Brief regering : Selectiviteitsbeleid Schiphol – Lelystad Airport
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 574
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2019
In het debat van 18 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 37, Debat over de herziening
van het Nederlandse luchtruim) heb ik aangegeven u op de hoogte te stellen van nieuwe
ontwikkelingen in het kader van de verkeersverdelingsregel Schiphol – Lelystad Airport
(VVR) op het moment dat dit opportuun was. In deze brief zet ik mijn vervolgstappen
uiteen.
Selectieve ontwikkeling
Het netwerkverkeer op Schiphol is essentieel voor de economisch waardevolle functie
van de nationale luchthaven als belangrijke hub in Europa. Gezien de schaarse capaciteit
voor luchtvaart in Nederland en de aanzienlijke belasting van het milieu die de luchtvaart
op dit moment en op middellange termijn nog met zich meebrengt, hecht het kabinet
eraan beschikbare capaciteit in te zetten om de hubfunctie van Schiphol maximaal te
ondersteunen.
Conform het Aldersakkoord wil het kabinet Lelystad Airport ontwikkelen als overloopluchthaven
voor vakantievluchten van Schiphol, zodat op Schiphol ruimte kan worden geboden om
het (inter)continentale netwerk te versterken. Hiertoe is afgesproken het selectiviteitsbeleid
te verbeteren. Zoals reeds bij het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is vastgesteld, kent Nederland op dit moment nog geen effectief selectiviteitsbeleid.
Het afgelopen jaar is hard gewerkt om dit te ontwikkelen.
Er is een regeling ontwikkeld om te voorkomen dat de capaciteit op Lelystad Airport
beschikbaar komt voor vluchten die niet zijn verplaatst van Schiphol naar Lelystad
Airport en om op Schiphol de vrijgekomen capaciteit te reserveren voor het verkeer
dat het netwerk versterkt. Daarnaast zijn andere mogelijkheden voor een selectieve
sturing op de invulling van de schaarse capaciteit onderzocht, te weten nationale
regelgeving en de marktbenadering.
De instrumenten moeten passen binnen een strikt kader van EU-regelgeving, dat nadrukkelijk toeziet op onder andere non-discriminatie, proportionaliteit
en vrije markttoegang. In december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 37, Debat over
de herziening van het Nederlandse luchtruim) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de VVR,
die op 12 juli 2018 na intensief vooroverleg is genotificeerd bij de Europese Commissie,
toch door de Europese Commissie strijdig werd geacht met EU-regelgeving. Het is niet
mogelijk om nationale regels te stellen die strijdig zijn met het Europese kader,
daarom is gezocht naar mogelijkheden om een VVR te maken die de genoemde doelen van
het kabinet zo goed mogelijk borgt, maar ook past binnen de strikte voorwaarden van
de Europese Commissie.
Ook zijn, naast de ontwikkeling van een te notificeren VVR, aanpalende maatregelen
in kaart gebracht om te sturen op netwerkkwaliteit binnen de verdeling van schaarse
luchthavencapaciteit, zoals uitbreiding van nationale sturingsmogelijkheden. Dat leidt
tot een gecombineerde aanpak voor de komende maanden en jaren.
Verkeersverdelingsregel
Om in de eerste fase te zorgen voor borging van de doelen van het kabinet zal, na
een nationale marktconsultatie, een nieuwe VVR worden genotificeerd die de slotcoördinator
opdraagt om bij de eerste 25.000 slots op Lelystad Airport een prioriteit toe te kennen
aan verkeer dat afkomstig is van Schiphol. De VVR regelt bovendien dat de slots die
achterblijven op Schiphol moeten worden ingevuld met vluchten naar transferbestemmingen.
Na 10.000 vliegtuigbewegingen (in 2023) vindt een evaluatie plaats op basis waarvan,
na akkoord van de Europese Commissie, de VVR in werking treedt voor de volgende 15.000
vliegtuigbewegingen, die erna stapsgewijs zullen worden uitgegeven. De Europese Commissie
beoordeelt op basis van deze evaluatie de effectiviteit, impact en proportionaliteit
van de VVR. Er zal worden bezien of er voldoende ruimte is voor nieuwe toetreders
binnen het systeem Schiphol/Lelystad Airport. Ook de ruimte voor nieuwe toetreders
door toekomstige groeimogelijkheden op Schiphol wordt daarbij betrokken. Hiervoor
is geen notificatie van een nieuwe verkeersverdelingsregel nodig.
Onderdeel van de VVR is een bestemmingenlijst met bestemmingen die van Schiphol mogen
worden gevlogen op de slots die zijn vrijgekomen door verplaatsing naar Lelystad Airport.
Dit om te voorkomen dat maatschappijen de vrijgekomen ruimte op Schiphol alsnog benutten
voor niet-transfer bestemmingen. Hiertoe wordt een lijst opgenomen van bestemmingen
waar op basis van het huidig gebruik minimaal 10% van de passagiers transferpassagier
is. De bestemmingenlijst voor Lelystad Airport wordt geschrapt. Dit houdt in dat maatschappijen
vrij mogen kiezen waarheen ze vliegen vanaf Lelystad Airport, passend binnen de luchthaveninfrastructuur.
Met een goedgekeurde VVR die capaciteit prioritair beschikbaar stelt voor verkeer
afkomstig van Schiphol zal, gezien de naar verwachting grote vraag naar slots en de
beperkte groeimogelijkheden op Schiphol, de capaciteit op Lelystad Airport kunnen
worden gevuld met niet-transferverkeer dat afkomstig is van Schiphol. Na een nieuwe openbare nationale marktconsultatie
van de nieuwe VVR, zal deze bij de Europese Commissie genotificeerd worden.
Marktbenadering
Ook voor de selectieve ontwikkeling van Schiphol als hubluchthaven is het van belang
dat Lelystad Airport zal functioneren als overloopluchthaven van Schiphol. Daartoe
is, naast de ontwikkeling van een VVR, Schiphol Group gevraagd middels een gerichte
marktbenadering en aantrekkelijke faciliteiten te zorgen dat Lelystad Airport zich
actief richt op het aantrekken van airlines die op Lelystad vakantievluchten willen
aanbieden, zodat deze airlines zich op Schiphol kunnen richten op hubgebonden vluchten.
Zo zijn alle faciliteiten van Lelystad Airport, van parkeergelegenheid en landzijdige
bereikbaarheid tot de inrichting van de terminal, gericht op dit type vluchten. Daarnaast
wordt de marketing van de luchthaven richting luchtvaartmaatschappijen en publiek
alleen hier op gericht. De schaarse capaciteit op Schiphol vormt bovendien een natuurlijke
prikkel om vluchten die niet afhankelijk zijn van het hubnetwerk naar een andere luchthaven
te verplaatsen, zo lang daar een aantrekkelijk aanbod aan faciliteiten is en het verzorgingsgebied
met dat van Schiphol overlapt.
Ik zal de komende maanden onafhankelijk een analyse laten uitvoeren naar de te verwachten
verplaatsing van vluchten van Schiphol naar Lelystad op basis van de VVR. Daarbij
zal de belangstelling van marktpartijen om vluchten van Schiphol naar Lelystad Airport
te verplaatsen worden betrokken. Ik zal u hierover uiterlijk in mei informeren.
Ruimte voor nationaal selectiviteitsbeleid
Omdat duidelijk is dat er binnen de EU-regelgeving, die vooral is gericht op de bescherming
van de geliberaliseerde luchtvaartmarkt en de borging van ruimte voor nieuwe toetreders,
weinig ruimte bestaat om te sturen op de toedeling van slots, zal naast de notificatie
van bovenstaande worden ingezet op aanvullende mogelijkheden voor toekomstige sturing.
Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan een regel op basis waarvan de slotcoördinator bij
gelijksoortige aanvragen slots niet automatisch naar rato verdeelt, maar rekening
houdt met de netwerkkwaliteit en/of duurzaamheid. Daarvoor kijk ik ook naar de praktijk
van slotallocatie op andere Europese luchthavens. Ik zal uw Kamer daarover zo spoedig
mogelijk, uiterlijk bij het verschijnen van de Luchtvaartnota, informeren.
Zoals ik uw Kamer in het debat op 18 december 2018 heb laten weten (Handelingen II
2018/19, nr. 37, Debat over de herziening van het Nederlandse luchtruim), heeft de
Europese Commissie aangegeven dat de nieuwe Commissie gaat werken aan een nieuwe slotverordening.
Dit gebeurt in de periode 2020–2022. Nederland zal zich binnen de EU inspannen om
ervoor te zorgen dat deze aanpassing ertoe leidt dat er meer ruimte ontstaat om nationaal
selectiviteitsbeleid te voeren in lijn met de motie van het lid Kröger1. Dit kan nieuwe sturingsmogelijkheden bieden om verder te bevorderen dat zoveel mogelijk
van de overige 20.000 vliegtuigbewegingen op Lelystad (25.000 – 45.000) worden benut
door overloopverkeer, zodat op Schiphol extra ruimte vrij komt voor verkeer dat de
hubfunctie ondersteunt.
Vervolgstappen
Gelijktijdig met de verzending van deze brief start de internetconsultatie van de
VVR voor een periode van drie weken via de website www.internetconsultatie.nl. Ingediende reacties zullen worden bekeken en waar mogelijk zal de regelgeving worden
verbeterd. Na afronding van de internetconsultatie zal de VVR worden genotificeerd
bij de Europese Commissie. Zodra de Europese Commissie haar beoordeling van de genotificeerde
VVR heeft afgerond, zal ik uw Kamer hierover informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat