Brief regering : Rapport ‘Uitkomsten en borging van het Praktijkteam Zvw-pgb’
25 657 Persoonsgebonden Budgetten
Nr. 307
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2019
Hierbij ontvangt u het rapport «Uitkomsten en borging van het Praktijkteam Zvw-pgb»1.
Belangrijkste punten uit deze brief:
– Er zijn dit jaar 3 vervolg bijeenkomsten geweest van het praktijkteam Zvw-pgb.
– De uitkomsten van het praktijkteam zijn input geweest voor het maken van de nieuwe
bestuurlijke afspraken 2019–2021.
– Ik ga met ZN, Per Saldo en V&VN in overleg om te bepalen hoe we de borging van het
praktijkteam in de toekomst het beste vorm kunnen geven.
Achtergrond
Bij het opstellen van de bestuurlijke afspraken Zvw-pgb 2017–2018 tussen Zorgverzekeraars
Nederland (ZN), Per Saldo en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) is geconcludeerd dat er knelpunten rond de indicatiestelling voor het Zvw-pgb
worden ervaren. Daarom is afgesproken om een tijdelijke commissie indicatiestellingen
op te richten. In de loop van 2017 hebben ZN, Per Saldo, Verpleegkundigen en Verzorgenden
Nederland (V&VN) en VWS besloten hier een praktijkteam van te maken, en in november
2017 heeft een eerste trialbijeenkomst van dit praktijkteam plaatsgevonden. U bent
over de uitkomsten van deze trial geïnformeerd in een brief d.d. 16 februari 20182.
ZN, Per Saldo, V&VN en VWS hebben naar aanleiding van de uitkomsten van de trialbijeenkomst
besloten dat het praktijkteam een vervolg zou krijgen in 2018. VWS heeft vervolgens
Arteria een opdracht gegeven om een aantal bijeenkomsten te organiseren in 2018 en
daarnaast een advies te geven over de borging van het praktijkteam in de praktijk
na 2018.
In de nieuwe bestuurlijke afspraken Zvw-pgb 2019–20213 is afgesproken dat de partijen de uitkomsten van het praktijkteam zullen volgen en
dat de mogelijke aanbevelingen in overleg met partijen worden opgepakt.
Praktijkteam
Er zijn 3 bijeenkomsten georganiseerd met verschillende thema’s:
1. Mensen die langdurig (langer dan een jaar) zijn aangewezen op verpleging en/of verzorging
2. Kinderen met een intensieve zorgvraag
3. Palliatieve terminale zorg
De praktijkteams waren samengesteld uit vertegenwoordigers van Per Saldo, wijkverpleegkundigen,
zorgverzekeraars en VWS, waarbij geborgd was dat de juiste expertise beschikbaar was
om advies te kunnen geven over de te bespreken casuïstiek. Door de indeling van de
bijeenkomsten op thema’s was het nodig om te werken met een wisselende bezetting vanuit
de beroepsgroep. Zo waren bij het eerste praktijkteam indicerend wijkverpleegkundigen
aanwezig die in hun praktijk te maken hebben met langdurige zorgvragen. Bij praktijkteam
2 waren kinderverpleegkundigen aanwezig. Bij het laatste praktijkteam was een aantal
indicerend wijkverpleegkundigen aanwezig met specifieke expertise over palliatieve
terminale zorg. Het praktijkteam gaf op basis van de voorgelegde casuïstiek advies
over de aanpak van indicatiestellingen en beoordelingen van pgb-aanvragen in toekomstige
situaties. Daarmee leverde het praktijkteam input voor de doorontwikkeling van de
toolbox indicatiestelling van V&VN, het Zvw-pgb reglement 2019 en het eventueel aanpassen
van wet- en regelgeving door VWS. Bij alle praktijkteams werd een methodiek ingezet
om van advies uit de praktijk een vertaalslag te maken naar beleidsaanbevelingen.
De deelnemers aan de drie praktijkteams werden voorafgaand aan de bijeenkomst in de
gelegenheid gesteld om casuïstiek aan te leveren. Om de casuïstiek zo eenduidig mogelijk
te behandelen, werd dit aangeleverd via een vast format.
De verslagen met inhoudelijke uitkomsten van de bijeenkomsten zijn in drie separate
documenten gedeeld met het Ministerie van VWS. De bijlage van het adviesrapport beschrijft
de belangrijkste uitkomsten, die per praktijkteam en per casus zijn gedestilleerd
om te adviseren over het landelijk gevoerde beleid. Hierbij is ook beschreven bij
welke partij de actie ligt volgens het praktijkteam. Deze adviezen zien vooral op:
– Goed en eerder contact tussen verzekeraar en indicerend verpleegkundige.
– De mogelijkheid om cyclisch indiceren onder de aandacht te brengen en dit verder uitrollen.
– Intercollegiale toetsing
– Meer aandacht in de toolbox voor specifieke vaardigheden
– In sommige situaties een meer coördinerende rol voor de wijkverpleegkundige.
– Stimulering van kennis over veld en domein overstijgend werken
– Invulling geven aan de term 24-uurs zorg bij palliatieve terminale zorg.
Een deel van deze uitkomsten zijn mede input geweest voor het maken van de nieuwe
bestuurlijke afspraken 2019–2021. Deze input wordt ook meegenomen in de nog lopende
gesprekken tussen VWS, ZN, Per Saldo en V&VN over het zogenaamde «parkeerartikel»
5.5 uit de bestuurlijke afspraken, of wordt in andere gremia opgepakt.
De vertegenwoordigers van VWS in het praktijkteam hebben van de deelnemers aan het
praktijkteam begrepen dat zij positief zijn over de opzet van het praktijkteam. De
deelnemers zien dan ook een meerwaarde in het voortzetten van het praktijkteam, al
dan niet in een andere vorm.
Vervolg
In het rapport wordt een aantal mogelijkheden opgesomd voor de borging van het praktijkteam
(praktijkteam georganiseerd door landelijke brancheorganisaties, regionaal praktijkteam,
casuïstiekbesprekingen, digitaal platform of een onafhankelijke adviesraad). Arteria
adviseert in te zetten op een regionaal praktijkteam. Dit rapport, met opgedane ervaringen,
geeft betrokken partijen dan de kennis en richting om een praktijkteam zelf te organiseren,
zonder dat ze opnieuw moeten beginnen. Daarnaast houden ze de ruimte om het op hun
eigen wijze te organiseren.
Ik vind het een goede zaak om het praktijkteam samen met V&VN, ZN en Per Saldo voort
te zetten, zolang partijen daar de meerwaarde van blijven zien. Ik ga met ZN, Per
Saldo en V&VN in overleg om te bepalen hoe we die borging van het praktijkteam in
de toekomst het beste vorm kunnen geven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport