Brief regering : Onderzoeksrapport strategieën voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 304
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN 					ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2019
Hierbij stuur ik u het onderzoek Strategies for Responsible Business Conduct1. Het onderzoek bouwt voort op het eerder aan u gezonden Government policy to stimulate international responsible business conduct2 en behandelt verschillende wijzen waarop overheden internationaal maatschappelijk
                  verantwoord ondernemen (IMVO) proberen te bevorderen.
               
Doel van het onderzoek is om een overzicht te bieden van strategieën en instrumenten
                  die overheden gebruiken om IMVO-beleid vorm te geven. Het onderzoek bevat nuttige
                  aanknopingspunten, die gebruikt kunnen worden zodra Nederland haar eigen IMVO-beleid
                  heeft geëvalueerd en inzichtelijk heeft op welke terreinen aanvullende maatregelen
                  nodig zouden kunnen zijn. Het onderzoek bevat dertien instrumenten uit verschillende
                  landen en op zeven hiervan wordt dieper ingegaan in case-studies. Voor elke case-studie
                  zijn, naast een literatuuranalyse, ook interviews gehouden met relevante stakeholders
                  van overheden, bedrijven en maatschappelijk middenveld.
               
Hoofdconclusies van het onderzoek zijn:
• Uit de case-studies wordt duidelijk dat overheden op verschillende manieren bedrijven
                        proberen te bewegen tot het nemen van ketenverantwoordelijkheid. De achterliggende
                        redenen om voor een specifiek instrument te kiezen zijn divers en doelstellingen worden
                        voornamelijk geformuleerd op output niveau en soms op gewenste impact.
                     
• Uit de ervaringen van de verschillende stakeholders blijkt dat de instrumenten soms
                        niet eenduidig worden geïnterpreteerd en onduidelijk is hoeveel bedrijven onder een
                        instrument vallen. Ook geven sommige bedrijven aan dat het voor hen onduidelijk blijft
                        wat er van ze wordt verwacht. Daarnaast blijkt dat IMVO soms meer als rapportagevereiste
                        wordt gezien dan als daadwerkelijke actie tot ketenverduurzaming.
                     
• Over de effectiviteit van deze instrumenten ontbreekt informatie: soms zijn cijfers
                        bekend van het aantal bedrijven dat aan rapportage-eisen onder een bepaald instrument
                        voldoet, maar het ontbreekt aan informatie over effectiviteit op outcome en impact niveau. Dit komt mede doordat de implementatie van de meeste instrumenten recent gestart
                        is en (daardoor) monitoring en evaluatieonderzoek ontbreekt.
                     
• Het is op basis van het onderzoek niet mogelijk een oordeel te vellen over de doelmatigheid
                        van de instrumenten voor het bevorderen van IMVO. Er is geen informatie beschikbaar
                        over de door overheden gemaakte kosten die gepaard gaan met de implementatie van de
                        verschillende instrumenten.
                     
Het onderzoek sluit af met een aantal aanbevelingen. Zo wordt aanbevolen bij (nieuw)
                  IMVO-beleid duidelijke richtlijnen te verstrekken over wat er van bedrijven wordt
                  verwacht. Waarbij bedrijven alle stappen van gepaste zorgvuldigheid dienen mee te
                  nemen, in plaats van het enkel tot een rapportage activiteit te beperken. Daarnaast
                  beveelt het onderzoek aan bij nieuw beleid te zorgen dat de effectiviteit meetbaar
                  is door bij aanvang een monitoring- en evaluatieplan op te stellen. Ook zal een aanvullend
                  onderzoek naar de kosteneffectiviteit van specifieke opties noodzakelijk zijn.
               
Zoals bekend, zal in het najaar van 2019 gestart worden met de evaluatie van het convenantenbeleid.
                  In het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is afgesproken dat na de evaluatie bekeken wordt of, en zo ja welke, dwingende maatregelen
                  genomen kunnen worden. Het onderzoek Strategies for Responsible Business Conduct zal ik hierbij zeker meenemen.
               
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
                  S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
