Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Kuzu, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 13 maart 2018, over deelname aan de politiek door mensen met een migratieachtergrond
29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving
Nr. 107
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2019
Tijdens de regeling van werkzaamheden op 13 maart 2018 heeft de heer Kuzu om een appreciatie
                  van het kabinet verzocht van het onderzoek van Paul Hindriks (Handelingen II 2017/18,
                  nr. 60, item 24). In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  in op het onderwerp van zijn proefschrift  De strijd om de macht die als subtitel Houdingen ten aanzien van de politieke participatie van etnische minderheden heeft.
               
De inzet van het kabinet is dat iedereen meedoet in de Nederlandse samenleving en
                  daar hoort meedoen in de politiek bij. De politiek is van ons allemaal en raakt ons
                  allemaal. Mensen in Nederland zijn vrij hun stem te laten horen, politiek actief te
                  worden en politiek actief te zijn. Nederlanders zijn vrij zich politiek te verenigen,
                  ongeacht hun achtergrond. Dat is een groot goed. Meedoen in de politiek door mensen
                  met een migratieachtergrond versterkt hun betrokkenheid bij de samenleving en helpt
                  om problemen te benoemen en oplossingen te bedenken die anders misschien over het
                  hoofd worden gezien.
               
Het is voorstelbaar dat het voor mensen moeilijk is om vertrouwen te hebben in politieke
                  vertegenwoordigers als zij niet kunnen doorgronden wat zij voor hebben met de samenleving
                  en voor welk belang zij staan. Dit geldt voor Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.
                  Als wantrouwen naar mensen vanuit vooroordelen over afkomst hierbij een rol speelt,
                  dan is het belangrijk dat we dit als kabinet en samenleving bestrijden. In dat kader
                  is bijvoorbeeld de versterking van de burgerschapsopdracht in het onderwijs van belang.
                  De inzet van het kabinet is om uitsluiting en discriminatie tegen te gaan en om de
                  randvoorwaarden voor politieke participatie zo laagdrempelig en toegankelijk mogelijk
                  te maken.
               
Ik waardeer politieke deelname van Nederlanders met en zonder migratieachtergrond,
                  we staan samen voor de Nederlandse samenleving.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  W. Koolmees
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
