Brief regering : Brief Taskforce inzake Amsterdamse onderwijsinstelling
29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving
Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 maart 2019
Mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media (BVOM) informeer ik uw Kamer als volgt.
Onlangs bent u bij brief van 11 februari 2019 geïnformeerd over de aanpak van problematisch
gedragingen die op basis van ideologische of religieuze overtuigingen leiden tot actieve
onverdraagzaamheid, en – onder omstandigheden – het belemmeren van anderen in het
uitoefenen van hun grondwettelijke rechten en vrijheden.1 In dat kader is ook de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse
Financiering opgericht, bestaande uit afgevaardigden van het Ministerie van SZW, BZK
(incl. de AIVD), Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid (incl. de NCTV).
Zoals ik u ook op 26 februari jl. in de aanbiedingsbrief van het DTN 492 meldde, heeft iedereen het recht op vrijheid van religie of levensbeschouwing en
onderwijs. De vrijheid van onderwijs, neergelegd in artikel 23 van de Grondwet, wordt
begrensd door het strafrecht. Als er informatie voorhanden is waaruit kan worden afgeleid
dat het bevoegd gezag van een school deze grens overschrijdt, dan kan het Openbaar
Ministerie zelfstandig besluiten die informatie over strafbare feiten te onderzoeken
en indien de onderzoeksresultaten daartoe aanleiding geven, tot vervolging overgaan.
Het kabinet acht het niet de rol van de overheid om zich te mengen in religieuze of
levensbeschouwelijke discussies. Het kabinet ziet wel een rol voor zichzelf om de
verspreiding van onverdraagzaamheid en antidemocratisch gedachtengoed tegen te gaan
en groepen in de samenleving hiertegen weerbaarder te maken. De overheid wil actief
kunnen ingrijpen bij signalen dat er in onderwijs antidemocratische opvattingen en
een actieve afkeer van de Nederlandse samenleving worden verspreid of een parallelle
samenleving wordt aangeprezen die haaks staat op de waarden van de Nederlandse samenleving.
Anderhalf jaar geleden is een nieuwe onderwijsinstelling, onderdeel van Stichting
Islamitisch Onderwijs, gestart in Amsterdam. Bij de oprichting van deze school waren
er zowel bij de gemeente Amsterdam als op nationaal niveau ernstige zorgen over de
wijze waarop deze school invulling zou geven aan de burgerschapsopdracht, naar aanleiding
van uitspraken van het bestuur. Een recent signaal van de AIVD onderschrijft deze
eerdere zorg.
De Onderwijsinspectie heeft aangekondigd een lopend onderzoek van oktober 2018 voort
te zetten. Het inspectierapport van dit onderzoek is niet vastgesteld vanwege de hiervoor
genoemde signalen. De OCW wet- en regelgeving biedt op dit moment op basis van de
berichtgeving geen mogelijkheden om in te grijpen anders dan de reguliere inspectielijn.
Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft zullen alle wettelijke mogelijkheden
om in te grijpen worden overwogen.
Woensdag 6 maart heeft de inspectie onaangekondigd de school bezocht. Helaas heeft
de inspectie moeten vaststellen dat door de opstelling van de schoolleiding op dat
moment onderzoek op de school niet verantwoord was. Het onderzoek zal uiteraard wel
op zeer korte termijn worden voortgezet. Naar verwachting wordt de rapportage in juni
afgerond. De school heeft aangekondigd te overwegen om via een kort geding te willen
afdwingen dat het onderzoek niet wordt voortgezet, en dat een concept-rapport van
het onderzoek dat de inspectie uitvoerde in oktober 2018, vastgesteld zou moeten worden.
Naar aanleiding van het signaal van de AIVD over de school en een verzoek om handelingsperspectief
en uitgesproken zorg vanuit de gemeente Amsterdam is er in genoemde Taskforce voor
gekozen om specifieke informatie per brief met de burgemeester van Amsterdam te delen.
Gelet op het feit dat de inschrijvingsperiode voor middelbare scholen in Amsterdam
op 15 maart sluit was er de noodzaak om Amsterdam in staat te stellen toekomstige
middelbare scholieren en hun ouders/verzorgers hierover te informeren, zodat zij goed
geïnformeerd een weloverwogen schoolkeuze kunnen maken. U vindt de brief hierover
van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid aan burgemeester
Halsema in de bijlage3.
In de tussentijd blijft het kabinet zeer gemotiveerd antidemocratisch en anti-integratief
gedrag tegen te gaan binnen de mogelijkheden die de rechtsstaat ons biedt. Stap voor
stap wordt gewerkt aan handelingsperspectieven om dergelijk gedrag aan te pakken en
concrete maatregelen te (kunnen) nemen. We zullen uw Kamer (waar nodig vertrouwelijk)
blijven informeren over de ontwikkelingen in deze casus.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid