Brief regering : Reactie op verzoek commissie over taak politie bij het verlenen van (nood)hulp op straat en bij (GGZ)instellingen als personen met verward gedrag betrokken zijn
29 628 Politie
25 424
Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 860
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2019
De Vaste Kamercommissie van Justitie en Veiligheid heeft mij op 20 december 2018 gevraagd
informatie te verschaffen over de taak van de politie bij het verlenen van (nood)hulp
op straat aan personen met verward gedrag en bij (GGZ-)instellingen, waarbij personen
met een psychische stoornis betrokken zijn. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.
Ik onderscheid hierbij zo nodig de taak bij het verlenen van (nood)hulp op straat
en de assistentie door de politie bij (GGZ-)instellingen. Hieraan voorafgaand ga ik
graag eerst kort in op de cruciale randvoorwaarden, daarna zal ik verder ingaan op
de opleiding van agenten en de toerusting voor het adequaat optreden in geval van
personen van beide doelgroepen. De urgentie wordt wederom bevestigd door het bericht
van de politie dat men in 2018 weer een stijging verwacht van het aantal meldingen
over personen met verward gedrag. Buiten kijf staat het feit dat deze kwetsbare personen
niet bij de politie horen maar dat zij de juiste zorg en ondersteuning nodig hebben.
Voor een effectieve inzet bij het verlenen van (nood)hulp is het noodzakelijk dat
zorgwekkende signalen van kwetsbare personen vroegtijdig worden gezien en gemeld,
zodat mensen kunnen worden doorverwezen naar passend vervoer, goede zorg en ondersteuning.
Ik blijf dan ook het belang benadrukken om samen met betrokken ketenpartners stappen
te zetten op het vlak van een multidisciplinaire aanpak en informatiedeling. Het is
belangrijk om in de wijk een goede samenwerking, afstemming en overdracht te organiseren
tussen de zorgprofessionals en de politie. Enkel als we hierin vorderingen maken kunnen
we ook daadwerkelijk vroegtijdig ingrijpen mogelijk maken en daarmee escalatie voorkomen.
Meldingen over personen met verward gedrag moeten op de juiste plaats en bij de juiste
personen terecht komen. Het onvolledig of niet tijdig delen van informatie staat een
effectieve aanpak van de problemen en het monitoren in de weg, zeker wanneer sprake
is van complexe casuïstiek en potentieel gevaarlijke personen.
Opleiding en toerusting
In het opleidingsplan van de politie is de problematiek rondom personen met verward
gedrag verwerkt en zijn diverse opleidingsinterventies opgenomen voor het globaal
kunnen herkennen van ziektebeelden, het belang van de-escalerend optreden en het betrekken
van ervaringsdeskundigheid. Vanaf dit jaar wordt binnen de beroepsvaardigheidstraining
en toetsing in casuïstiek-oefeningen terugkerend aandacht besteed aan de inzet van
de-escalerende (sociale en communicatieve) vaardigheden in geval van personen met
verward gedrag. Ook zijn er diverse kennis- en trainingsinstrumenten die momenteel
worden ontwikkeld en uitgerold zoals een app, een webtool en een training.
Het opleidingsplan gaat ook in op het handelingsrepertoire van agenten ten gevolg
van nieuwe wet- of regelgeving. Op dit laatste punt ga ik aan het eind van dit onderdeel
nader in.
Vroegsignalering en preventie van verward gedrag behoort in eerste instantie tot de
werkzaamheden van gemeenten en zorgpartners, maar ook tot de werkzaamheden van wijkagenten.
Kennis van kwetsbare mensen in de wijk is immers noodzakelijk, omdat het escalatie
van geweld kan voorkomen en kan helpen om hen eerder passende hulp en ondersteuning
te kunnen aanbieden. De opleiding van de politie voorziet echter niet in de opvang
van mensen met ernstige acute psychiatrische problematiek. Dat vergt gespecialiseerde
zorg, deskundigheid en vervoers- en opvangmogelijkheden, waarvoor de politie niet
is opgeleid en toegerust. Alleen als de veiligheid van hulpverleners of anderen in
het geding is, is hierbij inzet van de politie aan de orde.
Het optreden op straat
De agent op straat kan op verschillende manieren te maken krijgen met een incident
met een persoon met verward gedrag. Dit kan door een noodmelding via 112, door een
niet-acute melding via 0900–8844 of door eigen waarneming. Van optreden van de politie
kan sprake zijn in geval van (strafrechtelijke) handhaving van de openbare orde, opsporing
of hulpverlening.
Indien geen sprake is van een strafbaar feit, een gevaarlijke situatie of dreigend
gevaar, dient te worden vastgesteld wat er aan de hand is. Als dat niet ter plaatste
kon worden vastgesteld, werd in het verleden de betrokkene vaak in een politieauto
meegenomen naar een politiebureau of een andere locatie om daar te worden beoordeeld.
Het vervoer van personen met verward gedrag in een politieauto is echter niet gewenst
en heeft geen juridische basis. Op een politielocatie zijn deze mensen vaak ook niet
op de goede plek. In een groot deel van de gevallen kunnen mensen die acuut in de
war zijn, tegenwoordig beoordeeld worden op een locatie van de GGZ en niet meer in
een politiecel. Vervoer naar die locatie gebeurt in veel gevallen nog altijd door
de politie. Er wordt gewerkt aan landelijk dekkend 24/7 passend vervoer voor mensen
met verward gedrag.
Het Schakelteam personen met verward gedrag heeft intensief gestimuleerd dat het vervoer
en de opvang van deze kwetsbare mensen wordt verbeterd. De bedoeling is immers dat
personen met verward gedrag tijdig passende zorg en ondersteuning krijgen. De inrichting
van passend vervoer is dan ook een van de onderwerpen waar ik en de andere opdrachtgevers
voor het vervolg op het Schakelteam de focus op leggen.
De alternatieve vormen van vervoer betekenen niet dat de politie haar handen aftrekt
van de zorg voor personen met verward gedrag. Ook bij een landelijke dekking van goede
vormen van (alternatief) vervoer voor personen met verward gedrag heeft de politie
nog een rol te vervullen. Zorgpartners en de samenleving kunnen te allen tijde op
de politie rekenen.
De zorg voor kwetsbare personen is verbeterd, maar het werk is zeker nog niet af.
Dit blijkt ook uit de eindrapportage van het Schakelteam die de Kamer op 26 september
2018 van de Minister van VWS, de VNG en mij heeft ontvangen (Kamerstuk 25 424, nr. 424). De Staatssecretaris van VWS heeft in zijn brief van 19 december 2018 (Kamerstuk
25 424, nr. 445) over het vervolg op het Schakelteam ook gemeld dat er nog veel moet gebeuren om
te komen tot een goedwerkende aanpak voor personen met verward gedrag. Daarom worden
de werkzaamheden voortgezet. Kern van de volgende fase is dat nog meer wordt gericht
op het ondersteunen van gemeenten en hun partners in de regio. In de volgende fase
wordt gekozen voor een structuur die actief ondersteunt en die zorgt voor verbindingen
binnen de regio, tussen de regio’s onderling en de relevante landelijke programma’s.
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang, die op 1 januari
2020 in werking treden, hebben als uitgangspunt dat gedwongen zorg enkel in uiterste
gevallen wordt ingezet. Dat geldt ook voor de inzet van de politie. De politie zal
in principe enkel op verzoek van de hulpverleners optreden, assistentie verlenen bij
het binnentreden en hen eventueel bijstaan bij het begeleiden naar een opvang- of
zorglocatie als de hulpverleners bij de uitvoering van onvrijwillige zorg dit niet
meer veilig alleen kunnen doen.
De inzet van de politie is hierbij dus alleen op verzoek en alleen als het niet anders
kan vanwege gevaar en het risico van (escalatie van) geweld.
Het optreden in GGZ-instellingen
Instellingen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van
medewerkers en patiënten. Bij escalatie van gedrag en geweld door personen met een
psychische stoornis in GGZ-instellingen kan de hulp van de politie worden ingeroepen.
In het Landelijk Convenant 2012 tussen politie en GGZ wordt gesproken over optreden
van de politie in GGZ-instellingen. Inmiddels lijkt er een toename te zijn van geweld
binnen instellingen. Recent hebben GGZ en politie met elkaar gesproken om te komen
tot een handreiking voor het optreden in GGZ-instellingen. Een eerste overleg van
de expertgroep van politie en GGZ is daartoe gepland. Naar verwachting zal in de eerste
helft van dit jaar een handreiking opgeleverd kunnen worden. Ook hierbij geldt dat
de politie een ultimum remedium is waar het gaat om het beteugelen van geweld in instellingen.
De politie is er als de veiligheid van hulpverleners of (mede-) patiënten in het geding
is en als sprake is van strafbare feiten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid