Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Beckerman, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 19 december 2018, over het bericht dat energiebedrijf Eneco via veiling wordt verkocht
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 242 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2019
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Economische
Zaken en Klimaat aangaande het bericht «Energiebedrijf Eneco wordt verkocht via veiling»1 van 19 december 2018. Het lid Beckerman (SP) vroeg om een debat over de veiling van
Eneco en het lid Moorlag (PvdA) verzocht om een brief waarin «de mogelijkheden en
onmogelijkheden om dit proces te beïnvloeden» op een rij worden gezet (Handelingen
II 2018/19, nr. 38, item 5).
Op 18 december 2018 is een besluit aangekondigd door de Aandeelhouderscommissie, Raad
van Commissarissen en Raad van Bestuur van Eneco Groep om de aandelen in Eneco te
verkopen via een «gecontroleerde veiling» (controlled auction). Het verkopen van een
onderneming via een dergelijk verkoopproces is een van de mogelijkheden die binnen
de Nederlandse rechtsorde is toegestaan. Een dergelijk proces is gebruikelijk voor
de verkoop van aandelen in een onderneming en biedt de mogelijkheid om controle te
houden op een transparant verkoopproces. De Centrale Ondernemingsraad van Eneco is
hierover geraadpleegd en heeft positief advies afgegeven. Het verkoopproces gaat naar
verwachting in het voorjaar van start. Het doel van deze zogenoemde transactiefase
is het verkrijgen van een geschikte bieding van een partij die voldoet aan de gestelde
voorwaarden. De uitkomst wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de 53 gemeentelijke
aandeelhouders van Eneco. Het is de verwachting dat het verkoopproces geheel 2019
zal duren en in 2020 kan worden afgerond.
Zoals eerder aangegeven in een brief aan uw Kamer op 13 november 2017 (Kamerstuk 29 023, nr. 226) is het wat mij betreft aan de aandeelhoudende gemeenten om te bepalen of zij hun
aandeelhouderschap van Eneco voort willen zetten. Ik constateer met het voornemen
tot het starten van het verkoopproces dat de aandeelhouders hun belang in Eneco willen
verkopen. Hierbij blijf ik op het punt dat ik me op de hoogte blijf stellen van de
actuele ontwikkelingen, maar geen reden of noodzaak zie om me te mengen in de verantwoordelijkheid
van de huidige (publieke) aandeelhouders in deze fase. Dit ook omdat het bestuur van
Eneco, de aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de centrale ondernemingsraad
unaniem het verkoopproces onderschrijven en de belangen van Eneco en haar stakeholders
het best geborgd zien via dit verkoopproces. Met het proces van een »controlled auction»
zijn geïnteresseerde partijen volgens Eneco aan duidelijke regels gebonden. Hiermee
is niet alleen de hoogte van het bod van belang, maar spelen ook andere criteria waaraan
een bieder moet voldoen. Andere zaken waarvan de aandeelhouders hebben aangegeven
deze mee te zullen laten wegen zijn «voortzetting van de duurzame strategie en werkgelegenheid»
en «transactiezekerheid». Deze garanties zijn van belang in de verkoop en worden meegewogen
bij beoordeling van een biedingen. Hiermee worden deze publieke belangen in dit proces
beschermd.
Mijn rol voor wat betreft de borging van de publieke belangen bij de voorgenomen veiling
van Eneco is als volgt. Ten eerste is de overheid verantwoordelijk voor een helder
algemeen perspectief en de juiste randvoorwaarden voor een succesvolle energietransitie.
Dit doe ik onder meer door het opstellen van wet- en regelgeving en door het afsluiten
van een nieuw Klimaatakkoord. Met dit akkoord wil ik borgen dat alle partijen, waaronder
Eneco, bijdragen aan het bereiken van de ambitieuze doelstellingen op het terrein
van CO2-reductie uit het regeerakkoord. Over het ontwerpKlimaatakkoord bent u in december
2018 geïnformeerd en uiteraard zult u in de komende maanden ook over het vervolg worden
geïnformeerd. De wet- en regelgeving biedt mij geen mogelijkheid om een duurzaamheidsstrategie
af te dwingen bij individuele bedrijven.
Ten tweede voorziet artikel 86f van de Elektriciteitswet in een wettelijke meldplicht
bij iedere wijziging in zeggenschap van een «productie-installatie met een nominaal
elektrisch vermogen van meer dan 250 MW». Eneco bezit enkele productie-installaties
met een vermogen van meer dan 250 MW. Dat er bij een verkoop van Eneco sprake is van
een wijziging in zeggenschap van deze productie-installaties, is evident. De melding
geschiedt schriftelijk uiterlijk vier maanden voor de datum van de voorgenomen wijziging
met betrekking tot zeggenschap. De melding moet dus gedaan worden voordat de transactie
plaatsvindt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat kan vervolgens op grond van overwegingen
van openbare veiligheid, voorzieningszekerheid of leveringszekerheid de wijziging
in de zeggenschap verbieden of voorschriften hieraan verbinden. Een dergelijk besluit
komt zorgvuldig tot stand, binnen de kaders van de wet. De Regeling melding wijziging
zeggenschap Elektriciteitswet 1998 geeft aan welke informatie aangeleverd moet worden
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat om tot een gedegen afweging te komen.
Het gaat om informatie over de bij de wijziging betrokken installaties en relevante
partijen, informatie over de voorgenomen wijziging in de zeggenschap, informatie over
de financiële positie, en informatie over intenties, strategie en geleverde prestaties
in het verleden.
De verkoop van Eneco brengt dus – ongeacht de verkoopvorm – een wijziging in de zeggenschap
teweeg die onderworpen is aan de bovengenoemde meldingsverplichting en activeert de
bevoegdheid van de Minister van Economische Zaken en Klimaat om de voorgenomen verkoop
te beoordelen. De verkoop van Eneco in de vorm van een gecontroleerde veiling maakt
dit niet anders: degene die volgens die veiling gewonnen heeft, kan zonder de bovengenoemde
procedure te hebben doorlopen geen eigenaar worden.
Gezien het bovenstaande zie ik nu geen reden om mij specifiek te mengen in het proces
van de gecontroleerde veiling van Eneco en zal ik te zijner tijd de voorgenomen transactie
beoordelen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat