld Advies en Beheer
B.V. (met als rechtsopvolger Bakkhe Vastgoed). In februari 2015 meldde de koper van
de grondportefeuille uit 2010 bij NS dat er mogelijk onregelmatigheden hadden plaatsgevonden
bij de verkoop van de grondportefeuille uit 2014. NS heeft hierop bedrijfsvertrouwelijk
onderzoek laten uitvoeren naar de verkoop van de beide grondportefeuilles. In 2017
is dit onderzoek afgerond. NS heeft de aandeelhouder datzelfde jaar mondeling laten
weten dat uit het onderzoek niet is gebleken dat zich bij het afstoten van de twee
grondportefeuilles omstandigheden hebben voorgedaan die in strijd zouden zijn met
binnen NS geldende procedures en/of wet- en regelgeving.
Verzoek van de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Op 19 december 2018 hebben de leden Laçin (SP), Schonis (D66) en Van Aalst (PVV) schriftelijke
vragen gesteld over de verkoop van deze grondportefeuilles. Daarnaast heeft de vaste
commissie voor Infrastructuur en Waterstaat op 23 januari 2019 de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat verzocht de onderzoeken van NS inzake grondverkoop
aan de Tweede Kamer te doen toekomen, in het kader van de beantwoording van de schriftelijke
vragen.
Zowel het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als mijn ministerie was niet
in het bezit van rapporten van NS over de verkoop van de grondportefeuilles. Voor
de beantwoording van de schriftelijke vragen heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat mede namens mij op 17 januari 2019 NS en ProRail gevraagd ons te informeren
over de feiten, omstandigheden en gemaakte afwegingen inzake de verkoop van gronden
door NS en de aankoop door ProRail van gronden, inclusief de communicatie hierover
tussen NS en ProRail. NS en ProRail hebben daarop een gezamenlijk feitenrelaas opgesteld.
NS heeft de belangrijkste uitkomsten van het interne onderzoek van NS daarin opgenomen.
Om tegemoet te komen aan het verzoek van uw commissie van 23 januari 2019, hebben
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en ik dit feitenrelaas uw Kamer
doen toekomen bij brief van 31 januari 2019 (Kamerstuk 29 984, nr. 814), samen met de beantwoording van de schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen II
2018/19, nrs. 1478, 1479 en 1480).
Op 6 februari 2019 heeft de commissie voor Infrastructuur en Waterstaat de Staatssecretaris
en mij per brief gevraagd de onderzoeksrapporten inzake de grondverkoop in bezit van
NS – al dan niet vertrouwelijk – te doen toekomen. NS heeft de Staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat en mij daarop laten weten uw Kamer de rapporten uit 2017
vertrouwelijk ter inzage aan te willen bieden. NS heeft de commissie voor Infrastructuur
en Waterstaat hier op 5 februari 2019 over geïnformeerd. In onze reactie van 15 februari
2019 (Kamerstuk 29 984, nr. 815) op uw brief verwezen wij naar dit aanbod van NS, omdat wij ook op dat moment niet
over rapporten van NS over dit onderwerp beschikten. Op 20 februari 2019 liet de commissie
ons weten dat een vertrouwelijke terinzagelegging zonder tussenkomst van de regering
vanuit staatsrechtelijk oogpunt onwenselijk is en herhaalde het verzoek alle rapporten
te verstrekken.
Inzage in onderzoeksrapporten NS
NS is een private onderneming, waarin de staat 100% van de aandelen houdt. De bevoegdheden
voor de raad van bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van
aandeelhouders zijn vastgelegd in het vennootschapsrecht en in de statuten van NS.
Alle interne onderzoeken die NS heeft uitgevoerd en adviezen die zij heeft ingewonnen
naar deze grondtransacties zijn een aangelegenheid van haar en de raad van bestuur
van NS. De aandeelhouder heeft geen formele bevoegdheid deze rapporten bij NS op te
eisen. Ook de concessieverlener heeft hier vanuit de concessieovereenkomst geen formele
bevoegdheid voor.
NS heeft echter aangegeven graag transparant te willen zijn richting de Tweede Kamer.
Daarom heeft NS naar aanleiding van het verzoek van uw commissie op 28 februari 2019
het onderzoeksrapport uit 2017 en het interne NS Audit Rapport aangeboden aan de aandeelhouder.
Deze rapporten geleid ik daarom bij deze door1, om tot 26 april 2019 vertrouwelijk in te zien conform het Reglement van orde van
de Tweede Kamer en de Regeling vertrouwelijke stukken.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën