Brief regering : Ontwerpbesluit adequaat pensioen payroll
35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)
Nr. 64
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2019
Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (Kamerstuk 35 074) op 31 januari jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 48, items 3 en 8) heb ik toegezegd
dat ik u zal informeren over het ontwerpbesluit waarin de voorwaarden voor een adequate
pensioenregeling voor payrollwerknemers zijn opgenomen. Het ontwerpbesluit is bij
deze brief gevoegd1.
Het ontwerpbesluit staat vanaf heden tot 15 maart open voor internetconsulatie. Na
verwerking van de uitkomsten van de consultatie zal het ontwerpbesluit voor advies
worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. De beoogde inwerkingtredingsdatum
is 1 januari 2020.
Tijdens het debat is verzocht om informatie over de werkgeverspremies in sectoren
waar bovengemiddeld gebruik wordt gemaakt van de inhuur van payrollwerknemers. Onderstaande
tabel geeft een overzicht van de werkgeverspremies voor de jaren 2017 en 2018 in sectoren
waarin dat gebruik relatief hoog is, dan wel sterk is toegenomen.
Pensioenfonds
Werkgeverspremie 2017
Werkgeverspremie 2018
Franchise 2018
ABP
14,8%
16,0%
€ 13.350
BPF Bouw
12,8573%
12,8573%
€ 13.343
BPF Horeca
8,4%
8,4%
€ 10.655
BPF Vervoer (goederenvervoer)
19,84%
19,84%
€ 12.028
BPF Recreatie
9,8% (minimum)1
9,8% (idem)
€ 10.655
BPF Landbouw
17,09
17,09%
€ 13.451
BPF Beveiliging
19,32%
21,18%
€ 19.980
Werkgeverspremie in ontwerpAMvB
13,58%
PM2
€ 13.343
X Noot
1
De bij BPL Recreatie aangesloten werkgever mag van de totale premie (19,6% van de
pensioengrondslag) maximaal de helft inhouden op het loon van de werknemer.
X Noot
2
Het premiepercentage zal worden bepaald op basis van data over werkgeverspremies van
DNB en over loonsom van het CBS over 2018.
Werkgeverspremies zijn weergegeven als percentage van de pensioengrondslag (het pensioengevend
loon minus de franchise). De hoogte van de franchise, waarover geen aanvullend pensioen
wordt opgebouwd, verschilt tussen fondsen. Vergelijkbare werkgeverspremies kunnen
hierdoor een verschillend percentage van de pensioengrondslag opleveren. In de tabel
zijn daarom ook de franchises opgenomen die de betreffende fondsen in 2018 hebben
toegepast.
De hoogte van de werkgeverspremie in het besluit zal worden gebaseerd op de gemiddelde
werkgeverspremie in alle pensioenfondsen. Dit gemiddelde wordt berekend aan de hand
van de meest recente data van De Nederlandsche Bank (gerealiseerde werkgeverspremies)
en van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de loonsom. Het Centraal Planbureau
acht de methode waarmee de gemiddelde werkgeverspremie wordt berekend valide.
Bestaande pensioenregeling payrollwerknemers
Een deel van de payrollwerknemers bouwt pensioen op in het pensioenfonds waarbij de
inlener is aangesloten. Er is dan geen concurrentie op pensioenkosten. Deze situatie
wordt op grond van de WAB als adequaat aangemerkt.
Het merendeel van de overige payrollwerknemers bouwt pensioen op bij het pensioenfonds
voor de uitzendsector, StiPP. Deze regeling kent in beginsel een wachttijd van 26
weken, maar de payrollwerkgever kan hiervan afzien. Na de wachttijd neemt de payrollwerknemer
deel aan de basisregeling van StiPP. Na (uiterlijk) 52 weken deelname aan de basisregeling
vindt de pensioenopbouw plaats in de Plusregeling van StiPP. Beide pensioenregelingen
zijn beschikbare premieregelingen. De werkgeverspremies en de franchise van de basis-
en Plusregeling voor 2019 zijn hieronder weergegeven.
StiPP
Werkgeverspremie 2019
Franchise 2019
Basisregeling
2,6% (van bruto loon)
geen
Plusregeling
8%
€ 6,64/uur
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid