Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van Raak, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 29 november 2018, over de aanpak van radicalisering in Arnhem
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 490
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2019
Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek van uw Kamer in de regeling van werkzaamheden
van 29 november jongstleden om een reactie op de berichtgeving in De Gelderlander
over de Arnhemse aanpak van radicalisering (Handelingen II 2018/19, nr. 30, item 6).
De burgemeester van Arnhem legt verantwoordelijkheid voor de lokale aanpak van radicalisering
in de gemeente Arnhem af aan de gemeenteraad. Woensdag 19 december jl. heeft burgemeester
Marcouch met de Arnhemse gemeenteraad van gedachten gewisseld over de Arnhemse aanpak,
onder meer naar aanleiding van de berichtgeving in De Gelderlander. In dit debat heeft de burgemeester aangegeven de Arnhemse activiteiten op het gebied
van het tegengaan van radicalisering extern te laten evalueren.
Vanuit mijn departement is regelmatig contact met Arnhem over de aanpak van radicalisering.
Arnhem krijgt als een van de meest betrokken gemeenten al een aantal jaar gelden vanuit
het Rijk om te aanpak te versterken, waarbij de aangevraagde activiteiten passen binnen
de beleidsvisie van mijn departement en het daaruit voortvloeiende bestedingskader.
Ik heb vertrouwen in de kwaliteit en deskundigheid van de partners die bij de Arnhemse
aanpak betrokken zijn en zie dat Arnhem regionaal in de politie-eenheid Oost een voortrekkersrol
op het gebied van de aanpak van radicalisering vervult. Evenwel kijk ik met belangstelling
uit naar de resultaten die uit de externe evaluatie zullen komen, ook om te bezien
of er lessen uit te trekken zijn voor de integrale aanpak van terrorisme.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid