Brief regering : Invulling innovatieprogramma visserij
32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Nr. 94
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2019
In het regeerakkoord is € 15 miljoen ter cofinanciering beschikbaar gesteld voor innovatie
in de visserij.1 Tijdens de begrotingsbehandeling Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op 1 november
2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 18, item 10), tijdens het Algemeen Overleg Visserij van 6 december jl. (Kamerstuk 29 964, nr. 192) en tijdens het vragenuur over pulsvisserij van 12 februari jl. (Handelingen II 2018/19,
nr. 52, vragen van het lid Weverling over het bericht dat het totaalverbod op pulsvisserij
in Europa nabij is) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang van
de inzet van de middelen uit het regeerakkoord voor innovatie in de visserij, dat
doe ik middels deze Kamerbrief. Hiermee geef ik ook invulling aan de gewijzigde motie
Van der Graaf2 waarin wordt verzocht om een innovatie- en transitieperiode voor de visserijsector
indien de EU besluit tot een verbod op de pulsvisserij.
De visserij staat voor een aantal grote uitdagingen en innovatie kan bijdragen om
deze uitdagingen te hanteren. Innovatie moet hierin gezien worden in het bredere beleid
dat zich richt op de verduurzaming van de visserij. In deze brief schets ik via welke
instrumenten ik innovatie in de visserijsector ga stimuleren. Ik richt me bij de besteding
van de nationale innovatiemiddelen op de primaire visserij. Naast de nationale middelen
bestaat het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), dit fonds bevat
middelen die onder meer beschikbaar zijn voor innovatie in de visserij.
Innovatie in de visserij
De afgelopen jaren hebben het EFMZV en de voorgangers hiervan een waardevolle rol
gespeeld bij de financiële ondersteuning van innovaties in de visserij. In het lopende
EFMZV (2014–2020) is thans ca. € 35 miljoen gereserveerd voor innovatie in de visserij.
Bij het opstellen van het Operationeel Programma voor het EFZMV voor de periode 2014–2020
was nog niet voorzien dat de visserijsector behoefte zou hebben aan alternatieven
voor de pulsvisserij. Desondanks kan het EFMZV worden ingezet voor de technische ontwikkeling
van alternatieven, bijvoorbeeld door het verlenen van steun voor het vergaren van
wetenschappelijke kennis of projecten gericht op het ontwikkelen van nieuwe vistuigen.
Ervaring van de afgelopen jaren leert wel dat het EFMZV niet voor alle typen innovatie
het ideale instrument is. Belemmeringen worden vooral ervaren bij projecten die aan
het begin van het innovatieproces staan en nog een onzekere uitkomst kennen, alsmede
juist meer toepassingsgerichte en kleinschalige projecten aan het eind van het innovatieproces,
zoals praktijktesten. Verder zien we dat de inzet op innovatie zich vooralsnog voornamelijk
richt op de visserijsector en de aanpalende onderzoeksinstellingen, waardoor het vaak
ontbreekt aan een multidisciplinaire aanpak en kennis uit andere sectoren onderbenut
blijft.
De nationale innovatiemiddelen zullen zich richten op die delen van het innovatieproces
die onder het EFMZV minder aan bod komen. Om de uitvoeringslasten te beperken en snel
tot uitvoering te komen wordt aangesloten bij reeds bestaande subsidie-instrumenten
die het Ministerie van EZK beschikbaar heeft.
Samen vormen het EFMZV en de nationale innovatiemiddelen onderstaande innovatietoolbox
voor de visserij:
Figuur 1: verhouding van de inzet van de nationale middelen ten opzichte van het EFMZV.
1) Fundamentele en grensverleggende innovaties
In het fundamentele spoor gaat het om de ideevorming van grensverleggende innovaties,
waarbij gebruik gemaakt wordt van kennis en expertise uit andere sectoren dan alleen
de visserij. Aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO),
domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW), wordt de opdracht verstrekt om
de vorming van innovatieve ideeën te stimuleren en de kans op daadwerkelijke toepassing
hiervan te maximaliseren. De toegevoegde waarde van NWO-domein TTW is dat de organisatie
in staat is vissers te verbinden aan onderzoeksinstellingen waar zij normaal niet
mee samenwerken en andere wetenschappelijke disciplines waardoor onderzoekers gestimuleerd
worden interdisciplinair samen te werken. Door middel van zogenaamde matchmakingbijeenkomsten
worden onderzoekers, vissers en andere partijen met elkaar in contact gebracht, met
als doel dat zij gezamenlijk tot het indienen van een onderzoeksvoorstel komen. In
het traject in aanloop daar naartoe worden door de visserijsector samen met de wetenschap
innovatiedomeinen gedefinieerd waarop de innovaties zich kunnen richten. De ingediende
innovatieve ideeën zullen op toepassingsperspectief beoordeeld worden. Wanneer een
onderzoeksvoorstel wordt toegekend, brengt NWO-domein TTW de visserijsector en de
onderzoekers twee keer per jaar samen in zogenoemde gebruikerscommissies om de resultaten
te bespreken. De hoofdtaak van de gebruikerscommissie is te adviseren over de richting
van het onderzoek met als doel de gebruiksmogelijkheden te maximaliseren.
De gevormde consortia kunnen voorstellen indienen voor één van de volgende instrumenten:
• KIEM-projecten: een kortlopend onderzoek van één of twee jaar, voor «kiempjes» die
nog verder moeten worden uitgewerkt of juist projecten waar de oplossing bekend is
en deze nog ontwikkeld moet worden (proof-of-principle).
• Call-for-proposals: consortia bestaande uit onderzoekers van universiteiten, instellingen
voor toegepast onderzoek (zogenaamde TO2-instellingen), vissersbedrijven en andere
relevante stakeholders dienen gezamenlijk een voorstel in voor een innovatievraagstuk
op de langere termijn. Dit zijn onderzoeksprojecten die een aantal jaren duren, die
voldoen aan de wetenschappelijke normen en waarbij de (eind)gebruikers (de vissers)
participeren. Op die manier sluit het fundamentele innovatieonderzoek aan bij de praktijk
van de visser.
2) EFMZV
Naast de inzet van nationale middelen blijft het EFMZV beschikbaar voor toegepast
onderzoek en grote innovatieprojecten die dicht tegen marktintroductie aan zitten.
Er zijn maatregelen genomen om de toegankelijkheid van het EFMZV te vergroten, zodat
beschikbare Europese middelen beter benut worden. Daartoe zijn en worden de volgende
acties ondernomen:
• Meer duidelijkheid scheppen over waar een aanvraag aan moet voldoen.
• Het introduceren van verschillende vormen vereenvoudigde kostenopties, om zo de verantwoordingslast
voor aanvragers te verlagen.
• Een «quick scan» van projectenideeën vooraf op haalbaarheid laten toetsen door RVO.nl.
Doel is de kwaliteit van de projectvoorstellen te verbeteren en het voorkomen dat
minder kansrijke voorstellen worden ingediend.
3) Kleinere, toepassingsgerichte innovaties (pre-marktintroductie)
De huidige instrumenten bieden individuele vissers onvoldoende gelegenheid subsidie
aan te vragen om de commerciële toepassing van innovaties uit te proberen. We maken
gebruik van -naar de visserijsector vertaald- bestaand EZK-instrumentarium dat bewezen
succesvol is richting het midden- en kleinbedrijf (mkb), daarbij wordt ook aansluiting
op de topsector Agri & Food geboden. Hierin zullen specifieke budgetten beschikbaar
zijn voor innovatie in de visserij. RVO.nl voert dit spoort uit.
Cofinanciering
De nationale middelen voor innovatie in de visserij worden ter cofinanciering beschikbaar
gesteld. Dat wil zeggen dat van de aanvragers een eigen bijdrage verwacht wordt. Voor
de subsidies die onder de mkb-innovatiestimulering topsectoren en regio vallen, geldt
dat 35 tot 40% van de subsidiabele kosten wordt vergoed.
Voor fundamenteel onderzoek zijn het de kennisinstellingen (doorgaans universiteiten)
die subsidie ontvangen. De andere leden van het consortium ontvangen geen subsidie
van NWO-TTW, zij leveren een eigen bijdrage (in cash of in kind) en kunnen, afhankelijk van de gemaakte afspraken, naar rato rechten op de uitkomsten
verkrijgen.
In bijlage 1 is een overzicht opgenomen waarin vermeld is wanneer naar verwachting
de verschillende instrumenten worden opengesteld.
Consultatie visserijsector, ngo’s en onderzoekers
Medewerkers van mijn departement hebben meerdere malen gesproken met (vertegenwoordigers
van) de visserijsector, ngo’s en onderzoekers over de inzet van de nationale innovatiemiddelen.
Meest recent was de bijeenkomst van eind november 2018. Tijdens die bijeenkomst werden
nut en noodzaak van eerder genoemde sporen onderschreven. Wel leven nog praktische
vragen over het vervolg. Zoals of het mogelijk is om via een productorganisatie -of
vereniging een aanvraag in te dienen voor meerdere ondernemers. Vissers zitten vaak
dagen op het water en het ontbreekt dan aan tijd en capaciteit voor het doen van een
aanvraag voor innovatiegelden. Hiervoor wordt gekeken naar mogelijkheden die de innovatieprestatiecontracten
(ipc) bieden. Hierbij kunnen productorganisaties of -verenigingen optreden als penvoerder
namens een groep vissers.
Vervolgstappen
Voor de invulling van de innovatiesporen zal ik blijvend het overleg opzoeken met
vissers, ngo’s en onderzoekers. in het voorjaar van 2019 starten de matchmaking-bijeenkomsten
waar innovatiedomeinen en thema’s gedefinieerd worden en consortia worden gesmeed
voor het doen van toepassingsgericht fundamenteel onderzoek. Ik monitor de voortgang
van de verschillende innovatiesporen en zal de uitkomsten daarvan ook met de sector
en andere belanghebbenden bespreken.
Het huidige EFMZV loopt tot en met 2020, waarbij de financiering doorloopt tot 2023.
Voor de verdeling van de beschikbare EFMZV-middelen voor de periode 2021–2027 wordt
in 2019 gestart met het opstellen van het Operationeel Programma. In 2019 starten
de gesprekken met belanghebbenden hierover. De matchmaking-sessies en eerste ervaringen
uit de inzet van de nationale innovatiemiddelen leveren waardevolle input voor het
nieuwe EFMZV.
Tot slot
De nationale middelen voor innovatie bedragen € 15 miljoen, die beschikbaar wordt
gesteld voor innovatieprojecten in 2019, 2020 en 2021. Na het eerste jaar wordt de
inzet van de eerste € 5 miljoen geëvalueerd. Indien nodig kan de inzet van de middelen
na dit eerste jaar worden bijgesteld. Mocht dit het geval zijn dan informeer ik uw
Kamer hierover.
In mijn aanpak om innovatie in de visserij te stimuleren staat de visser centraal:
de beschikbare middelen dragen bij aan een innovatieve visserij, die duurzaam is en
waar vissers een goede boterham kunnen verdienen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Bijlage 1: overzicht openstelling instrumenten 2019
Fundamenteel
Toegepast
Pre-marktintroductie
Nationaal (via NWO-domein TTW)
EFMZV
Nationaal (klein)
EFMZV (groot)
April
Matchmaking
Openstelling haalbaarheidsstudie: tot medio september
Mei
Matchmaking consortia
Openstelling afzetbevordering (€ 2,8 mln.) tot augustus
Juni
Openstelling NWO-trajecten juni-september 2019
Juli
Openstelling tender R&D samenwerkingsprojecten tot september
Augustus
September
Openstelling EFMZV-regeling Samenwerking Wetenschap Visserij IV (€ 4 mln.) t/m november
Openstelling regeling Innovatie Prestatie Contracten (IPC) tot december
TUSSENEVALUATIE
Oktober
Oktober- februari 2020 beoordeling voorstellen
November
Openstelling EFMZV-regeling innovatie aquacultuur (€ 3 mln.) t/m december
December
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit