Brief regering : Stand van zaken inzake de Brexit en de Nederlandse voorbereidingen op het no deal Brexit scenario
23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie
Nr. 323
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2019
Hieronder treft u aan, op verzoek van de Vaste Kamercommissie van Europese Zaken d.d.
21 februari jl., een overzicht van de stand van zaken in de terugtrekking van het
VK uit de Europese Unie, en van de contingency planning voor een eventuele no deal Brexit.
Deze brief is een vervolg op de brief (Kamerstuk 23 987, nr. 304) die ik op 18 januari jl. aan uw Kamer stuurde.
Stand van zaken terugtrekking uit het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie
(verder Brexit)
Op 27 februari 2019 stemde het Britse Lagerhuis over een motie van de regering van
Premier May en verschillende hierop door Lagerhuisleden ingediende amendementen. Op
het moment van schrijven van deze brief waren de uitslagen van deze stemmingen nog
niet bekend. Uw Kamer ontvangt hierover bij een volgende gelegenheid meer informatie.
Op 26 februari 2019 legde Premier May in het Britse Lagerhuis verantwoording af voor
haar inspanningen om een meerderheid van het Britse Lagerhuis voor het terugtrekkingsakkoord
te winnen. Zij ging onder meer in op de gesprekken die de onderhandelaars van de EU
en het VK de afgelopen weken met elkaar hebben gevoerd.
Tijdens deze gesprekken hebben de onderhandelaars de mogelijkheden besproken om het
tijdelijke karakter van de backstop voor de Ierse grens nader te verduidelijken zonder de tekst van het terugtrekkingsakkoord
aan te passen. Vertrekpunt daarbij is de briefwisseling tussen Premier May en voorzitters
Juncker en Tusk van half januari 2019. De mogelijkheid van een unilaterale exit uit
de backstop of een in de tijd gelimiteerde backstop is en blijft voor de EU27 onacceptabel. De backstop is het resultaat van de rode lijnen van het VK zelf om uit de interne markt en de
douane-unie te willen vertrekken en dient de vrede op het Ierse eiland en de bescherming
van Europese bedrijven en consumenten.
Daarnaast zijn de onderhandelaars in gesprek over welke rol «alternatieve regelingen»
kunnen spelen in het vervangen van de backstop. De daadwerkelijke besprekingen over zulke «alternatieve regelingen» kunnen pas plaatsvinden
tijdens de overgangsperiode en vergen daarmee inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord.
Ten slotte zijn de onderhandelaars in gesprek over mogelijkheden om aanpassingen te
maken aan de tekst van de politieke verklaring. Concrete tekstvoorstellen ontbreken
vooralsnog, maar de aanpassingen zouden moeten zien op een verdere bevestiging van
de gedeelde ambitie om tijdig een akkoord over de toekomstige relatie te bereiken
en van het belang van arbeidsstandaarden en milieustandaarden. De EU27 staat open
voor meer ambitie in de politieke verklaring zolang de EU-randvoorwaarden worden gerespecteerd.
Premier May zegde in haar verklaring op 26 februari 2019 toe dat het Britse Lagerhuis
zich uiterlijk op 12 maart 2019 tijdens een tweede meaningful vote zal kunnen uitspreken over goedkeuring van het terugtrekkingsakkoord en de politieke
verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen. Bij een negatieve uitslag
tijdens deze meaningful vote zal de regering van Premier May het Lagerhuis op 13 maart 2019 vragen of er in dat
geval steun is om op 30 maart 2019 zonder een terugtrekkingsakkoord uit de EU te vertrekken.
Wanneer ook voor dit voorstel geen meerderheid bestaat in het Britse Lagerhuis zal
de regering van Premier May op 14 maart 2019 het Lagerhuis vragen in te stemmen met
een korte verlenging van de artikel 50 VEU termijn.
Indien de regering van Premier May een verzoek zou indienen tot verlenging van de
artikel 50 VEU termijn zal de EU27 dit verzoek in overweging nemen en zal de Europese
Raad hierover met unanimiteit beslissen. Het kabinet staat welwillend tegenover een
eventueel verzoek om verlenging als er tegelijkertijd ook uitzicht is op een oplossing.
Iedere vertraging betekent dat de onzekerheid voor alle betrokkenen verder voortduurt.
Bij een positieve uitslag tijdens de aangekondigde meaningful vote zal het VK de tweede stap in de goedkeuringsprocedure kunnen starten, te weten de
parlementaire behandeling van de EU Withdrawal Agreement Bill (EWAB). Ook de EU27 zal in dat geval haar eigen goedkeuringsprocedure nog moeten
afronden. Op 11 januari 2019 werd reeds het concept-Raadsbesluit tot sluiting aan
het Europees Parlement voorgelegd ter goedkeuring. Zonder verlenging van de artikel
50 VEU termijn is de laatste mogelijkheid voor het Europees Parlement om zijn goedkeuring
aan het terugtrekkingsakkoord te geven de plenaire vergadering van 25–28 maart 2019.
Na goedkeuring van het Europees Parlement zal de Raad het terugtrekkingsakkoord kunnen
sluiten, waarmee de procedure aan de zijde van de EU zal kunnen worden afgerond.
Stand van zaken contingency planning
Het kabinet blijft zich voorbereiden op alle scenario’s, inclusief het no deal scenario.
Als bijlage (1) treft u een overzicht aan van de brieven die sinds de laatste stand-van-zakenbrief
van 18 januari jl. (Kamerstuk 23 987, nr. 304) aan de Kamer zijn verzonden over no deal contingency planning.
Het kabinet zond u op 22 februari jl. een overzicht van gevolgen en maatregelen voor
een no deal Brexit, naar aanleiding van de motie van de leden Omtzigt/Van der Graaf over het online
plaatsen van alle Brexitplannen (link naar overzicht, Kamerstuk 35 084, nr. 21). Dit overzicht biedt op hoofdlijnen, en met doorverwijzingen via weblinks, informatie
over contingency maatregelen op de terreinen van burgers, zorg, logistiek en transport, grenscontroleprocessen,
veiligheid en dataverkeer, handel en markttoegang en een aantal andere economische
onderwerpen.
Het kabinet blijft zich tot het uiterste inspannen om alle voorzienbare gevolgen zo
goed mogelijk op te vangen, maar het is onvermijdelijk dat het ongewenste no deal scenario gepaard zal gaan met verstoringen en problemen. Niet alle inspanningen kunnen,
zoals eerder benadrukt, van de rijksoverheid komen. Het kabinet is daarom verheugd
dat ook medeoverheden, burgers, het bedrijfsleven, zorginstellingen en maatschappelijke
organisaties zich in toenemende mate bewust zijn van hun eigen verantwoordelijkheid
en daarom ook meer activiteiten en actie ondernemen om zich voor te bereiden op een
no deal scenario Brexit.
Uitvoering EU-contingency planning
De Europese Commissie bezocht Nederland op 7 februari jl. op hoog-ambtelijk niveau
in het kader van de contingency voorbereidingen. Tijdens dit bezoek werd uw Kamer in een technische briefing geïnformeerd
over de contingency voorbereidingen van de Commissie, en werd een toelichting gegeven op de wetgevende
handelingen die in de Mededeling over de implementatie van het Contingency actieplan (COM (2018) 890) waren aangekondigd. Een overzicht van de wetgevende handelingen
die in de Mededeling zijn genoemd en die daarna nog zijn uitgebracht treft u in bijlage
(2) aan. De delegatie constateerde ook dat Nederland op schema loopt wat betreft de
voorbereidingen op het no deal Brexit scenario.
Nederland wisselt informatie uit met andere EU-27-lidstaten over de voorbereidingen
op het no deal scenario. Zulk overleg vond op ambtelijk niveau eerder plaats met Duitsland en Ierland,
en op 25 februari jl. is met Vlaanderen informatie uitgewisseld over wederzijdse contingency maatregelen. Half maart volgt nog een uitwisseling met Frankrijk.
Scenario-ontwikkeling en intervisie
Eind januari is ten behoeve van scenario-ontwikkeling in het kader van crisisbeheersing
op hoog-ambtelijk niveau gezamenlijk met de nationale crisisstructuur geoefend. In
een tweetal dilemma-sessies werd op basis van fictieve scenario’s gesproken over dilemma’s
met betrekking tot verantwoordelijkheden, bevoegdheden, inhoudelijke tegenstrijdigheden
en publieke opinie. De sessie bevestigde dat een multidisciplinaire aanpak nodig zal
zijn in het geval in het kader van Brexit zal moeten worden opgeschaald in de nationale
crisisstructuur. Ook werd bevestigd dat naast de inhoudelijke voorbereidingen op een
eventueel no deal scenario, aandacht voor specifieke crisisvoorbereiding nodig is. Voorbereidingen daartoe
waren reeds getroffen, bijvoorbeeld ten aanzien van het delen van procedures met betrekking
tot opschaling in de nationale crisisstructuur, het delen van informatie en het opfrissen
van de vergadersystematiek.
Communicatie
Het kabinet blijft zich actief inzetten om betrokkenen – medeoverheden, burgers, bedrijfsleven,
maatschappelijke organisaties, instellingen en uitvoerders – te informeren over het
belang van het treffen van voorbereidingen op de terugtrekking van het VK uit de EU,
inclusief op het no deal scenario. Zo werd op 28 januari jl. een nationale multimediale campagne ingezet om
betrokkenen te informeren over de verschillende informatiekanalen en instrumenten
die de rijksoverheid biedt. De intensivering van de mediacampagne met het blauwe Brexit-karakter
heeft tot stijging van het aantal Brexit Impact Scans met meer dan 15.000 geleid (inmiddels
73.000 keer ingevuld). De beschikbare informatie op rijksoverheid.nl is uitgebreid
met groot een aantal Vragen & Antwoorden (Q&A’s). Hier wordt nu ook ingegaan op de
gevolgen van een no deal scenario. De eerdergenoemde online Brexit-plannen zijn ook te vinden op Brexitloket.nl
en rijksoverheid.nl.
Tevens intensiveren ministeries en hun uitvoeringsorganisaties de no deal communicatie naar specifieke doelgroepen door middel van o.a. Vragen en Antwoorden
op websites van uitvoeringsorganisaties en gepersonaliseerde brieven. Deze brieven
informeren geadresseerden over de mogelijke gevolgen van een no deal scenario en de instrumenten die de rijksoverheid aanbiedt ter voorbereiding. Zo stuurde
de Douane brieven naar ondernemers, OCW-brieven naar onderwijsinstellingen en stuurt
BZK-brieven naar gemeenten.
Daarnaast organiseert de rijksoverheid (i.s.m. (private) partners) ook verschillende
stakeholderbijeenkomsten om betrokkenen te informeren over de laatste stand van zaken
van de onderhandelingen en voorbereidingen op een no deal scenario. Zo heeft BZK een bijeenkomst georganiseerd voor medeoverheden en uitvoeringsorganisaties,
houdt VNO-NCW reguliere bijeenkomsten met ondernemers met aansluiting van betrokken
departementen, organiseert VWS begin maart wederom een stakeholdersbijeenkomst en
bereidt ook IenW (i.s.m. Douane) een stakeholderbijeenkomst medio maart voor.
Ook de Europese Commissie intensiveert haar communicatie naar stakeholders met o.a.
een website, checklist en Q&A’s.1 Deze communicatie is in het bijzonder gericht op (MKB-)bedrijven die te maken krijgen
met Douane en BTW formaliteiten.
Bedrijfsvoering rijksoverheid
De Brexit Impact Scan voor medeoverheden is uitgebreid met enkele specifiek voor de
rijksoverheid relevante elementen. In diverse fora voor Rijksbreed bedrijfsvoeringsoverleg
is door BZK aandacht besteed aan de voorbereidingen op een no deal scenario.
Wetgeving
De Verzamelwet Brexit is door de Tweede Kamer aangenomen en ligt nu ter behandeling
in de Eerste Kamer. Op 12 februari heeft een technische briefing over de Verzamelwet
Brexit in de Eerste Kamer plaats gevonden. De datum van behandeling is nog niet bekend.
Uw Kamer ontving eerder een overzicht van alle algemene maatregelen van bestuur (Kamerstuk
35 084, nr. 32) die in relatie tot Brexit in voorbereiding zijn. Zodra de procedure voor deze amvb’s
is afgerond, zullen deze in het Staatsblad worden gepubliceerd.
Specifieke onderwerpen
Verlenen van beleggingsdiensten en verrichten beleggingsactiviteiten
Op 4 februari jl. is een ministeriële regeling gepubliceerd, die vastlegt dat indien
er geen terugtrekkingsakkoord is, een tijdelijke vrijstelling (tot 1 januari 2021)
zal gelden. Deze vrijstelling eindigt in ieder geval twee jaar nadat deze van toepassing
is geworden. Met deze tijdelijke maatregel wordt voorkomen dat als gevolg van de terugtrekking
van het VK uit de EU de continuïteit van de dienstverlening (vanuit het VK) aan Nederlandse
marktpartijen in gevaar zou kunnen komen en worden deze marktpartijen tevens in de
gelegenheid gesteld om adequate maatregelen voor de toekomst te treffen.
Fiscaal overgangsrecht
Op 5 februari jl. heeft de Staatssecretaris van Financiën uw Kamer geïnformeerd over
het fiscaal overgangsrecht in het geval van een no deal scenario (Kamerstuk 31 066, nr. 454).
Commissievoorstel EU-budget
Op 15 februari jl. ontving uw kamer ook de kabinetsappreciatie van het commissievoorstel
over de EU-begroting in geval van een no deal (Kamerstuk 23 987, nr. 317).
Erkenning beroepskwalificaties
Zowel in het geval van een deal als in het geval van een no deal blijft een reeds in Nederland erkende beroepskwalificatie in het kader van vestiging
rechtsgeldig voor de uitoefening van een gereglementeerd beroep in Nederland. Dit
verandert niet door de uittreding van het VK uit de EU. Aanvragen die vóór de datum
waarop het VK de EU verlaat zijn ingediend maar nog niet zijn afgehandeld, zullen
waar mogelijk volgens de «oude» regels worden behandeld. Voor nieuwe aanvragen geldt
dat beroepskwalificaties behaald in het VK in het geval van een no deal beschouwd worden als een in een derde land (buiten de EER) behaalde kwalificatie
wat gevolgen kan hebben voor de te volgen procedure bij aanvragen tot erkenning. Voor
elke beroepsgroep verloopt de informatievoorziening over de te volgen procedures via
de bevoegde autoriteit, zoals bijvoorbeeld het CIBG voor medische beroepen en het
Bureau Architectenregister voor architecten.
Commissievoorstel Erasmus+
Op 15 februari jl. ontving uw Kamer ook de kabinetsappreciatie van het commissievoorstel
over contingency maatregelen omtrent het voortzetten van activiteiten gericht op leermobiliteit uit
het programma Erasmus+ in geval van een no deal (Kamerstuk 22 112, nr. 2770).
Sociale zekerheid en Commissievoorstel coördinatie sociale zekerheid
Op 15 februari jl. ontving uw Kamer een brief van de Minister van Sociale Zekerheid
en Werkgelegenheid over de invulling van de fatsoenlijke oplossing voor sociale zekerheid
in het geval van een no deal scenario (Kamerstuk 23 987, nr. 315). Deze fatsoenlijke oplossing is in lijn met de het commissievoorstel over contingency maatregelen op het terrein van de coördinatie van sociale zekerheid in geval van
een no deal, waar uw Kamer tegelijkertijd over is geïnformeerd (Kamerstuk 23 987, nr. 316). Tevens biedt deze fatsoenlijke oplossing op onderdelen extra zekerheden voor uitkeringsgerechtigden.
Genees- en medische hulpmiddelen
Op 6 februari jl. stuurde de Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) een brief
met de voortgang rondom de voorbereidingen op een no deal scenario in de gezondheidszorg (kamerstuk 23 987, nr. 311). Voorts meldde de Minister voor Medische Zorg en Sport op 14 februari jl. in reactie
op de motie Omtzigt/Van den Berg dat uw Kamer medio maart wederom nader zal worden
geïnformeerd over de vorderingen en recente (Europese) ontwikkelingen op het terrein
van genees- en hulpmiddelen (Kamerstuk 23 987, nr. 314). Een besloten technische briefing aan de Vaste Kamercommissie VWS hierover zal eveneens
op korte termijn plaatsvinden.
Interne veiligheid
Uw Kamer is op 18 januari jl. geïnformeerd over de gevolgen van de verschillende Brexit
scenario’s voor het terrein van Justitie en Veiligheid en hoe daar op wordt geanticipeerd
(Kamerstuk 23 987, nr. 302). Daarnaast zal uw Kamer, conform de toezegging aan de vaste commissie voor Justitie
en Veiligheid tijdens het AO JBZ van 6 februari jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 540), in de tweede helft van maart een besloten technische briefing ontvangen inzake
de gevolgen van Brexit op het terrein van Justitie en Veiligheid, in het bijzonder
voor wat betreft politiesamenwerking en gegevensuitwisseling.
Belastingdienst en Douane
In de stand van zaken brief over de Nederlandse contingency planning d.d. 18 januari is uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over de voorbereidingen van de
Douane op een no deal scenario. Ook heeft het kabinet op 21 januari Kamervragen beantwoord n.a.v. rapporten
van de Algemene Rekenkamer en een extern adviesbureau over de voorbereidingen van
de Douane (Kamerstuk 31 934, nrs. 19 en 20).
De Douane heeft daarnaast een brief gestuurd naar ruim 72.000 Nederlandse bedrijven
die (mogelijk) geraakt worden door de Brexit. Dit zijn zowel importerende als exporterende
bedrijven, waarvan een deel van de bedrijven voor het eerst in aanraking komt met
douaneformaliteiten. In de brief worden bedrijven geïnformeerd over de voorbereidingen
die zij op douanegebied moeten treffen. Daarbij gaat het in ieder geval om de aanvraag
van een eori-nummer, waarmee een bedrijf zaken kan (laten) doen met de Douane. Daarnaast
worden bedrijven geïnformeerd over onder andere het inschakelen van een douane-expediteur
of, als het bedrijf zelf aangifte doet, het in orde maken van de benodigde software.
De Douane ziet geen significante zichtbare toename in het aantal bedrijven dat zich
bij de Douane meldt. De Douane vraagt daarom, ook naast deze brief, op alle mogelijke
plekken de aandacht van het bedrijfsleven om zich voor te bereiden op de Brexit.
Daarnaast heeft de Belastingdienst begin januari een brief gestuurd naar bijna 26.000
ondernemers. In de brief worden de ondernemers geïnformeerd over het aanvragen van
een vergunning artikel 23 omzetbelasting. Met die vergunning wordt het mogelijk om
de btw niet aan de grens te hoeven betalen, maar te verleggen naar de aangifte van
de omzetbelasting. De Belastingdienst heeft per 25 februari jl. bijna 13.000 aanvragen
ontvangen. Begin februari is actief contact gezocht met grote ondernemingen met groot
invoervolume vanuit het VK die nog geen aanvraag hebben gedaan. Ditzelfde is gebeurd
voor de »grootste» 200 midden- en kleinbedrijven die nog geen aanvraag hebben ingediend.
Via berichten op www.belastingdienst.nl/brexit, www.brexitloket.nl en het forum Fiscaal Dienstverleners wordt actief aandacht besteed aan het belang
van het tijdig aanvragen van een vergunning artikel 23 omzetbelasting. De aanvragen
die reeds in behandeling zijn ontvangen vóór 30 maart a.s. een reactie van de Belastingdienst.
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Uw Kamer is op 29 januari jl. (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1320) geïnformeerd over de voorbereidingen van de NVWA.
Inspectieposten import levende dieren
Zoals het kabinet in antwoord op de Kamervragen van de leden Geurts, Omtzigt, Lodders,
Bisschop en Van Rooijen, over een keurpunt voor levend vee voor de Brexit en de extra
capaciteit bij de NVWA (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1690), heeft aangegeven, heeft de NVWA aanvragen van het bedrijfsleven voor inspectieposten
voor de import van levende dieren in de Europese Unie ontvangen. Deze aanvragen zijn
binnen de deadline van 15 februari 2019 naar de Europese Commissie gestuurd. Hiermee
kunnen de aanvragen tijdig door de Europese Commissie in behandeling worden genomen,
met het oog op stemming door de lidstaten in een Standing Committee voor 29 maart
2019. Of de inspectieposten tijdig ingericht zijn, is afhankelijk van deze stemming
en of het bedrijfsleven de inspectieposten ook daadwerkelijk realiseert.
Luchtvaart, wegtransport
Uw Kamer is bij brief van 6 februari jl. geïnformeerd over de stand van zaken op het
gebied van luchtvaart en wegtransport (Kamerstuk 23 987, nr. 313). In aanvulling daarop kan ik melden dat delegaties van het Europees Parlement, de
Raad en de Europese Commissie in de triloog-fase op 19 februari j.l. een voorlopig
akkoord hebben bereikt over tijdelijke maatregelen om basisconnectiviteit luchtvervoer
in geval van een no deal Brexit te waarborgen.
Als onderdeel van het Contingency Action Plan heeft de Europese Commissie opgenomen
dat ze ervoor zal zorgen dat het VK ook bij een harde no deal Brexit onderdeel mag blijven van het One Stop Securitysysteem (OSS-systeem). De Commissie
heeft inmiddels een voorstel gedaan het VK toe te voegen aan de landen die onderdeel
uitmaken van het OSS-systeem.
Daarnaast is op 26 februari ook voor wegtransport een voorlopig akkoord bereikt in
de triloog over de verordening met Brexit contingency maatregelen wegvervoer in het geval van no deal. Hiermee kunnen vervoerders uit het VK ook na 29 maart a.s. nog beroepsvervoer op
de EU verrichten (looptijd t/m 31 december 2019). Ook busvervoer blijft door deze
verordening de rest van dit jaar mogelijk. Beide verordeningen bevatten bepalingen
van wederkerigheid waarbij het VK vergelijkbare regelgeving moet aannemen voor de
EU.
Ferryterminals
Uw Kamer is bij brief van 6 februari jl. tevens geïnformeerd over de Brexit Transport
Tafel, ingericht om congestie rond ferry locaties zo veel mogelijk te voorkomen (Kamerstuk
23 987, nr. 313). De bestuurlijke regietafel is op 8/2 en 22/2 bijeen geweest. Gesproken is over
de gezamenlijke verantwoordelijkheid die betrokkenen hebben om zo veel als mogelijk
te voorkomen dat een no deal Brexit tot congestie leidt rondom de ferryhavens. Daarnaast is uw Kamer in bij brief
van 6 februari jl. geïnformeerd over de uitkomsten van de quickscan naar de voorbereidingen
op een no deal Brexit in de mainport Rotterdam en meer specifiek naar de risico’s die zich in de
goederentransportketen kunnen voordoen. De onderzoekers concludeerden dat de voornaamste
risico’s van een no deal Brexit voor de mainport Rotterdam zowel bij het Rijk als de overige partijen goed
in beeld zijn.
Spoor
Op 12 februari jl. heeft de Commissie een wetgevend voorstel uitgebracht dat ertoe
strekt dat in geval van een no deal Brexit het treinverkeer tussen het VK en EU – het gaat hierbij met name om de Kanaaltunnel
– kan worden voortgezet (COM (2019)88). Het voorstel behelst dat de veiligheidscertificaten
voor bepaalde delen van de railinfrastructuur nog geldig blijven voor een extra termijn
van 3 maanden zodat op basis hiervan het treinverkeer gedurende deze periode veilig
kan worden voortgezet op voorwaarde evenwel dat het Verenigd Koninkrijk dezelfde veiligheidsstandaarden
als de EU blijft hanteren. De voorgestelde verordening volgt de gewone wetgevingsprocedure.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Bijlage 1: Overzicht Kamerbrieven verzonden sinds 18 januari 2019
Datum
Type
Titel
Kamerstuk
Ministerie
18-01-2019
Kamervragen
Antwoord op vragen van het lid Wörsdörfer over het bericht dat ondernemers schrikken
van de Brexit
Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1229
EZK
18-01-2019
Brief
Reactie op verzoek commissie over de gevolgen van de verschillende Brexit-scenario’s
voor het terrein van Justitie en Veiligheid en hoe daar op wordt geanticipeerd
Kamerstuk 23 987-302
JenV
18-01-2019
Brief
Overzicht van de laatste stand van zaken van de ontwikkelingen over de Brexit, inclusief
de stand van zaken van de nationale voorbereidingen voor de terugtrekking van het
VK uit de Europese Unie (contingency planning en preparedness)
Kamerstuk 23 987-304
BZ
18-01-2019
Brief
Fiche: Mededeling over de uitvoering van het EU Contingency Action Plan Brexit
Kamerstuk 22 112-2753
BZ
21-01-2019
Kamervragen
Beantwoording vragen commissie over het EY Rapport Voorbereiding Douane Brexit
Kamerstuk 31 934-19
Fin
21-01-2019
Kamervragen
Verslag van een schriftelijk overleg over het rapport van de Algemene Rekenkamer «Brexit,
voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane
Kamerstuk 31 934-20
Fin
23-01-2019
Kamervragen
Antwoord op vragen van de leden Geurts en Omtzigt over het op tijd inrichten van een
keurpunt voor levende dieren voor export naar het Verenigd Koninkrijk in verband met
een eventuele harde Brexit
Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1262
LNV
24-01-2019
Brief
Beantwoording van vragen gesteld tijdens het Algemeen Overleg Brexit van 23 januari
2019 (rijbewijzen)
Kamerstuk 23 987-307
IenW
24-01-2019
Brief
Beantwoording visserijvragen gesteld tijdens AO Brexit op 23 januari 2019
Kamerstuk 23 987-306
LNV
28-01-2019
Brief
Reactie op de motie van het lid Omtzigt over een extra geldigheidsduur voor de Britse
rijbewijzen van Nederlandse chauffeurs
Kamerstuk 35 084-30
IenW
29-01-2019
Kamervragen
Antwoord op vragen van de leden Lodders en Weverling over de voorbereiding op de brexit
door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1320
LNV
31-01-2019
Brief
Impactanalyse Brexit voor de Belastingdienst niet-Douane en validatierapport EY
Kamerstuk:
31 066-452
Fin
04-02-2019
Brief
Nieuwe commissievoorstellen voor noodmaatregelen visserijsector bij no deal Brexit
Kamerstuk: 23 987-310
LNV
05-02-2019
Brief
Fiscaal overgangsrecht ingeval van een terugtrekking van het VK uit de EU zonder terugtrekkingsovereenkomst
Kamerstuk:
31 066-454
Fin
05-02-2019
Brief
Toezegging toezending overzicht AMvB’s in voorbereiding in verband met Brexit
Kamerstuk 35 084-32
BZ
06-02-2019
Brief
Voortgang voorbereidingen op een no deal Brexit in de gezondheidszorg
Kamerstuk: 23 987-311
VWS
06-02-2019
Brief
Analyses in het kader van Brexit en laatste stand van zaken no deal voorbereidingen
op IenW terrein
Kamerstuk:
23 987-313
IenW
14-02-2019
Brief
Reactie op de gewijzigde motie van de leden Omtzigt en Van den Berg over voorkomen
dat als gevolg van een no deal Brexit tekorten ontstaan aan kritieke medicijnen en medische hulpmiddelen
Kamerstuk:
23 987-314
VWS
15-02-2019
Brief
Sociale zekerheid bij Brexit no deal
Kamerstuk 23 987, nr. 315
SZW
15-02-2019
Brief
Kabinetsappreciatie inzake voorstel EU-begroting bij no deal Brexit
Kamerstuk
23 987, nr. 317
Fin
15-02-2019
Brief
Kabinetsappreciatie inzake het voorstel van de Commissie voor een verordening van
het Europees Parlement en de Raad over contingency maatregelen op het terrein van
coördinatie van sociale zekerheid na terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk en
Noord-Ierland uit de EU (COM (2019) 53)
Kamerstuk
23 987, nr. 316
SZW
15-02-2019
Brief
Kabinetsappreciatie van het Commissievoorstel voor een verordening van het Europees
Parlement en de Raad over contingency maatregelen omtrent het voortzetten van activiteiten
gericht op leermobiliteit uit het programma Erasmus+ in het geval van een no deal Brexit (COM (2019) 65)
Kamerstuk
22 112, nr. 2770
OCW
19-02-2019
Brief
Onderzoek Planbureau voor de Leefomgeving naar het kortetermijneffect van een no deal Brexit op het concurrentievermogen van bedrijfstakken in Nederlandse provincies
Kamerstuk 23 987, nr. 318
EZK
20-02-2019
Brief
Reactie op verzoek commissie over het rapport van KPMG over de «Impact van non-tarifaire
handelsbelemmeringen als gevolg van Brexit» en reactie op het verzoek van het lid
Paternotte, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 30 januari 2018, over
de Nederlandse economie na de Brexit
Kamerstuk 23 987, nr. 217
EZK
22-02-2019
Brief
Uitvoering van de motie van de leden Van der Graaf en Omtzigt over het online plaatsen
van alle beschikbare brexitplannen (Kamerstuk 35 084-21)
Kamerstuk 23 987, nr. 321
BZ
22-02-2019
Kamervragen
Antwoord op vragen van de leden Geurts, Omtzigt, Lodders, Bisschop en Van Rooijen
over een keurpunt voor levend vee voor de Brexit en de extra capaciteit bij de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1690
LNV
Bijlage 2: Overzicht wetgevende handelingen en nadere regelgeving Europese Unie vanaf
publicatie mededeling over de implementatie van het Contingency actieplan (COM(2018)
890)
Onderwerp
Waarvoor noodzakelijk
Stand van zaken
1.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2031 van de Commissie waarbij voor een beperkte periode
wordt bepaald dat het regelgevingskader voor centrale tegenpartijen in het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland gelijkwaardig is, in overeenstemming
met Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)
9139).
Dit voorstel voorkomt de ontregeling van de centrale clearing van derivaten.
Vastgesteld en gepubliceerd in PB L 325 van 20.12.2018, blz. 50
2.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2030 van de Commissie waarbij voor een beperkte periode
wordt bepaald dat het regelgevingskader voor centrale effecten-bewaarinstellingen
van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland gelijkwaardig is,
in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en
de Raad (COM(2018) 9138).
Dit voorstel voorkomt de ontregeling van diensten die worden verstrekt door centrale
effecten-bewaarinstellingen in het VK.
Vastgesteld en gepubliceerd in PB L 325 van 20.12.2018, blz. 47
3.
Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening
(EU) 2015/2205, Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/592 en Gedelegeerde Verordening
(EU) 2016/1178 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement
en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting teneinde
de uitgestelde data van toepassing van de clearingverplichting voor bepaalde over
the counter (otc)-derivatencontracten te verschuiven (C(2018) 9122).
Dit voorstel vergemakkelijkt tijdelijk de vernieuwing van sommige otc-derivatencontracten
met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij totdat die tegenpartij door
een tegenpartij in de Unie is vervangen.
Europees Parlement heeft aangegeven geen bezwaar te hebben. Bezwaartermijn Raad loopt
nog
4.
Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening
(EU) 2016/2251 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van
het Europees Parlement en de Raad wat betreft de datum tot wanneer tegenpartijen hun
risicobeheerprocedures voor bepaalde niet door een centrale tegenpartij geclearde
otc-derivatencontracten mogen blijven toepassen (C(2018) 9118).
Dit voorstel vergemakkelijkt tijdelijk de vernieuwing van sommige otc-derivatencontracten
met een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde tegenpartij totdat die tegenpartij door
een tegenpartij in de Unie is vervangen.
Europees Parlement heeft aangegeven geen bezwaar te hebben. Bezwaartermijn Raad loopt
nog
5.
Voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het
luchtvervoer in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland uit de Unie (COM(2018) 893).
Op basis van deze verordening blijven rechtstreekse vluchten vanuit het VK naar de
EU mogelijk voor een periode van 1 jaar gerekend vanaf de dag dat het VK de EU verlaat,
op voorwaarde van reciprociteit.
Europees Parlement, Raad en Commissie hebben de triloog succesvol afgerond op basis
waarvan gewone wetgevingsprocedure voor 29 maart wordt afgerond
6.
Voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende bepaalde aspecten van de
luchtvaartveiligheid in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van
Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (COM(2018) 894).
De verordening accepteert de geldigheid van veiligheidscertificaten afgegeven voor
vliegtuigen van VK-carriers gedurende een extra periode van 9 maanden, op vaarwaarde
van reciprociteit.
Europees Parlement, Raad en Commissie hebben de triloog succesvol afgerond op basis
waarvan gewone wetgevingsprocedure voor 29 maart wordt afgerond
7.
Voorstel voor een verordening betreffende gemeenschappelijke regels ter waarborging
van basisconnectiviteit in het wegvervoer in verband met de terugtrekking van het
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Unie (COM(2018) 895).
Op basis van deze verordening blijft vrachtverkeer vanuit het VK naar de EU zonder
extra beperkingen of procedures mogelijk voor een periode van 1 jaar gerekend vanaf
de dag dat het VK de EU verlaat, op voorwaarde van reprociteit.
Europees Parlement, Raad en Commissie hebben de triloog succesvol afgerond op basis
waarvan gewone wetgevingsprocedure voor 29 maart wordt afgerond
8.
Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging van Gedelegeerde Verordening
(EU) 2015/2446 wat betreft de termijnen voor de indiening van summiere aangiften bij
binnenbrengen en aangiften vóór vertrek bij vervoer over zee van en naar het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en het
eiland Man (C(2018) 9094).
Dit voorstel regelt dat het Douanewetboek van de Unie in volle omvang van toepassing
is op het goederenverkeer tussen het VK en de EU bij een no deal Brexit. Dus zowel het innen van heffingen en belastingen als het vervullen van formaliteiten
en de controle daarop, zijn vanaf dat moment aan de orde om een gelijk speelveld te
garanderen.
Procedure afgerond – gedelegeerde handeling zal in werking treden
9.
Voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad door de verlening van
een uniale algemene uitvoervergunning voor de uitvoer van bepaalde producten voor
tweeërlei gebruik uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en
Noord-Ierland (COM(2018) 891).
Het voorstel regelt dat het VK wordt toegevoegd aan de lijst van landen waarvoor de
uitvoer van bepaalde dual use goederen onder een uniale algemene uitvoervergunning valt. Het uitblijven van deze
wijziging van de verordening zou leiden tot extra administratieve lasten voor de overheid
en het bedrijfsleven.
Eerste lezing
10.
Commission Decision of 17 December 2018 on instructing the central administrator to
temporarily suspend the acceptance by the European Union Transaction Log of relevant
processes for the United Kingdom relating to free allocation, auctioning and the exchange
of international credits (C(2018) 8707).
Dit besluit regelt het kosteloos toekennen en veilen van emissierechten door het VK
vanaf januari 2019 tijdelijk op te schorten. Dit voorkomt mogelijke marktverstoringen
wanneer het VK bij een no deal scenario niet langer deel uitmaakt van het EU-emissiehandelssysteem en de door het
VK uitgegeven emissierechten het surplus aan emissierechten op de markt zou vergroten.
Deze is in werking getreden
11.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2023 van de Commissie van 17 december 2018 tot wijziging
van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1984 van de Commissie tot vaststelling van referentiewaarden
ingevolge Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende
gefluoreerde broeikasgassen, wat betreft de referentiewaarden voor de periode van
30 maart 2019 tot en met 31 december 2020 voor in het Verenigd Koninkrijk gevestigde
producenten of invoerders die na 1 januari 2015 rechtmatig fluorkoolwaterstoffen op
de markt hebben gebracht, zoals gerapporteerd overeenkomstig die verordening (COM(2018)
8801).
Dit voorstel regelt dat bij een no deal scenario passende quota worden aan bedrijven toegewezen, waarmee zij toegang houden
tot de Europese markt. Tevens worden rapportageverplichtingen van bedrijven aangepast
zodat onderscheid kan worden gemaakt tussen quota voor de EU en de VK-markt.
Vastgesteld en gepubliceerd in PB L 323 van 19.12.2018, blz. 32
12.
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1992 van de Commissie van 14 december 2018 tot wijziging
van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 wat betreft de in artikel 19 van Verordening
(EU) nr. 517/2014 bedoelde rapportage van gegevens met betrekking tot fluorkoolwaterstoffen
die in het Verenigd Koninkrijk en in de Unie van 27 lidstaten op de markt worden gebracht
Het voorstel regelt dat bij een no deal scenario passende quota aan bedrijven worden toegewezen, waarmee zij toegang houden
tot de Europese markt. Tevens worden rapportageverplichtingen van bedrijven aangepast
zodat onderscheid kan worden gemaakt tussen quota voor de EU en de VK-markt.
Vastgesteld en gepubliceerd in PB L 320 van 17.12.2018, blz. 25
13.
Voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad
om de voortzetting van de territoriale samenwerkingsprogramma's Peace IV (Ierland-Verenigd
Koninkrijk) en Verenigd Koninkrijk-Ierland (Ierland/Noord-Ierland/Schotland) mogelijk
te maken in het kader van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese
Unie (COM(2018) 892).
De verordening continueert de financiering van twee bilaterale samenwerkingsprojecten
tussen Ierland en het Verenigd Koninkrijk opdat deze projecten die het vredesproces
ondersteunen, voortgezet kunnen worden.
Europees Parlement, Raad en Commissie hebben de informele triloog succesvol afgerond
op basis waarvan de gewone wetgevingsprocedure voor 29 maart wordt afgerond.
14.
Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie van 19 december 2018 tot wijziging
van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad
wat de niveaus van geografische uitsplitsing betreft (C(2018) 8872).
Het voorstel regelt dat bij een no deal scenario het Verenigd Koninkrijk mbt de statistieken van de betalingsbalans, internationale
handel diensten en buitenlandse directe investeringen niet langer wordt aangemerkt
als een lidstaat maar als een derde land.
Procedure afgerond – gedelegeerde handeling zal in werking treden
15.
Voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2403 wat betreft vismachtigingen voor Unievissersvaartuigen
in wateren van het Verenigd Koninkrijk en visserijactiviteiten van vissersvaartuigen
van het Verenigd Koninkrijk in wateren van de Unie (COM(2019) 49).
Het voorstel wijzigt de verordening betreffende het duurzaam beheer van de externe
vloten. Het doel hiervan is om de EU in staat te stellen om Britse schepen toegang
te blijven verlenen tot EU-wateren, op voorwaarde dat EU-schepen ook gelijke toegang
krijgen tot de Britse wateren houden. Het gaat onder meer over procedures voor het
verkrijgen van vismachtigingen, visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van het
VK in de wateren van de Unie, maar ook over de overdracht en uitwisseling van quota.
Dit voorstel geldt enkel voor 2019 en is gebaseerd op de overeenkomst in de Raad Landbouw
en Visserij van 17 en 18 december 2018 over de vangstmogelijkheden in 2019. Op basis
daarvan regelt het voorstel ook dat visserijorganisaties in de verschillende lidstaten
via hun lidstaat informele besprekingen met het VK en de visserij-organisaties in
het VK kunnen blijven voeren over de overdracht of uitwisseling van quota.
Eerste lezing
16.
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende maatregelen voor de uitvoering
en de financiering van de algemene begroting van de Unie in 2019 in verband met de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie (COM(2019) 64).
Dit voorstel creëert de mogelijkheid dat bij een no deal Brexit het VK tot eind 2019 meebetaalt aan de EU-begroting. Daarnaast zorgt het ervoor
dat financiering vanuit de EU-begroting die afhankelijk is van het lidmaatschap van
het VK doorgang kan vinden aan begunstigden in zowel de EU als het VK indien het VK
inderdaad blijft betalen.
Beraadslagingen in de Raad
17.
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling
van bepalingen voor de voortzetting van de lopende leermobiliteitsactiviteiten uit
hoofde van het Erasmus+-programma in het kader van de terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het «Verenigd Koninkrijk») uit de
Europese Unie (COM(2019) 65).
Dit voorstel voorziet in noodmaatregelen om te vermijden dat de activiteiten gericht
op individuele leermobiliteit in het kader van Erasmus+ waarbij het VK betrokken is,
op het moment van zijn terugtrekking uit de EU, worden verstoord.
Eerste lezing
18.
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling
van noodmaatregelen op het gebied van de coördinatie van de sociale zekerheid na de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit
de Europese Unie (COM(2019) 53 final).
Dit voorstel zorgt voor een minimumniveau van bescherming van de socialezekerheidsrechten
van personen die vóór de terugtrekkingsdatum gebruik hebben gemaakt van hun recht
op vrij verkeer.
Eerste lezing
19.
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde
aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking
van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord- Ierland uit de Europese
Unie (COM(2019) 88).
De verordening regelt dat het treinverkeer door de Kanaaltunnel veilig kan worden
voortgezet gedurende 3 maanden na de datum waarop het VK de EU verlaat. Tijdens deze
periode blijven eerder afgegeven veiligheidscertificaten voor bepaalde delen van de
railinfrastructuur geldig. Voorwaarde is wel dat het Verenigd Koninkrijk voor hun
deel van de tunnel dezelfde veiligheidsstandaarden als de EU blijft hanteren.
Eerste lezing
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.