Brief regering : Vierde kwartaalrapportage van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel
33 037 Mestbeleid
Nr. 350
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over de vierde kwartaalrapportage van het Centraal Bureau
                  voor de Statistiek (CBS) over de fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel.
                  Met deze brief geef ik ook invulling aan het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw,
                  Natuur en Voedselkwaliteit om een stand van zakenbrief ten aanzien van de ontheffingen
                  die pluimveehouders hebben gekregen in het kader van de Regeling Ontheffing Productierechten
                  Meststoffenwet (POR-regeling) (commissieverzoek van 6 december 2018).
               
Rapportage fosfaat- en stikstofexcretie dierlijke mest 1 januari 2019
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de vierde kwartaalrapportage 2018
                  inzake de fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest opgeleverd1. De rapportage geeft voor de stikstof- en fosfaatexcretie een momentopname gebaseerd
                  op de omvang van de rundveeveestapel op 1 januari 2019. Daarnaast geeft de monitor
                  een prognose van de stikstof- en fosfaatexcretie over het kalenderjaar 2018 op basis
                  van het gemiddelde aantal aanwezige dieren.
               
De prognose laat voor de fosfaatexcretie zowel een onderschrijding van de sectorale
                  plafonds als van het nationale plafond zien. Echter, voor melkvee is de geprognosticeerde
                  stikstofexcretie 4% boven het sectorale plafond. De prognose laat hierdoor ook een
                  lichte overschrijding van het nationale stikstofplafond zien.
               
De prognose betreffende het kalenderjaar 2018 op basis van het gemiddelde aantal aanwezige
                  dieren, zet ik hieronder af tegen de sectorale en nationale productieplafonds:
               
Fosfaat (miljoen kilogram)
Stikstof (miljoen kilogram)
Excretie 2018
Productieplafond
Excretie 2018
Productieplafond
Melkvee
77,4
84,9
292,8
281,8
Varkens
37,3
39,7
96,9
99,1
Pluimvee1
27,2
27,4
57,6
60,3
Overig2
18,8
20,9
58,8
63,2
Nationaal
160,7
172,9
506,1
504,4
X Noot
                     
1
Exclusief eenden.
X Noot
                     
2
Inclusief eenden.
De hogere stikstofexcretie in de melkveehouderij heeft onder meer te maken met het
                  feit dat, in tegenstelling tot fosfor, de hoeveelheid stikstof in mengvoer de afgelopen
                  twee jaar nauwelijks is gedaald. Het stikstofgehalte in ruwvoer van 2018 was bovendien
                  relatief hoog. Daarnaast is de voederbehoefte van melkkoeien de laatste jaren toegenomen,
                  zonder dat er sprake is van een hogere vastlegging van stikstof per kilogram melk,
                  zoals bij fosfor wel het geval is.
               
Ik wil nogmaals benadrukken dat het hier voorlopige cijfers betreft. In de zomer levert
                  het CBS de definitieve totale fosfaat- en stikstofexcretie over 2018 op. Het CBS geeft
                  in haar rapportage nadrukkelijk aan dat de definitieve totale fosfaat- en stikstofexcretie
                  nog enkele procenten kan afwijken van de prognose. Voor de specifieke sectoren kan
                  de afwijking nog hoger of lager uitvallen. De oorzaak hiervoor is gelegen in het feit
                  dat voor een aantal variabelen een schatting is gebruikt, omdat de definitieve gegevens
                  voor 2018 nog niet beschikbaar zijn. Daar komt bij dat het extreem droge en warme
                  weer in 2018 voor extra onzekerheid zorgt.
               
De geprognosticeerde overschrijding van het stikstofproductieplafond is niettemin
                  problematisch, aangezien Nederland door de Europese Commissie gehouden wordt dit plafond
                  te handhaven. Als de stikstofproductie in de eerste helft van 2019 is teruggebracht,
                  voordat CBS de definitieve cijfers over 2018 komende zomer oplevert, zal een generieke
                  korting afgewend kunnen worden. Het is dus van groot belang dat de sector op korte
                  termijn maatregelen treft. Ik blijf daarover met de vertegenwoordigers van de melkveehouderij
                  in gesprek.
               
Pluimveesector
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mij verzocht om
                  een stand van zakenbrief ten aanzien van de ontheffingen die pluimveehouders hebben
                  gekregen in het kader van de Regeling Ontheffing Productierechten Meststoffenwet (POR-regeling)
                  (commissieverzoek van 6 december 2018). Hierboven is de actuele fosfaat- en stikstofexcretie
                  van de pluimveehouderij weergegeven.
               
Wat betreft de POR-regeling is eerder aangegeven dat deze niet verlengd wordt (Kamerstuk
                  33 037, nr. 226). Hierover lopen momenteel meerdere gerechtelijke procedures. Aangezien deze zaken
                  onder de rechter zijn, acht ik het niet opportuun hierop in te gaan.
               
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
                  C.J. Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
