Brief regering : Reactie op het Deltaplan Biodiversiteitsherstel
26 407 Biodiversiteit
33 576 Natuurbeleid
Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2019
Op 19 december jl. presenteerde een brede maatschappelijke beweging het Deltaplan
Biodiversiteitsherstel. In deze brief licht ik de hoofdpunten van het Deltaplan toe
en geef ik mijn reactie, zoals door u gevraagd (in de brief van de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het verzoek van het lid Grashoff, Handelingen II
2017/18, nr. 80, item 15). Hiermee geef ik gelijktijdig invulling aan de gewijzigde motie met Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 53 om het Deltaplan Biodiversiteitsherstel inhoudelijk te ondersteunen.
Deltaplan Biodiversiteitsherstel
Aanleiding voor het Deltaplan is de sterke afname van de rijkdom aan planten en dieren
in Nederland. Herstel van de variëteit aan soorten, ecosystemen en landschappen is
van belang voor een rijkere natuur en is ook de basis voor ons welzijn en onze welvaart.
Een levende en gevarieerde bodem en voldoende bestuivende insecten vormen de basis
voor een gezonde en toekomstbestendige voedselproductie1.
Om deze afname in biodiversiteit te keren, hebben 18 leiders uit de land- en tuinbouw,
retail, agroindustrie, wetenschap en natuur- en milieuorganisaties in de Verklaring
van Driebergen vastgelegd hier gezamenlijk aan te willen gaan werken. Daartoe hebben
zij uit hun midden een aantal kwartiermakers gekozen om een vernieuwende aanpak uit
te werken.
Dit heeft geleid tot een gezamenlijk droombeeld van de betrokken organisaties en een
aanpak gebaseerd op een brede samenwerking van boeren, terreinbeheerders, particulieren,
onderzoekers en overheden op gebiedsniveau.
De kern van die aanpak is om individuele grondgebruikers te belonen voor hun bijdrage
aan het creëren van gunstige omstandigheden voor biodiversiteit. Er zijn vijf kritische
succesfactoren gedefinieerd die het voor grondgebruikers aantrekkelijk maken een bijdrage
te leveren aan herstel van biodiversiteit. Deze succesfactoren zijn: 1) draagvlak
en gedeelde waarden, 2) het realiseren van nieuwe verdienmodellen, 3) stimulerende
en coherente wet- en regelgeving, 4) nieuwe kennis en innovatie en 5) gebiedsgerichte
samenwerking tussen alle grondgebruikers in een regio. Doordat iedereen een positieve
bijdrage kan leveren aan deze succesfactoren wordt het herstel van biodiversiteit
een verantwoordelijkheid van allemaal.
Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel beschrijft drie werkroutes die samen 90% van
het Nederlandse landoppervlak beslaan: natuurgebieden, het landbouwareaal en de openbare
ruimte. Daarnaast bevat het een aanpak voor monitoring om prestaties te optimaliseren
en daarmee de effectiviteit van alle inspanningen te verbeteren. Biodiversiteitsherstel
staat niet op zichzelf en is volgens de opstellers verbonden met uitdagingen zoals
klimaatverandering, het bieden van toekomstperspectief aan boeren, het creëren van
een aantrekkelijk landelijk gebied om te wonen, werken en recreëren, de landschappelijke
inpassing van de energietransitie en het voldoen aan verschillende internationale
verplichtingen op het gebied van natuur, milieu en de kwaliteit van bodem, water en
lucht.
Werkroute landbouw
De landbouw kan als een van de grootste grondgebruikers en drukfactor op biodiversiteit
een belangrijke rol spelen in herstel. Hierbij is van belang dat boeren voldoende
beloond worden voor de inspanningen die zij leveren. Centraal in deze werkroute staat
het vergroten van de functionele agrobiodiversiteit met een levende en weerbare bodem
als uitgangspunt, en een inzet van bestuivers en natuurlijke plaagbestrijding die
bijdraagt aan gezonde en duurzame teelten. Bovendien kan landbouw gunstige biotopen
produceren voor wilde dieren en planten en nutriënten- en biomassa kringlopen zoveel
mogelijk sluitend maken.
Werkroute natuur
De aanpak voor deze werkroute is het bevorderen van de biodiversiteit in de natuurgebieden
door een combinatie van gebiedsgerichte samenwerking rondom de natuurgebieden. Hierbij
moet de verbinding met natuurgebieden verbeteren door een ander beheer van landbouwgrond
en openbare ruimte. Ook een grotere waardering voor de inspanningen van natuurbeheerders
zal leiden tot een verbetering van de biodiversiteit.
Werkroute openbare ruimte
Na de landbouw is de openbare ruimte de grootste grondgebruiker van Nederland, waarbij
het gaat over de inrichting, het beheer en onderhoud van infrastructuur als wegbermen,
spoorbermen, dijken en dergelijke) De inrichting, de bouw en het beheer van de openbare
ruime draagt nu nog onvoldoende bij aan biodiversiteit. Binnen deze werkroute wordt
gekeken of de uitbreidingen van bebouwing en infrastructuur in de openbare ruimte
de natuur in het omliggende landelijke gebied versterkt en stadsnatuur verrijkt.
Tot slot heeft dit proces geleid tot committeringen van alle betrokken partijen en
hun achterban wat zij zelf gaan bijdragen aan deze aanpak.
De komende tijd gaan betrokken organisaties concreter aangeven wat het vraagt om tot
resultaten te komen en gaan zij de monitoring en de governance praktisch inrichten.
Daartoe betrekken zij ook partijen die nog niet aan tafel zitten – waaronder overheden
– om zo de kans op succes te vergroten.
Mijn reactie
Algemeen
Ik heb grote waardering voor de samenwerking die deze partijen hebben opgezocht en
gevonden. De samenstelling en achterban van deze partijen is groot en zeer divers
en weerspiegelt een belangrijk deel van de samenleving.
Dat al deze partijen zich inzetten voor onze natuur, de basis voor ons welzijn en
welvaart, verdient steun. Ik vind het sterk dat naast wetenschap en natuurorganisaties
ook boerenorganisaties en commerciële partijen onderdeel zijn van deze coalitie. Dit
is belangrijk voor het slagen van het initiatief en maakt de gebiedsgerichte aanpak
van het Deltaplan ook een ketengerichte aanpak. Dit sluit ook goed aan bij uitgangspunten
van de Rijksnatuurvisie van 2014 (Kamerstuk 33 576, nr. 14).
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld, bijvoorbeeld in mijn reactie op het Living
Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (Kamerstuk 33 576, nr. 141) en naar aanleiding van de achteruitgang van de insecten (Kamerstuk 33 576, nr. 130), acht ik het van groot belang dat we verkennen hoe we, bovenop onze bestaande inzet
in binnen- en buitenland, verder kunnen bijdragen aan het versterken van de biodiversiteit.
Samen met andere overheden en maatschappelijke partners werk ik hier aan, bijvoorbeeld
via het Interbestuurlijk Programma (IBP), onderdeel Vitaal Platteland. Het breed gedragen
Deltaplan Biodiversiteitsherstel biedt mogelijkheden om hierin extra stappen te zetten.
Droombeeld en succesfactoren
Het droombeeld en de doelen van het Deltaplan komen tegemoet aan onze inzet vanuit
het Regeerakkoord:
• De aanpak van de werkroute landbouw past bij de ontwikkeling van de agrofoodsectoren
die bijdragen aan een duurzame voedselvoorziening;
• Het verbeteren van de biodiversiteit in natuurgebieden door juist daaromheen de milieudruk
te verminderen en biodiversiteit te versterken is de kern van het Deltaplan;
• Ruimte voor ondernemers en het versterken van innovatiekracht is een belangrijk element
in de aanpak van het Deltaplan;
• Bij de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur nemen we maatregelen om de belasting
voor het klimaat, de luchtkwaliteit en de leefomgeving te beperken;
• De aanpak voor de Regio Deals en het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
laten parallellen zien met de aanpak in het Deltaplan Biodiversiteitsherstel: gezamenlijk
en gebiedsgericht integrale oplossingen uitdenken en uitvoeren voor complexe opgaven
rond klimaat, waterkwaliteit, natuur en leefbaarheid.
Werkroute landbouw
Er zijn veel overeenkomsten tussen de doelen van het Deltaplan en van mijn visie «Landbouw,
Natuur en Voedsel: waardevol en verbonden» (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 72) op het gebied van biodiversiteit. We werken allebei toe naar een landbouw met minder
emissies naar de omgeving, een vergroting van de biodiversiteit en betere verdienmodellen.
We volgen daarbij een vergelijkbare aanpak via succesfactoren en de noodzakelijke
samenwerking met alle relevante partijen.
Ik wil mijn werkzaamheden voor het realiseren van de visie daarom laten samenlopen
met de activiteiten van het Deltaplan op het gebied van de biodiversiteit. Dit om
ervoor te zorgen dat we concrete stappen gaan zetten in het kader van de realisatie
van mijn visie.
Specifiek wil ik met de kwartiermakers afspraken maken over de meerjarige Rijksinzet
die nodig is om het Deltaplan te doen slagen, de mogelijkheden verkennen voor verdienmodellen
voor kringlooplandbouw in combinatie met biodiversiteitsherstel, en hun praktijkkennis
en ideeën betrekken bij de heroverweging van wet- en regelgeving. Ook wil ik de ideeën
vanuit het Deltaplan Biodiversiteitsherstel over onder andere de biodiversiteitsmonitor
en landschapselementen betrekken bij de GLB-pilots (Kamerstuk 33 576, nr. 135) en het Nationaal Strategisch Plan. De GLB pilots zijn ontworpen om een nieuw GLB-model
te ontwerpen, te testen en te verbeteren. In de pilots wordt getoetst hoe de landbouw
in evenwicht kan komen met klimaatverandering en hoe dit samen kan gaan met het behoud
van het boerenlandschap en versterking van de biodiversiteit. Ik zal u hierover verder
informeren in mijn brief met het realisatieplan van de LNV-visie.
Werkroute natuur
Ik onderschrijf de hoofdlijn van de werkroute natuur. In mijn brief (Kamerstuk 33 576, nr. 118) over de evaluatie van het Natuurpact heb ik omschreven dat voor het bereiken van
onze internationale doelen, aanvullende maatregelen nodig zijn en wat de vervolgacties
zijn. Ik betrek hierbij, in samenspraak met de provincies, de kennis en ideeën van
de kwartiermakers.
Werkroute openbare ruimte
Het is terecht dat het Deltaplan veel aandacht besteedt aan de openbare ruimte, zoals
(de omgeving van) infrastructuur en bedrijventerreinen. Vanwege de omvang hiervan
en het grote aantal betrokken grondeigenaren en anderszins belanghebbenden is dit
een belangrijke categorie. Het zwaartepunt van deze werkroute ligt bij de Minister
van I&W. Ik werk veel met de Minister van I&W samen op het gebied van biodiversiteit,
zoals bijvoorbeeld in de Programmatische Aanpak Grote Wateren. Daar werken we ook
met andere overheden en private partijen samen aan toekomstbestendige grote wateren
waar hoogwaardige natuur goed combineert met krachtige economie. Ik betrek de praktijkkennis
en ideeën van de kwartiermakers op dit gebied bij mijn samenwerking met het Ministerie
van I&W en andere partijen.
Monitoring
Uiteraard zal de uitvoering van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel door hen worden
gevolgd. De voorgestelde monitoringsaanpak hierbij biedt perspectief voor het nog
op te stellen monitoringssysteem voor de kringlooplandbouw zoals in de LNV-visie aangekondigd.
Ik herken het belang en de uitdaging om het monitoren van inspanningen en van biodiversiteit
op een landelijk, een regionaal en een gebiedsniveau te verbinden en wil eraan bijdragen
om dit zo goed mogelijk met elkaar te combineren. Voor de monitoring van biodiversiteit
op gebieds- en landelijk niveau moet de aanpak verder uitgewerkt worden. Ik ga deze
uitwerking financieel ondersteunen en verken momenteel de mogelijkheden voor de monitoring
van insecten in het agrarisch gebied.
Governance
Waar nodig of gewenst ondersteunt het Ministerie van LNV dit initiatief. Ik vind het
echter belangrijk dat de regie blijft waar deze nu ligt: bij de organisaties zelf.
Een governance voor een effectieve uitvoering die dit borgt juich ik toe. Verder heb
ik mijn hulp aangeboden om dit gezamenlijk uit te denken en ga ik de kwartiermakers
hiervoor met een financiële bijdrage ondersteunen.
Voor het slagen van dit plan is het belangrijk dat ook andere overheden mee gaan denken
en dat wil ik faciliteren door een gesprek met relevante departementen en de kwartiermakers
te organiseren.
De komende tijd wordt al (los van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel) op meerdere
manieren integrale gebiedsgerichte innovatie opgepakt en te combineren met de opgaven
op andere verduurzamingsterreinen, zoals bijvoorbeeld klimaatmitigatie en -adaptatie.
Voorbeelden daarvan zijn de Regio Deals en IBP Vitaal Platteland.
Ik wil kijken of we tot goede koppelingen kunnen komen tussen de innovatie die al
wordt opgepakt en de ideeën van het Deltaplan. Het is daarom goed om, samen met de
andere betrokkenen, te bekijken of en hoe de innovatie die al wordt opgepakt en het
oppakken van de ideeën in het Deltaplan elkaar kunnen versterken.
Vervolg
Ik kijk uit naar de samenwerking met de kwartiermakers en naar het bundelen van onze
energie. En ik ga graag met de Kamer in gesprek over uw ideeën om dit maatschappelijke
initiatief tot een succes te maken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit