Brief regering : Financiële tegemoetkomingsregeling Q-koorts
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 52
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2019
In mijn brief van 24 september jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 48) heb ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV),
ingelicht over de beleidsregel voor de onverplichte tegemoetkoming als gebaar ter
erkenning voor Q-koortspatiënten en nabestaanden van patiënten die zijn overleden
aan chronische Q-koorts. Gisteren was de laatste dag dat patiënten of nabestaanden
een aanvraag konden indienen. Tot op heden zijn er ruim 2.000 aanvragen binnen gekomen,
dus het lijkt erop dat mensen het aanmeldloket goed hebben kunnen vinden en de procedure
laagdrempelig genoeg was. Het eerste deel van de binnengekomen aanvragen is in de
afgelopen periode individueel beoordeeld. De beoordeling van het overige deel van
de aanvragen wordt de komende maanden voortgezet. Het is daarom op dit moment nog
niet duidelijk hoeveel van die aanvragen daadwerkelijk gehonoreerd zullen worden.
De bedoeling van de regeling is een gebaar ter erkenning van de grote gevolgen die
de patiënten en nabestaanden hebben ondervonden. De regeling ging uit van een gelijke
verdeling van het beschikbare bedrag over het aantal toegewezen aanvragen, met een
maximum van € 15.000,– per toe te wijzen aanvraag. Met het huidige aantal aanvragen
dat naar verwachting wordt toegewezen, krijgen de mensen fors minder dan dit maximale
bedrag. Om recht te doen aan de bedoeling van het gebaar heb ik daarom, mede namens
de Minister van LNV, besloten om iedereen met een goedgekeurde aanvraag dit maximale
bedrag van € 15.000,– toe te kennen. Ik zal hiervoor de beleidsregel aanpassen zodat
na goedkeuring direct overgegaan kan worden tot uitbetaling.
De Q-koortsuitbraak ligt al enige tijd achter ons. Ik besef dat de gevolgen nog dagelijks
voelbaar zijn voor mensen die besmet zijn met Q-koorts en daar chronische Q-koorts
of het Q-koorts vermoeidheidssyndroom van hebben gekregen. Ik hoop oprecht dat de
patiënten en hun nabestaanden dit gebaar ervaren als erkenning en medeleven.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg