Brief regering : Invulling € 100 miljoen lastenverlichting mkb
35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019)
Nr. 60
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2019
Bij de augustusbesluitvorming 2018 heeft het kabinet met ingang van 2020 een bedrag
van € 100 miljoen gereserveerd voor verlaging van de lasten op arbeid voor het midden-
en kleinbedrijf (mkb). Met deze brief wil ik u informeren over de concrete invulling
die het kabinet voor ogen heeft.
Het kabinet stelt twee verruimingen voor in de werkkostenregeling. De eerste maatregel
verhoogt de vrije ruimte gericht op het mkb. De tweede maatregel houdt in dat vergoedingen
voor verklaringen omtrent gedrag («VOG») niet meer ten laste komen van de vrije ruimte.
Inwerkingtreding is beoogd per 2020.
Deze lastenverlichting heeft een samenloop met het vervolg op de evaluatie van de
werkkostenregeling. In de kabinetsreactie op de evaluatie1 heb ik aangegeven in overleg te treden met het bedrijfsleven om na te gaan voor welke
aanpassingen in de regeling draagvlak bestaat. Inmiddels hebben verschillende overleggen
plaatsgevonden. De voorgenomen maatregelen komen tegemoet aan twee voor het mkb prangende
knelpunten.
Tabel 1 geeft een budgettair overzicht. Het vervolg van deze brief bevat een nadere
toelichting.
Tabel 1: Voorgestelde verruimingen werkkostenregeling
Maatregel
€ mln
Vergroten vrije ruimte gericht op het mkb. In plaats van het reguliere percentage
van 1,2% geldt voor de eerste € 400.000 van de loonsom een hoger percentage van 1,7%.
93
Vrijstellen van vergoedingen voor verklaringen omtrent gedrag
9
102
Werkkostenregeling
Via de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen en verstrekkingen
aan hun werknemers geven. Het mag daarbij ook gaan om zaken waar werknemers privévoordeel
van kunnen hebben. Typische voorbeelden zijn kerstpakketten en bedrijfsuitjes. Het
totale bedrag aan deze vergoedingen en verstrekkingen moet binnen de vrije ruimte
blijven. Deze vrije ruimte bedraagt in de huidige situatie 1,2% van de loonsom van
alle medewerkers samen. Met name mkb-ondernemingen met lage lonen en/of veel parttimers
ervaren de huidige beperking van de vrije ruimte als knellend. Een genoemd argument
is dat kleinere bedrijven vaker genoodzaakt zijn om personeelsfestiviteiten op een
externe locatie te organiseren, waardoor de kosten – anders dan bij festiviteiten
op de werkplek – ten laste van de vrije ruimte komen.
Overigens tellen niet alle vergoedingen en verstrekkingen mee. Onder voorwaarden geldt
bijvoorbeeld een vrijstelling voor reiskosten. Ook bijvoorbeeld verstrekte smartphones
en tablets zijn vrijgesteld als deze noodzakelijk zijn voor een behoorlijke vervulling
van de dienstbetrekking.
Voorstel: vergroten vrije ruimte gericht op het mkb
De eerste maatregel zorgt ervoor dat de vrije ruimte groter wordt, gericht op het
mkb. Er komt een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije
ruimte wordt berekend als 1,7% van de loonsom tot € 400.000 plus 1,2% van de resterende
loonsom. Door de vormgeving is de verruiming voor kleine werkgevers relatief het grootst.
Tabel 2 toont een aantal voorbeelden.
Tabel 2: Effect grotere vrije ruimte bij verschillende loonsommen
Loonsom (€)
Vrije ruimte voor de maatregel (€)
Vrije ruimte na de maatregel (€)
Verruiming als bedrag (€)
Verruiming als percentage
200.000
2.400
3.400
1.000
42%
400.000
4.800
6.800
2.000
42%
800.000
9.600
11.600
2.000
21%
4.000.000
48.000
50.000
2.000
4%
Voorstel: vrijstellen van vergoedingen voor verklaringen omtrent gedrag
In de huidige situatie tellen vergoedingen van de werkgever aan de werknemer voor
een verklaring omtrent gedrag (VOG) mee in de werkkostenregeling. Omdat een VOG vaak
wettelijk verplicht is en niet tot een voordeel leidt voor de werknemer, leidt dit
tot veel onbegrip bij werkgevers. De maatregel houdt in dat een vergoeding voor een
VOG niet meer ten laste komt van de vrije ruimte.
Betrokkenheid mkb
Het kabinet hecht aan een invulling waar het mkb ook echt achter staat. Op verschillende
momenten heeft daarom overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het mkb. Dat
heeft geleid tot deze uitwerking. Ook zijn er gesprekken met ondernemers, brancheorganisaties
en intermediairs gevoerd over de werkkostenregeling, waaruit is gebleken dat een grote
behoefte is aan een verruiming voor het mkb.
Uitvoerbaarheid
Bij de voorstellen was en is de uitvoerbaarheid een belangrijke toetssteen. De in
gang gezette uitvoeringstoets moet hier definitief uitsluitsel over geven. Ook de
softwareleveranciers van salarisverwerkingsprogramma’s moeten nog definitief aangeven
of zij de wijzigingen tijdig kunnen verwerken voor inwerkingtreding per 2020. De Tweede
Kamer wordt hierover uiterlijk bij indiening van het wetsvoorstel – naar verwachting
op Prinsjesdag – nader geïnformeerd en eerder indien daar aanleiding toe is.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën