Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake de gevolgen van de val van het Belgische kabinet voor dossier mijnenbestrijdingsvaartuigen
27 830 Materieelprojecten
Nr. 279 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2019
Op 20 december 2018 heeft de vaste commissie voor Defensie mij verzocht om een reactie
op de mogelijke gevolgen van de val van het Belgische kabinet voor het project «Vervanging
mijnenbestrijdingscapaciteit».
Zoals uiteengezet in onder andere de A-brief over dit project en de beantwoording
van schriftelijke vragen daarover1 heeft België de leiding van de vervanging van de mijnenbestrijdingscapaciteit van
zowel België als Nederland. België voert dit project uit door middel van een Europese
aanbestedingsprocedure met vooraf geselecteerde partijen. Deze procedure is nog niet
voltooid.
In de Belgische systematiek moet het besluit van de Minister van Defensie om de opdracht
te gunnen aan de winnaar van de aanbesteding, worden goedgekeurd door de ministerraad.
Gebruikelijk is dat de ministerraad geen belangrijke besluiten zoals een dergelijke
goedkeuring meer neemt in de periode vanaf veertig dagen voorafgaand aan federale
parlementsverkiezingen.
Deze verkiezingen zijn op 26 mei aanstaande en deze termijn van veertig dagen begint
op 16 april. Tegen deze achtergrond zijn België en Nederland in overleg over de mogelijkheden
om de besluitvorming in beide landen eerder dan half april te voltooien. Ik zal de
Kamer zo spoedig mogelijk informeren over het resultaat van dit overleg.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie