Brief regering : Geannoteerde Agenda Energieraad 4 maart 2019
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 743 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2019
Op 4 maart vindt in Brussel de eerste Energieraad onder Roemeens voorzitterschap plaats.
Op het moment van schrijven is er door het Roemeens voorzitterschap nog geen definitieve
agenda vastgesteld. Bijgaand ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris voor Infrastructuur
en Waterstaat, alvast de Geannoteerde Agenda van deze Raad.
Op de agenda van de Energieraad staat een beleidsdebat over de Europese langetermijnstrategie
voor klimaat en een voorstel van de Commissie voor de herziening van de richtlijn
voor bandenetikettering. Als overige punt staat ook het voorstel van de Commissie
voor de wijziging van de Europese gasrichtlijn op de agenda en geeft het voorzitterschap
naar verwachting een terugkoppeling over de Connecting Europe Facility (CEF).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA ENERGIERAAD 4 MAART
EU-langetermijnstrategie voor klimaat
Het voorzitterschap heeft een beleidsdebat geagendeerd over de EU-langetermijnstrategie
voor klimaat (COM (2018) 773), die de Commissie eind november 2018 presenteerde. De
visie van de Commissie voor een klimaatneutrale toekomst is in overeenstemming met
de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de mondiaal gemiddelde temperatuurstijging
tot ruim onder de 2°C te houden en er naar te streven deze tot 1,5°C te beperken.
Inzet Nederland
Nederland steunt de door de Commissie voorgestelde ambitie: een klimaatneutrale Unie
in 2050. Dit doel past bij de Nederlandse inzet om het huidige 2030-doel voor de EU
van ten minste 40% op te hogen naar 55%. Een tijdig ingezette, geleidelijke transitie
kan immers helpen om de kosten ervan te beperken. Een ambitieus Europees 2050-doel
kan bijdragen aan het realiseren van de maatregelen onder het Klimaatakkoord, aangezien
dit bijdraagt aan een Europees gelijk speelveld en aan langetermijnzekerheid voor
de betrokken sectoren.
De Milieuraad heeft een leidende rol bij de verdere behandeling van de strategie.
Gezien de reikwijdte heeft het Roemeense voorzitterschap ook gedachtewisselingen over
(onderdelen van) deze mededeling geagendeerd in andere vakraden1. Op dit moment is nog onvoldoende duidelijk welke invalshoek het voorzitterschap
bij de discussie in de Energieraad voor ogen heeft, maar naar verwachting zal aan
de Ministers in ieder geval worden gevraagd om zich te buigen over de implicaties
van de strategie voor het energiesysteem.
Krachtenveld
De presentatie van de strategie is door de lidstaten overwegend positief ontvangen.
Nederland heeft in het voortraject tot aan de publicatie van de strategie nauw samengewerkt
met een groep andere lidstaten om de Commissie aan te sporen het ambitieniveau in
lijn te brengen met de Overeenkomst van Parijs. Dit heeft o.a. geleid tot een gezamenlijke
brief namens tien EU-klimaatministers2 aan de Commissie, waarin zij wordt opgeroepen om een duidelijk pad uit te stippelen
richting klimaatneutraliteit in 2050. Ook het Europees Parlement heeft deze ambitie
in een resolutie gesteund.
Verordening etikettering autobanden
De Raad wil tot een algemene oriëntatie komen ten aanzien van het voorstel van de
Commissie COM(2018)296 tot herziening van het bandenlabel of bandenetiket. De onderhandelingen
over dit voorstel lopen momenteel nog. Het bandenlabel gaat over brandstofefficiëntie
en andere essentiële parameters van banden. De Commissie heeft op 18 mei 2018 het
voorstel uitgebracht. Hierover heeft uw Kamer op 22 juni 2018 het BNC-fiche ontvangen
(Kamerstuk 22 112, nr. 2599).
Door de voorgestelde herziening moet de band aan strengere eisen voldoen om voor hetzelfde
label in aanmerking te komen. Daarnaast kunnen fabrikanten symbolen voor grip op sneeuw
en voor grip op ijs toevoegen als de band voldoet aan de minimumeis die daarvoor geldt.
Ook voorziet het voorstel in de mogelijkheid om in de toekomst informatie over kilometrage
of slijtage op het etiket op te nemen. Hiervoor is op dit moment nog geen testprocedure
beschikbaar en gelden ook nog geen technische eisen.
De Commissie heeft daarnaast een aantal wijzigingen aangebracht om de controle en
handhaving te versterken. De huidige verordening gaat uit van zelfregulering door
de sector met toezicht daarop door de lidstaten. Ten behoeve van het markttoezicht
is het de bedoeling dat er een centrale database komt met technische informatie over
de banden die op de markt worden gebracht en certificering van controlerende instanties.
In de voorliggende verordening worden geen technische eisen aan banden gesteld. Deze
worden geregeld in de Verordening (EG) nr. 661/2009 betreffende typekeuringsvoorschriften
voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen.
Inzet Nederland
Nederland steunt het doel van het voorstel om de criteria voor de etikettering van
banden aan te scherpen en uit te breiden voor kilometrage of slijtage. In combinatie
met beleid en voorlichting aan de automobilist om voor de beste band te kiezen, draagt
dit bij aan de verbetering van de verkeersveiligheid vanwege een kortere remweg. Een
betere brandstofefficiency van het voertuig draagt bij aan de klimaatopgave van het
kabinet. Ook zorgt het voorstel voor minder hinder door geluid van het wegverkeer
en minder microplastics in het milieu door slijtage.
Krachtenveld
Een meerderheid van de lidstaten is tegen aanscherping van de eisen van het bandenetiket,
zoals voorgesteld door de Commissie. De kans op een aanscherping van de criteria lijkt
daarmee klein. Voor de uitbreiding van het bandenetiket is eveneens weinig steun.
Kritische lidstaten willen pas een uitbreiding van het bandenetiket voor kilometrage
en slijtage nadat er testmethodes beschikbaar zijn. Nederland bepleit met een aantal
andere lidstaten voor een snellere procedure om na het beschikbaar komen van de nieuwe
testmethodes de uitbreiding te realiseren. Het Europees Parlement heeft zich nog niet
uitgesproken over het voorstel. Naar verwachting heeft het Europees Parlement geen
vergaande ambities voor aanscherping van de eisen van het etiket en uitbreiding naar
kilometrage en slijtage.
AOB: Wijziging gasrichtlijn
Tijdens de Energieraad zal het voorzitterschap mogelijk een terugkoppeling geven van
de onderhandelingen met het EP over het voorstel van de Commissie tot wijziging van
de Richtlijn 2009/73/EG over gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor
aardgas (verder: de gasrichtlijn). Met dit voorstel wil de Commissie bereiken dat
voor bestaande en toekomstige gaspijpleidingen met derde landen een zelfde wettelijk
regime gaat gelden als voor gaspijpleidingen binnen de Unie.
Inmiddels is op 8 februari jl. in Coreper overeenstemming bereikt over het standpunt
van de Raad ten aanzien van de wijziging van de richtlijn voor de triloog onderhandelingen
met het Europees Parlement. De tekst is op diverse punten veranderd ten opzichte van
het voorstel van de Commissie. Zo biedt het voorstel de mogelijkheid dat een lidstaat
onderhandelt met een derde land in plaats van de Commissie, waarmee deels tegemoet
is gekomen aan de oorspronkelijke bezwaren van het kabinet. Wel gaan kernelementen
van de EU-wetgeving zoals ontbundelingsvereisten, derden toegang, transparantie en
tariefregulering ook gelden voor pijpleidingen met derde landen. Hier kunnen, als
uitkomst van de onderhandelingen met het derde land, vrijstellingen voor worden gegeven.
De Europese Commissie dient daaraan haar goedkeuring te geven.
Een groot aantal lidstaten kon met het mandaat voor de triloog instemmen. Het Roemeens
voorzitterschap heeft de triloog onderhandeling met het Europees Parlement gestart
en er ligt een voorlopig akkoord met het Europees Parlement. In dit akkoord wordt
de rol van de Commissie ten aanzien van de onderhandelingen, nog versterkt. Voor Nederland
is het belangrijk dat in de tekst die er nu ligt de overdracht van bevoegdheden minder
ver gaat dan in het oorspronkelijke Commissievoorstel. Ik ben dan ook voornemens met
het huidige voorliggende compromis in te stemmen. Deze tekst zal naar verwachting
in Coreper worden geagendeerd eind februari. Naar verwachting zal de Raad tijdens
de Energieraad van 4 maart a.s. worden gevraagd om formeel met het resultaat in te
stemmen.
AOB: Connecting Europe Facility
Naar verwachting zal de het voorzitterschap een terugkoppeling geven over de voortgang
van de triloog onderhandelingen met het Europees Parlement over het voorstel van het
Europees Parlement en de Raad voor de realisatie van een financieringsfaciliteit voor
Europese verbindingen (Connecting Europe Facility – CEF). Over het voorstel en de
Nederlandse positie heeft uw kamer op 13 juli 2018 een BNC-fiche ontvangen (Kamerstuk
21 501-33, nr. 737).
Tijdens de Transportraad van 3 december 2018 is een gedeeltelijke algemene oriëntatie
bereikt over alle pijlers van het programma (transport, energie en telecom) onder
voorbehoud van de verdere lopende onderhandelingen over het meerjarig financieel kader
(MFK). Hierover is uw Kamer geïnformeerd in het verslag van de Transportraad dat op
12 december naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 21 501-33, nr. 737).
Inzet Nederland
Nederland kan de algemene oriëntatie steunen. Ten aanzien van CEF energie en telecom
is de inzet van NL er primair op gericht dat financiering door de markt dient te worden
gerealiseerd. Op het gebied van energie ligt de prioriteit bij het vervolmaken van
het trans-Europese energienetwerk (TEN-E) en komt meer focus te liggen op projecten
die CO2-reductie faciliteren en grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van hernieuwbare
energie bevorderen.
Krachtenveld
Onder de lidstaten bestaat brede steun voor de inzet van het CEF-programma op alle
pijlers van het programma, transport, digitaal een energie. Het Europees Parlement
zet in op een goede verankering van energie en klimaatdoelstellingen in de CEF verordening.
Indieners
-
Indiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.