Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake gezamenlijke visie op vertrouwen in de zorg
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 januari 2019
Bij brief van 16 oktober jl. (Kamerstuk 32 620, nr. 213) heb ik u laten weten de toezegging om met een gezamenlijke visie op vertrouwen in
de zorg te komen, zoals ik die deed in het AO van 30 mei jl. inzake administratieve
lasten (Kamerstukken 29 515 en 32 012 en 32 620 en 27 529, nr. 433), gestand te doen via een gezamenlijke beleidsreactie van de drie bewindspersonen
van VWS op het in voorbereiding zijnde advies van de Raad voor de Volksgezondheid
en Samenleving (RVS) over andere vormen van verantwoording in de zorg en het sociaal
domein. De RVS verwacht dat advies in april 2019 op te leveren. U heeft mij op 13 november
verzocht om alsnog een eigen visie vanuit VWS op vertrouwen in de zorg aan uw Kamer
te doen toekomen. Dat was reeds mijn intentie, en ik bevestig hierbij nogmaals dat
voor de zomer van 2019 te zullen doen. Ik wil die visie in samenhang met voornoemd
RVS-advies, alsook andere recente relevante publicaties, zoals de publicatie «Samen
anders kijken: over regeldruk en de zorg die je je eigen familie en naasten gunt»
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bezien.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg