Brief regering : Wettelijk leeftijdsontslag rechters
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 486
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2019
In zijn brief d.d. 4 oktober 2017 (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 117) heeft de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie toegezegd uw Kamer nader
te zullen informeren over het onderzoek naar de wenselijkheid van het wijzigen van
de wettelijke ontslagleeftijd (70 jaar) voor rechters. Dit onderzoek is onlangs tot
afronding gekomen.
In het kader van dit onderzoek heb ik gesprekken gevoerd met de Hoge Raad, de Raad
voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Nederlandse
Vereniging voor Rechtspraak. Omdat ook voor burgemeesters en commissarissen van de
Koning de ontslagleeftijd van 70 jaar geldt, heb ik daarbij ook het Ministerie van
Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties betrokken. Onderdeel van het onderzoek was
voorts een vergelijking met een tiental Europese landen (zie de bijlage)1. Daaruit is gebleken dat de ontslagleeftijd van 70 jaar in een aantal gevallen overeenkomt
met en in enkele andere gevallen marginaal afwijkt van de leeftijden die in de onderzochte
landen van toepassing zijn. Alle bovengenoemde instanties hebben uiteindelijk aangegeven
geen aanleiding te zien de wettelijke ontslagleeftijd aan te passen of de wens daartoe
te hebben.
Op grond van deze bevindingen zie ik geen aanleiding een voorstel te doen om de wettelijke
ontslagleeftijd van rechters te wijzigen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming