Brief regering : Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 19 maart 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 1974 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2019
Hierbij bied ik de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 19 maart
2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD ALGEMENE ZAKEN IN ARTIKEL 50 SAMENSTELLING
VAN 19 MAART 2019
MFK
De Raad Algemene Zaken zal de voortgang bespreken in de onderhandelingen over het
EU Meerjarig Financieel Kader voor 2021–2027 (MFK). Op het moment van schrijven is
nog onduidelijk hoe het Roemeens Voorzitterschap deze discussie wil vormgeven. Er
zal als bekend ook een discussie over het MFK plaatsvinden tijdens de informele Raad
Algemene Zaken van 11/12 maart in Boekarest. Het verslag daarvan gaat u toe voorafgaand
aan het AO over de komende RAZ. Tijdens de RAZ van 19 februari jl. gaf het Voorzitterschap
aan twee doelstellingen te hebben (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1967). Allereerst wil het Voorzitterschap in de aanloop naar de Europese Raad van juni
a.s. op zowel technisch als politiek niveau het concept MFK-onderhandelingsdocument
(negotiating box) stroomlijnen en zo het aantal onderhandelingspunten verminderen. Het Voorzitterschap
heeft daarom de komende maand technische bijeenkomsten gepland om een aantal thema’s
nader te bespreken (o.a. flexibiliteit, conditionaliteiten, klimaat, eigen middelen,
migratie, landbouw en cohesie). Daarnaast is de doelstelling om verder te gaan met
de onderhandelingen van sectorale deelvoorstellen, om zo op een zo groot mogelijk
aantal van de voorstellen een triloog met het Europees parlement te starten. Uw Kamer
wordt over de voortgang van de sectorale voorstellen geïnformeerd in het kader van
de betreffende vakraden.
Het krachtenveld is onveranderd ten opzichte van de vorige Raad Algemene Zaken. Lidstaten
concentreren zich in dit stadium op het vormgeven van een onderhandelingsbasis die
voor hen de belangrijke elementen bevat. Nederland blijft met gelijkgezinden optrekken
om gedeelde belangen te vertalen naar concrete politieke signalen. Het kabinet streeft
een modern en financieel houdbaar MFK na, dat de lasten eerlijk verdeelt. Dit vereist
scherpe keuzes en bezuinigingen. De integraliteit van de MFK-onderhandelingen moet
behouden blijven. Horizontale onderwerpen kunnen niet los gezien worden van deelvoorstellen.
Voor het kabinet heeft het bereiken van een inhoudelijk goed akkoord prioriteit boven
snelheid. De kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349) en de relevante BNC-fiches vormen het kader voor de Nederlandse inzet.
Verordening Instrument voor Pretoetredingssteun (IPA III)
Het Voorzitterschap agendeert de Verordening Instrument voor Pretoetredingssteun (IPA
III) met het oog op het bereiken van een voorlopige algemene oriëntatie van de Raad
ter voorbereiding op de triloog met het Europees parlement. Uw Kamer ontving op 17 augustus
2018 het BNC-fiche ten aanzien van het Commissievoorstel (zie Kamerstuk 22 112, nr. 2684). Het kabinet heeft zich in de onderhandelingen in het bijzonder ingezet voor een
goede uitwerking van het principe dat prestaties centraal staan, inclusief de mogelijkheid
om het korten van pre-accessiefondsen te vergemakkelijken in uitbreidingslanden die
ondermaats presteren, verbetering van het strategisch kader met meer nadruk op flexibiliteit
en implementatie, en het stimuleren van hervormingen op het gebied van de rechtsstaat
en de fundamentele rechten. Daarbij heeft Nederland herhaaldelijk aandacht gevraagd
voor het meenemen van de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer over de effectiviteit
van de IPA-fondsen en de bevindingen van de midterm review in dit voorstel worden meegenomen.1
Het huidige voorstel komt in vergaande mate aan de Nederlandse inzet tegemoet. Onder
IPA III zullen Commissie en lidstaten jaarlijks besluiten over de fondsen. Zij zullen
dit doen op basis van zowel de voortgang in het hervormingsproces als de kwaliteit
van nieuwe voorstellen in het kader van het hervormingsproces; anders dan IPA II werkt
IPA III dus niet meer met gereserveerde fondsen per land. De voortgang op het gebied
van de rechtsstaat en de fundamentele rechten wordt daarbij expliciet meegewogen.
Conform de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer is conditionaliteit van de fondsen
op die manier stevig verankerd in de besluitvorming en kunnen fondsen strategischer,
doeltreffender en flexibeler worden ingezet. Nederland heeft met succes bepleit dat
teruggang of stagnatie ten aanzien van de rechtsstaat gevolgen zal hebben voor de
financiële steun aan een (potentiële) kandidaat-lidstaat en zal zich in de onderhandelingen
hiervoor blijven inzetten.
Voorbereiding Europese Raad 21-22 maart 2019
De Raad Algemene Zaken zal de agenda van de Europese Raad voorbereiden. De ontwerpconclusies
van de Europese Raad zijn op dit moment nog niet beschikbaar. De Nederlandse inzet
zal nader uiteen worden gezet in de geannoteerde agenda voor de Europese Raad.
De Europese Raad zal spreken over de huidige economische situatie en over de manier
waarop in een mondiaal uitdagende context het interne markt beleid, digitaal beleid,
industriebeleid en handel kunnen bijdragen aan het Europese concurrentievermogen.
De Europese Raad zal verder spreken over de prioriteiten voor het Europees Semester
2019 en de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone zal ter goedkeuring
voorliggen. Naar verwachting zal de Europese Raad er naar streven om conclusies aan
te nemen op deze onderwerpen. Het kabinet zet in op duurzame economische groei, versterking
van het concurrentievermogen en het creëren van welvaart en werkgelegenheid zoals
ook verwoord in de Staat van de Europese Unie 2019 (bijlage bij Kamerstuk 35 078, nr. 1). Tevens ziet Nederland graag conclusies die oproepen tot een nieuwe aanpak die is
gericht op meer integraal Europees digitaal beleid (Kamerstuk 21 501-33, nr. 742) en die zorgt voor betere implementatie en handhaving van interne markt regels en
de ondernemer en consument centraal stelt, zoals uiteengezet in de brief over de toekomst
van de Interne Markt die staatsecretaris Keijzer op 19 oktober aan uw Kamer stuurde
(Kamerstuk 22 112, nr. 2703).
Daarnaast komt tijdens de Europese Raad de langetermijnstrategie voor klimaat aan
bod, op basis van de mededeling van de Commissie van 28 november. Naar verwachting
zal de Europese Raad de toewijding aan de afspraken van de Overeenkomst van Parijs
onderstrepen, klimaatneutraliteit als doel geven, en de Raad van Ministers vragen
om gedegen voorbereiding voor besluitvorming eind 2019 en indiening van de Europese
langetermijnstrategie uiterlijk 2020. Het kabinet streeft met gelijkgestemde lidstaten
naar conclusies die vastleggen dat klimaatneutraliteit in 2050 bereikt moet worden
met het oog op het 1,5-gradenscenario van Parijs, en dat besluitvorming in de tweede
helft van 2019 moet plaatsvinden.
Ook zal worden gesproken over de EU-China relatie. De discussie dient mede als voorbereiding
op de EU-China Top die op 9 april in Brussel plaatsvindt. Het kabinet juicht het toe
dat er op het niveau van Europese leiders strategisch over de relatie met China wordt
gesproken. De standpunten van China – niet in de laatste plaats in relatie tot de
op regels gebaseerde multilaterale wereldorde – botsen steeds vaker met die van de
EU. Het kabinet zal daarom tijdens de RAZ en de ER het belang benadrukken dat de EU
richting China eensgezind en als waardengemeenschap optreedt. In aanloop zullen de
Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie met de lidstaten een analyse delen
met een stocktaking van de EU-China strategie uit 2016. Mede in het licht van de oproep van uw Kamer
een Europese China-strategie te bepleiten, verwelkomt het kabinet het verschijnen
van deze analyse. Een nadere bespiegeling op het EU-optreden vis-à-vis China komt
uw Kamer toe in de te verschijnen interdepartementale Chinanotitie.
De Europese Raad zal tot slot kennisnemen van het Voorzitterschapsrapport over de
interne en externe aspecten van desinformatie en in dat kader de bescherming van Europese
en nationale verkiezingen. Naar verwachting zal de Europese Raad oproepen om door
te gaan met de huidige inzet. Zij zal waarschijnlijk de Europese Commissie en EDEO
verzoeken om de implementatie van het actieplan voort te zetten. Het kabinet kan zich
hierin vinden, zoals ook is toegelicht in het bnc-fiche ten aanzien van het commissievoorstel
Actieplan Desinformatie (Kamerstuk 22 112, nr. 2760) en besproken tijdens het Algemeen Overleg desinformatie en digitale inmenging op
21 februari jl.
Europees Semester
De Europese Commissie heeft op woensdag 21 november 2018 de start van het Europees
Semester 2019 ingeluid met de publicatie van de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten
van de EU voor 2019 (Annual Growth Survey, AGS), het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme
(Alert Mechanism Report, AMR) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure
(MEOP) en het voorstel voor de aanbevelingen voor de coördinatie van het economisch
beleid van de lidstaten van de eurozone. Deze documenten zijn de afgelopen maanden
besproken in verschillende Raadsformaties. De Kamer is op 7 december per brief (Kamerbrief
21 501-20, nr. 1407) geïnformeerd over de inhoud van de Commissieanalyse en de appreciatie van het kabinet.
In de Raad Algemene Zaken zal worden gesproken over een nog te verschijnen synthese
rapport van het Voorzitterschap met een weergave van de besprekingen in de verschillende
Raadsformaties. Op 22 januari jl. zijn daarnaast de geamendeerde aanbevelingen voor
de coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten van de eurozone door de
Ecofin Raad goedgekeurd. De Raad Algemene Zaken zal deze aanbevelingen doorgeleiden
naar de Europese Raad ter bekrachtiging, waarna de Ecofin Raad de aanbevelingen formeel
zal aannemen.
Bijeenkomst inzake peerreviewmechanisme rechtsstatelijkheid
België en Duitsland zullen en marge van de Raad een bijeenkomst organiseren over een
peerreviewmechanisme inzake rechtsstatelijkheid, waarvoor de uitgangspunten ter goedkeuring
aan de lidstaten zullen worden voorgelegd. Nederland is er voorstander van om een
dergelijk mechanisme in het leven te roepen. Samen met de ministers van Justitie en
Veiligheid en Binnenlandse Zaken zal ik de Tweede Kamer hierover spoedig per brief
verder berichten.
Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling
De Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling (RAZ Artikel 50) zal de stand van
zaken met betrekking tot de terugtrekking van het VK uit de EU bespreken mede ter
voorbereiding op de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) van
21 maart 2019.
Op 27 februari 2019 stemde het Britse Lagerhuis over een motie van de regering van
Premier May en verschillende hierop door Lagerhuisleden ingediende amendementen. Tijdens
deze stemmingen zijn twee amendementen aangenomen. Het Costa-amendement verzoekt de
regering van Premier May om met de EU tot een akkoord te komen om gezamenlijk de burgerrechten,
als geregeld in het terugtrekkingsakkoord, te garanderen ongeacht de uitkomst van
de Brexit-onderhandelingen.
Het Cooper-amendement herhaalt de toezeggingen die Premier May deed op 26 februari
jl. en geeft de mogelijkheid om deze bindend te maken. Dit betekent dat het Britse
Lagerhuis zich uiterlijk op 12 maart 2019 tijdens een tweede meaningful vote zal kunnen uitspreken over goedkeuring van het terugtrekkingsakkoord en de politieke
verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen. Bij een negatieve uitslag
van deze meaningful vote zal de regering van Premier May het Britse Lagerhuis op 13 maart 2019 vragen of er
in dat geval steun is om op 30 maart 2019 zonder een terugtrekkingsakkoord uit de
EU te vertrekken. Wanneer ook voor dit voorstel geen meerderheid bestaat in het Britse
Lagerhuis zal de regering van Premier May op 14 maart 2019 het Lagerhuis vragen in
te stemmen met de indiening van een verzoek aan de EU27 om een verlenging van de artikel
50 VEU termijn.
De onderhandelaars van het VK en van de EU werken intussen verder langs drie sporen.
Ten eerste bespreken de onderhandelaars de mogelijkheden om het tijdelijke karakter
van de backstop voor de Ierse grens nader te verduidelijken zonder de tekst van het terugtrekkingsakkoord
aan te passen. Vertrekpunt daarbij is de briefwisseling tussen Premier May en voorzitters
Juncker en Tusk van half januari 2019. De mogelijkheid van een unilaterale exit uit
de backstop of een in de tijd gelimiteerde backstop is en blijft voor de EU27 onacceptabel. De backstop is het resultaat van de rode lijnen van het VK zelf om uit de interne markt en de
douane-unie te willen vertrekken en dient de vrede op het Ierse eiland en de bescherming
van Europese bedrijven en consumenten. In de tweede plaats zijn de onderhandelaars
in gesprek over welke rol «alternatieve regelingen» kunnen spelen in het vervangen
van de backstop. De daadwerkelijke besprekingen over zulke «alternatieve regelingen» kunnen pas plaatsvinden
tijdens de overgangsperiode en vergen daarmee inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord.
Ten slotte zijn de onderhandelaars in gesprek over mogelijkheden om aanpassingen te
maken aan de tekst van de politieke verklaring, met name ten aanzien van arbeids-
en milieustandaarden. De EU27 staat open voor meer ambitie in de politieke verklaring
zolang de EU-randvoorwaarden worden gerespecteerd.
De uitkomst van de meaningful vote op uiterlijk 12 maart 2019, alsook stemmingen die mogelijk daarop volgen afhankelijk
van de uitkomst van de meaningful vote, zijn bepalend voor de bespreking in de RAZ Artikel 50 op 19 maart 2019. Bij een
positieve uitslag van de meaningful vote zal de RAZ Artikel 50 het vervolg van de goedkeuringsprocedure van het terugtrekkingsakkoord
bespreken. Het VK kan in dat geval de tweede stap in zijn goedkeuringsprocedure starten,
te weten de parlementaire behandeling van de EU Withdrawal Agreement Bill (EWAB). Aan de zijde van de EU kan de RAZ Artikel 50 het terugtrekkingsakkoord sluiten
na goedkeuring van het Europees parlement. Bij een negatieve uitslag van de meaningful vote zal de RAZ Artikel 50 een mogelijk verzoek voor verlenging van de Artikel 50 VEU
termijn bespreken ter voorbereiding op de Europese Raad Artikel 50, die hierover met
eenparigheid van stemmen zal beslissen. Het kabinet zal een eventueel verzoek om verlenging
kunnen steunen als er tegelijkertijd ook uitzicht is op een oplossing en hecht daarbij
aan het behoud van de eenheid van de EU27. Uw Kamer ontvangt tijdens het Algemeen
Overleg op 14 maart 2019 voorafgaand aan de RAZ Artikel 50 van 19 maart 2019 meer
informatie over de stand van zaken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken