Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Kerstens, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 29 januari 2019, over het bericht ‘Commandant der strijdkrachten: nadenken over dienstplicht’
34 919 Defensienota
Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2019
Op 29 januari jl. heeft uw Kamer mij verzocht (Handelingen II 2018/19, nr. 46, item 27) u een brief te doen toekomen over een artikel in De Telegraaf van 23 januari jl.
waarin vermeende opvattingen van de Commandant der Strijdkrachten (CDS) over dienstplicht
werden beschreven. Met deze brief doe ik uw verzoek, mede namens de Staatssecretaris,
gestand.
De CDS heeft met zijn antwoord op de vraag hoe Defensie meer mensen wil werven diverse
denkbare oplossingen geschetst, zonder hierbij een voorkeur uit te spreken voor bepaalde
mogelijkheden zoals het activeren van de opkomstplicht1 of het aannemen van mensen met een niet-Nederlands paspoort. Hij heeft onderstreept dat dergelijke keuzes voorbehouden zijn aan
de politiek. Ik benadruk dat voormelde activering van de opkomstplicht niet aan de
orde is. Dit geldt evenzo voor het aannemen van mensen met een niet-Nederlandse paspoort.
In uw verzoek om deze brief vroeg u ook om een kostenoverzicht voor het herinvoeren
van de opkomstplicht. Een grove schatting is dat het jaarlijks 70 miljoen euro kost
om 1.000 jongeren op te roepen en hen hun militaire basisopleiding te laten volgen.
Het eerste jaar vallen de kosten hoger uit aangezien er investeringen moeten worden
gedaan zoals in de uitbreiding van vastgoed, aankoop van extra materiaal, wapens en
munitie. Deze investeringen moeten na een bepaalde tijd nogmaals worden gedaan wegens
vervanging van het materieel. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
zijn er in 2019 211.8202 18-jarigen, zowel mannen als vrouwen. Indien al deze jongeren zouden worden opgeroepen,
kost dat circa 15 miljard euro per jaar.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie