Brief regering : Stand van zaken startup en scale-up beleid
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 343 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (OCW) en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(BHOS) over het startup en scale-up beleid. Deze brief is een vervolg op de brief
van 19 april jl. over de rapportage «Verantwoording SUD 2.0 en doorkijk SUD 3.0»1 van StartupDelta. Hierin heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de maatregelen
van het kabinet voor startups en scale-ups.
Ik zie StartupDelta – naast de andere instrumenten en programma’s – vanwege hun agenderende
en aanjagende rol als een belangrijk instrument voor het verder versterken van het
ecosysteem voor startups en scale-ups. Constantijn van Oranje zet zich als «special
envoy» in de periode SUD 3.0 (tot medio 2019) vooral in voor het verbinden van de
regionale innovatiehubs, internationale opschaling van startups en valorisatie van
kennis op het gebied van sleuteltechnologieën. Deze brief bevat een rijksbrede, integrale
aanpak, die ingaat op de ambitie van het kabinet, waar we nu staan en welke concrete
maatregelen zijn genomen om deze ambitie te bereiken.
Ambitie
Het kabinet streeft ernaar dat Nederland concurrerend en innovatief blijft. Hiervoor
is het cruciaal om een florerend startup en scale-up ecosysteem te hebben.2 Daarom heeft het kabinet de doelstelling dat het Nederlandse ecosysteem voor startups
en scale-ups het sterkste wordt binnen Europa en wereldwijd een top-5 positie behaalt.
Hierbij kijk ik naar de Genome ranglijst voor startupecosystemen. In de 2017 ranglijst
staat het Nederlandse ecosysteem wereldwijd op 19de plaats en binnen Europa op de 5e plaats. De volgende Genome ranglijst zal in het voorjaar van 2019 worden uitgebracht.
Belang van startups en scale-ups
Startups en scale-ups zijn belangrijk om onze huidige positie als innovatieve koploper
te behouden. Ze zijn belangrijke vernieuwers van onze economie. Ze investeren in R&D,
ontwikkelen sleuteltechnologieën en vertalen deze in hoog tempo naar innovatieve diensten
en producten. Startups vervullen vooral een belangrijke rol in de latere fase van
het innovatieproces, namelijk bij het naar de markt brengen van innovaties. De schaalbaarheid
van deze producten en diensten, in combinatie met de potentie en ambitie om te groeien,
maakt dat zij relatief snel internationale markten kunnen gaan bedienen.
Dat deze bedrijven belangrijk zijn voor economische groei en werkgelegenheid is duidelijk.
Vaak dragen hun producten en diensten ook bij aan het oplossen van maatschappelijke
uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid en zorg, energietransitie en
duurzaamheid, landbouw, water en voedsel en veiligheid.3 Voor een succesvolle aanpak van deze maatschappelijke uitdagingen zijn sleuteltechnologieën,
zoals kunstmatige intelligentie of «artificial intelligence» (AI), fotonica, nano-,
kwantum- en biotechnologie van groot belang. Dit werkt het kabinet uit in het missie
gedreven innovatiebeleid.4
Startups en scale-ups zijn de drijvende kracht achter deze technologische revolutie.
Zij kijken met een frisse blik naar de uitdagingen en weten kennis, met name op het
gebied van sleuteltechnologieën, om te zetten naar baanbrekende innovatieve oplossingen.
Op 27 september jl. heeft StartupDelta een eigen overzicht uitgebracht van technologieën
en innovatieve bedrijven uitgebracht, die vrijwel allemaal een directe relatie hebben
met wetenschappelijk onderzoek van Nederlandse universiteiten. De bedrijven in onderstaand
kader staan voor de pioniers, die excellent onderzoek en ondernemerschap weten te
verbinden om zo economische en maatschappelijke impact te realiseren.
Belangrijke technologiegebieden 2018 volgens StartupDelta
Een samenhangende aanpak is noodzakelijk. Startups en scale-ups zijn daarom niet alleen
onderdeel van het mkb-beleid, maar hebben ook een belangrijke plek in onder meer het
beleid voor wetenschap met impact en het missie gedreven innovatiebeleid.
De huidige uitgangspositie is goed
Nederland is nationaal en internationaal een sterk verbonden land, met een goede fysieke
en digitale infrastructuur en een goed opgeleide en ondernemende bevolking. Nederland
behoort nog altijd tot één van de meest concurrerende en innovatieve landen ter wereld.
In internationale ranglijsten voor innovatie5 en concurrentievermogen6 staan we respectievelijk op een 2e en 6e positie. Innovatie en zakendoen staan hier hoog in het vaandel. Deze uitgangspunten
moeten we benutten om toonaangevend te blijven.
De afgelopen jaren heeft Nederland succesvol ingezet op het bouwen van een levendige
en goed verbonden startup gemeenschap. Dit is mede te danken aan de succesvolle aanpak
van StartupDelta. Uit het onderzoek van Genome blijkt dat Nederland wereldwijd het
9de ecosysteem is wat lokale verbondenheid betreft.7 Dit draagt positief bij aan doorgroei mogelijkheden, aangezien startups met een goed
netwerk vaker doorgroeien tot scale-ups.
Nederland scoort ook goed als we kijken naar het relatief hoge aantal startups8 en het relatief grote aantal succesvolle «exits»9. Voorbeelden hiervan zijn de recente beursgangen van financiële dienstverlener Adyen
en het software bedrijf Elastic Search.
Waar kan het beter?
Nederland blijft desalniettemin internationaal achter voor wat betreft de doorgroei
van startups tot scale-ups. Belangrijke knelpunten zijn (i) talent, (ii) financiering
en (iii) internationalisering.10
(i) Het is voor Nederlandse startups moeilijk om technisch talent aan te trekken.
(ii) De toegankelijkheid van kapitaal is een belemmering voor startups. Ondanks de toename
van het aanbod van risicokapitaal door diverse interventies van de overheid, is het
per startup geïnvesteerde kapitaal relatief laag in Nederland. Nederland blijft vooral
achter voor wat betreft investeringen in de vroege fase, maar ook de latere financieringsrondes
blijven een punt van aandacht
(iii) Daarnaast zijn er relatief weinig Nederlandse startups internationaal actief en is
het internationale netwerk van Nederlandse startups beperkt ontwikkeld. Dit is een
probleem aangezien startups die internationaal opereren en een sterk internationaal
netwerk hebben veel vaker succesvol zijn.
De Verenigde Staten en China hebben een leidende positie op het gebied van technologieontwikkeling
en hebben dominante technologiebedrijven voortgebracht. Naast deze twee grootmachten,
zijn er andere landen met een toonaangevende positie, zoals Israël, het Verenigend
Koninkrijk, Zweden, Canada en Singapore. Net als in Nederland, versterkt de overheid
in deze landen het ecosysteem door het verbinden van netwerken, het beschikbaar stellen
van financiering, het versterken van wetenschappelijke instituten en het waarborgen
van de toegang tot nationaal en internationaal talent. Daarnaast zetten steeds meer
landen gericht in op het excelleren in één of meerdere sleuteltechnologieën in combinatie
met ondernemerschap.
Een voorbeeld van een nationale strategie voor een sleuteltechnologie, is het AI-plan
dat de Chinese overheid afgelopen voorjaar heeft gelanceerd, waarmee China in 2030
AI wereldleider wil worden. De Chinese overheid versnelt hiermee het proces, dat door
de grote Chinese technologie bedrijven al is ingezet. Inmiddels hebben meer landen
een nationale strategie ontwikkeld voor AI, waaronder Canada, Zweden, Finland en Frankrijk.
Ook de Europese Commissie erkent de noodzaak om te investeren in verdere kennisopbouw
en industriële toepassingen van AI, om de concurrentiepositie en Europese waarden
en normen te kunnen bewaken. Een gezamenlijk Europees plan wordt eind dit jaar opgesteld.
Het streven van Nederland is om in het voorjaar van 2019 een strategisch actieplan
voor AI te hebben opgesteld.
In deze landen is er een continue aanwas van nieuwe technologie bedrijven, waarvan
een deel doorgroeit tot internationaal toonaangevende bedrijven. Een land waar relatief
veel startups doorgroeien tot scale-ups is Zweden. Om van elkaar te leren heb ik op
23 mei jl. de «Startup Summit Sweden – the Netherlands» georganiseerd. Een belangrijke
succesfactor in Zweden is dat ervaren en succesvolle ondernemers vaker dan in Nederland
een nieuwe startup beginnen, of hun geld én kennis inzetten om in andere startups
te investeren en deze te adviseren. Ook hebben Zweedse startups vaker dan Nederlandse
startups een internationale ambitie en een internationaal netwerk.11
Maatregelen kabinet
Om het ecosysteem te versterken is in 2015 StartupDelta voor anderhalf jaar opgericht.
In 2016 is als vervolg hierop het programma StartupDelta2020 gelanceerd. Hierin is
de ambitie aangekondigd dat Nederland zich doorontwikkelt tot een van de beste 5 startup
ecosystemen wereldwijd.12 Een flinke inspanning blijft nodig om deze ambitie waar te maken. Het kabinet richt
zich met de hieronder beschreven maatregelen op alle gebieden, waar volgens verschillende
analyses nog knelpunten zijn of waar we ons ecosysteem verder kunnen versterken. Dit
zijn toegang tot talent, kapitaal, kennis en technologie, (inter)nationale netwerken,
overheid. Daarnaast blijft het kabinet alert op mogelijkheden voor nieuwe maatregelen.
Toegang tot talent
Startups en scale-ups hebben behoefte aan technisch, digitaal vaardig en ondernemend
personeel. Zij ervaren met name een groot tekort aan programmeurs. Om bedrijven in
Nederland goed te laten groeien zet het kabinet in op het vergroten van het aanbod
van talent binnen de landsgrenzen én van talent dat van buiten de landsgrenzen komt.
Om de toegang tot talent in Nederland te verbeteren werk ik samen met de ministers
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en van OCW samen met publieke en private
partijen om het arbeidsaanbod aan te laten sluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt.
Door middel van het Techniekpact13 worden scholieren in basis-, voortgezet-, mbo en hoger onderwijs aangemoedigd een
technische opleiding te kiezen. Daarnaast wordt beoogd om de curricula binnen onderwijsinstellingen
meer te laten aansluiten op de vraag op de arbeidsmarkt en is er veel aandacht voor
activiteiten ter stimulering van een leven lang ontwikkelen.
De Minister van OCW heeft € 60 miljoen beschikbaar gesteld voor de sectorplannen voor
bèta en techniek (waaronder informatica). In het sectorakkoord van de Minister van
OCW met de VSNU is aangegeven dat het voor de hand ligt dat universiteiten hun profileringsmiddelen,
bijvoorbeeld via sectorplannen inzetten om hun (onderscheidende) profiel op onderzoek
en onderwijs verder aan te scherpen.14 Daarnaast krijgt de Minister van OCW de bevoegdheid om een numerus fixus te blokkeren
als deze onvoldoende adequaat is onderbouwd.
Ondernemerschapsonderwijs is belangrijk om meer studenten in aanraking te laten komen
met ondernemerschap en iedere student die dat wil de kans te bieden om ondernemende
vaardigheden op te doen. Het thema staat dan ook prominent op de agenda. Het Nederlands
hoger onderwijs is sterk in het ondersteunen van ondernemerschap en innovatie. Het
hoger onderwijs biedt uitstekende voorbeelden van wat het betekent om innovatief en
ondernemend te zijn en ondernemende denkrichtingen, ondernemerschap en kennisuitwisseling
te bevorderen.15 Met de universiteiten (VSNU) en hogescholen (VH) heeft de Minister van OCW in de
sectorakkoorden afgesproken dat zij zich – passend bij hun context en profiel – inzetten
voor een verdere groei in passend aanbod van ondernemerschapsonderwijs.
Om ondernemend, technisch en ICT-personeel aan te trekken en te betalen gebruiken
startups en scale-ups vaak aandelen en aandelenopties. Vanaf begin dit jaar bestaat
de mogelijkheid voor startups met een speur- en ontwikkelingswerk startersverklaring,
om onder voorwaarden het als loon aan hun werknemers toegekende aandelenoptiepakket,
bij uitoefening of vervreemding voor maar 75% in de heffing van de loonbelasting te
betrekken (met een maximumvoordeel van € 12.500). Uit gesprekken met het veld blijkt
dat deze maatregel onvoldoende doeltreffend is voor start-ups, die knelpunten ervaren
met de fiscale behandeling van aandelenopties. De ministeries van Financiën (FIN)
en Economische Zaken en Klimaat (EZK) zullen daarom begin 2019 overleggen starten,
waarin wij verder verkennen of en hoe aandelenopties als loon16 met betrekking tot startups en scale-ups kan worden verbeterd. De Staatssecretaris
van FIN en ik zullen hier in de eerste helft van 2019 over rapporteren aan de Kamer.
Voor talent van buiten de landsgrenzen hebben we in het programma City Deal Warm Welkom
onderzocht welke belemmeringen buitenlandse startups ervaren bij vestiging in Nederland.
Dit heeft een set aanbevelingen opgeleverd, gericht op betere «branding» van Nederland,
betere informatievoorziening, betere begeleiding en soepelere regels voor toelating
en verblijf. Een aantal aanbevelingen is reeds gerealiseerd.
Zo is de begeleiding voor buitenland-startups is verbeterd, doordat ik het Netherlands
Point of Entry (NPoE) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heb opgericht.
Buitenlandse ondernemers die overwegen naar Nederland te komen, kunnen hier begeleiding
krijgen bij het aanvragen van een verblijfsvergunning en bij introducties in het Nederlandse
startup-ecosysteem. Dat deze begeleiding effectief is, blijkt uit het hogere aantal
succesvolle aanvragen.17 Ook de dienstverlening door expatcenters is verbeterd. Waar zij vroeger vooral de
klassieke expat in loondienst hielpen, zijn zij er nu ook voor de buitenlandse zelfstandige.
Om procedures te versnellen is digitale aanvraag van het startupvisum, de verblijfsvergunning
voor startup oprichters, mogelijk gemaakt. Daarnaast is de informatievoorziening voor
buitenlandse startups en zelfstandigen verbeterd via de website www.business.gov.nl, het Engelstalige ondernemersplein. Hier staat op één plek alle informatie over vestiging
en zakendoen in Nederland. Ook is er in opdracht van de Minister voor BHOS, specifiek
voor tech startups een nieuwe Holland Branding lijn ontwikkeld en getest. De nieuwe
branding zal gebruikt worden bij internationale technologiebeurzen, o.a. om buitenlands
talent aan te trekken.
Enkele aanbevelingen worden nog samen met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
(JenV) en de Minister van SZW uitgewerkt voor nadere besluitvorming. Zo onderzoeken
we of het mogelijk is om sleutelpersoneel van buitenlandse startups mee te laten komen
met de oprichter van de buitenlandse startup. Ook is een aanpassing van het puntensysteem
voor zelfstandigen in voorbereiding, waarbij een goede aansluiting bij de topsectoren
een grotere kans geeft op toelating. Tot slot is voor buitenlandse zelfstandigen de
arbeidsmarktpositie van de partner van groot belang. Daarom wordt nu onderzocht of
de partner van de buitenlandse zelfstandige meer vrijheid op de Nederlandse arbeidsmarkt
kan krijgen.
Toegang tot kapitaal
Voor startups en scale-ups is het cruciaal dat er voldoende kapitaal beschikbaar is
om te groeien. Nederland is van oudsher erg op bankfinanciering georiënteerd.18 In vergelijking met andere toonaangevende startuplanden lopen we daarom nog steeds
achter in het aanbod van risicokapitaal voor startups en scale-ups.
In de afgelopen jaren zijn diverse interventies van de overheid erop gericht geweest
om de toegang tot risicokapitaal te vergroten voor startups en scale-ups. Met behulp
van de faciliteit Vroegefasefinanciering (VVF) kunnen startups een «proof of concept»
bekostigen, 131 startups hebben hier al gebruik van gemaakt. Om het aanbod van privaat
risicokapitaal te vergroten is er de Seed-regeling. Ook voor business angels is een
aparte faciliteit ingericht. De overheid geeft in de Seed regeling cofinanciering
aan durfkapitaalfondsen. Hiervan hebben tientallen private investeerders gebruikgemaakt,
waarbij in totaal € 296 miljoen is geïnvesteerd. Er zijn specifieke fondsen voor agri-horti-food,
e-health en binnenkort ook voor smart en sustainable mobility. Het Ministerie van
VWS zal in het voorjaar € 9 miljoen beschikbaar stellen voor een specifieke e-health
tender als onderdeel van het meerjarige Fast Track programma.
Voor scale-ups investeert de overheid vanaf 2013 in durfkapitaalfondsen via het Dutch
Venture Initiative fonds met het Europees Investeringsfonds (EIF). Inmiddels is er
geïnvesteerd in 83 Nederlandse scale-ups. In aanvulling hierop kan sinds vorig jaar
voor de echt grote (> 5 miljoen) financieringsrondes ook een beroep worden gedaan
op het Dutch-Growth-Co-Investment fonds van € 160 miljoen. Dit fonds is gericht op
scale-ups en wordt uitgevoerd door het Nederlands Investerings Agentschap (wat zal
opgaan in Invest-NL) en het EIF. Ook de vijf regionale ontwikkelingsmaatschappijen
(ROM’s) spelen via hun participatiefondsen een belangrijke rol in de financiering
en ontwikkeling van startups en scale-ups in hun regio.
Er zijn sectoren waar het voor startups of scale-ups lastig is om financiering te
verkrijgen in bepaalde levensfases, ondanks de financieringsfaciliteiten van de overheid.
Dit is met name zo in de meer kapitaalintensieve of nieuwe sectoren. Op dit moment
worden diverse risicokapitaalinstrumenten geëvalueerd. Hierbij zal worden gekeken naar mogelijke verbeteringen
in het instrumentarium.
Invest-NL kan vanaf 2019 een belangrijke rol spelen bij risicovolle investeringen
van ondernemingen, bijvoorbeeld in de ontwikkeling en toepassing van sleuteltechnologieën
en/of in oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.19 De eerdergenoemde sleuteltechnologieën, zoals AI en maatschappelijke uitdagingen
worden namelijk ook verwerkt in een aanvullende overeenkomst tussen de staat en Invest-NL.
In die overeenkomst zijn de domeinen beschreven, waarin vanuit de staat investeringen
gewenst zijn. Deelname aan fondsen of het oprichten van een fonds behoort tot de mogelijkheden
binnen de middelen van Invest-NL.
De ambitie voor de komende jaren is ook dat het ophalen van financiering voor startups
en scale-ups minder tijdrovend en kostbaar wordt. Dit kan door investeringsvoorwaarden
beter op elkaar aan te laten sluiten en door meer transparantie te creëren over de
investeringsvoorwaarden die gehanteerd worden, zodat de financieringsketen goed te
laten functioneren. Transparantie begint met voorlichting van investeerders (zowel
publiek als privaat) richting startups en scale-ups over financieringsvoorwaarden,
die veel gebruikt worden. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zullen
bekijken of zij bij het begeleiden van startups en scale-ups nadrukkelijker aandacht
kunnen besteden aan de voorlichting over investeringsvoorwaarden, bijvoorbeeld in
hun «investor readiness» programma’s. Daarnaast kan met standaardvoorwaarden worden
voorkomen dat de afgesproken investeringsvoorwaarden tussen startup en investeerder
in een eerste investeringsronde, niet verenigbaar zijn met de wensen van nieuwe investeerders
bij volgende investeringsrondes. De ROM’s werken aan standaarddocumentatie. Ook zijn
er in Nederland door het private initiatief Capital Waters20 voor een ieder beschikbare standaard investeringsvoorwaarden ontwikkeld. Deze standaarden
zullen met juridische adviseurs, startups en scale-ups, venture capitalists, business
angels en ROM’s verder worden uitgewerkt. Deze standaarden zullen niet op alle investeringen
toepasbaar zijn (iedere investering is immers maatwerk), maar hierdoor kan er wel
een «comply or explain» praktijk ontstaan.
Uit onderzoek is gebleken dat startups die door een vrouw worden geleid slechts 1,6%
van de investeringen ontvangen21. Hier ligt een uitdaging voor het hele Nederlandse startup ecosysteem. Zoals ik samen
met de Minister van OCW heb aangegeven in mijn reactie op de vragen van de leden Nijboer
en Van den Hul, is het belangrijk om meer zicht te krijgen op de reden(en) waarom
zo weinig vrouwelijke startups financiering krijgen22. Ik zal een rondetafelgesprek organiseren met diverse stakeholders uit het startup
ecosysteem. De Minister van OCW zal vanuit haar verantwoordelijkheid voor Emancipatie
daarbij aangesloten worden.
Toegang tot kennis en technologie
Startups zijn een belangrijk vehikel om nieuwe (technologische) kennis uit de hele
kennisketen van universiteiten, hogescholen en TO2-instellingen verder te ontwikkelen
en te commercialiseren en zo maatschappelijke impact te genereren. Kennisinstellingen
spelen een belangrijke rol in het ecosysteem, omdat daar nieuwe kennis en technologieën
ontwikkeld worden.
In de beleidsreactie23 op de evaluatie van het Valorisatieprogramma 2010–2018 heb ik u samen met de Minister
van OCW geïnformeerd over onze inzet om te stimuleren dat kennis uit de hele kennisketen
een weg vindt naar toepassingen. De kennisinstellingen zijn primair aan zet om de
basisinfrastructuur voor valorisatie vorm te geven. In het sectorakkoord wetenschappelijk
onderwijs is met de universiteiten afgesproken dat zij kennisbenutting stimuleren
om maatschappelijke en economische impact te vergroten. Daar waar dit meerwaarde heeft,
streven de universiteiten ernaar het aantal academische startups te verhogen.24
In het beleid voor onderzoek en innovatie zal meer aandacht worden besteed aan impact.
Twee voorbeelden hiervan zijn de Nationale Wetenschapsagenda, die kennis teruggeeft
aan de maatschappij, en het nieuwe missie gedreven innovatiebeleid. In dit nieuwe
missie gedreven innovatiebeleid wordt expliciet aandacht besteed aan het betrekken
van startups en scale-ups, om het innovatieve vermogen en de creativiteit van deze
partijen te benutten. Aan de topteams van de Topsectoren wordt gevraagd aan te geven
hoe nieuwkomers, uitdagers, innovatief mkb, startups en scale-ups betrokken kunnen
worden bij de invulling van de kennis- en innovatieagenda’s.
Daarnaast wordt de samenwerking tussen de verschillende kennisinstellingen gestimuleerd
met de Thematische Technology Transfer-regeling.
StartupDelta focust in deze periode op het versnellen van innovaties rondom doorbraaktechnologieën
door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Hiervoor organiseert StartupDelta
samen met de beleidsverantwoordelijke departementen «Ridderzaal sessies«, waarbij
wetenschappers, startups, scale-ups, corporates en overheden gezamenlijk op zoek gaan
naar hoe doorbraak technologie kan bijdragen aan het oplossen van uitdagingen bij
bedrijven en overheid. Ook heeft StartupDelta het initiatief genomen voor «masterclasses
Knowledge Transfer». De komende jaren gaat de VSNU deze masterclasses organiseren
met directeuren van gerenommeerde buitenlandse Knowledge Transfer Offices (KTO’s).
Dit is één van de acties van de VSNU om de KTO’s van de universiteiten verder te professionaliseren.
Bij de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten, is het belangrijk dat startups
en scale-ups hun kennis goed beschermen en benutten. Het op orde hebben van hun Intellectueel
Eigendom (IE) helpt ze bijvoorbeeld bij het vinden van financiering of bij (internationale)
publiek-private samenwerking. Ik zet me in voor het toegankelijker maken van het stelsel
voor intellectueel eigendomsrechten voor kleine en nieuwe gebruikers. De beleidsevaluatie
Intellectueel Eigendomsbeleid (2018) geeft aanleiding om de IE-regelgeving te stroomlijnen
en de uitvoeringspraktijk en de voorlichting over IE te verbeteren.25
Toegang tot (inter)nationale netwerken
Om te groeien hebben startups klanten, partners, financiers en adviseurs nodig. Een
goed netwerk is voor ondernemers belangrijk om in contact te komen met andere ondernemers,
corporates, investeerders, kennisinstellingen en andere partijen in het ecosysteem.
Voor kleine partijen is het moeilijk om binnen te komen bij gevestigde bedrijven.
Daarom worden binnen de verschillende regio’s en innovatiehubs veel evenementen en
netwerkbijeenkomsten voor startups georganiseerd. StartupDelta versterkt het ecosysteem
door verschillende initiatieven en de regionale innovatiehubs met elkaar te verbinden.
Recent is StartupDelta gestart met de Startup Finder. De Finder geeft een overzicht
van startups, scale-ups, investeerders en andere partijen in het ecosysteem, zodat
partijen in het ecoysteem elkaar beter kunnen vinden.
In het programma NLgroeit krijgen ondernemers met groeivragen coaching van ervaren
ondernemers. De Kamer van Koophandel (KvK) en stichting NLevator voeren het programma
uit. Ondernemers met een minimale omzet van € 1 miljoen hebben zich hier de afgelopen
drie jaar voor kunnen aanmelden. De doelgroep wordt per 1 januari 2019 uitgebreid
naar ondernemers met minder dan € 1 miljoen omzet én de potentie om snel te groeien.
Dit biedt meer ruimte voor startups.
Binnenkort start ik een nieuwe dienstverlening, waarbij innovatieve mkb’ers en startups
met de ambitie en potentie om internationaal op te schalen naar alle voor hen relevante
instrumenten en dienstverlening worden begeleid.
Er zijn in het ecosysteem ook veel initiatieven om startups en corporates te verbinden.
Met programma’s als TEKDelta en COSTA wordt de toegang van startups tot corporates
vergroot. In aanvulling hierop laat ik een verkenning uitvoeren naar mogelijkheden
voor samenwerking tussen startups en andere mkb’s en laat ik de netwerken in het ecosysteem
in kaart brengen. Door beter inzicht te verkrijgen in het ecosysteem kunnen we startups
en scale-ups beter ondersteunen. Via bestaande initiatieven, zoals de denktank van
NLgroeit en ondersteuning van nieuwe activiteiten, zoals het ScaleupLab, wordt de
kennisbasis versterkt.
Voor startups is het belangrijk om al vroeg internationaal actief te zijn en om een
sterk internationaal netwerk te hebben. Startups die internationaal actief zijn groeien
veel vaker door tot een scale-up dan startups die dit niet zijn.26
De Minister van BHOS heeft meerdere instrumenten om startups met internationale ambities
te ondersteunen27. Startups kunnen gebruik maken van ondersteuning door het ambassade netwerk. Hierbij
worden naast de innovatie attaché»s, op een aantal ambassades en consulaten ook startup
liaisons ingezet, die startups en scale-ups helpen met het verkennen van buitenlandse
markten.
Om voor de Nederlandse startups de toegang tot internationale markten te verbeteren,
worden startupmissies georganiseerd naar beurzen als de Consumer Electronics show
(CES) in Las Vegas. In dit kader heeft het gerenommeerde event CES Unveiled dit jaar
opnieuw in Nederland plaatsgevonden en zal ik in januari a.s. met de special envoy
StartupDelta bij de editie CES Las Vegas 2019 aanwezig zijn.
Tevens zal Nederland begin juni 2019 gastheer zijn voor de Global Entrepreneurship
Summit (GES), een gezamenlijk evenement van de VS en Nederland. Tijdens de Summit
zullen meer dan 1000 innovatieve bedrijven, potentiële klanten en investeerders elkaar
ontmoeten rond een aantal wereldwijde maatschappelijke uitdagingen. Dit meerdaagse
evenement versterkt de economische betrekkingen tussen de VS, Nederland en Europa
en biedt gelegenheid om Nederland internationaal te positioneren als «Gateway to Europe».
Naast deelname aan beurzen en evenementen ontwikkelt de Minister van BHOS samen met
mijn departement, StartupDelta en RVO.nl een aantal kleinschalige missies naar buitenlandse
hubs, die vanwege de daar aanwezige sterke sectoren, interessant zijn voor Nederlandse
startups en scale-ups. Het doel is om Nederlandse startups en scale-ups in contact
te brengen met belangrijke stakeholders in deze hubs, zoals coaches, partners en potentiële
klanten.
Ook het Eurostars programma28 helpt innovatieve mkb’s en startups aan internationale netwerken. De internationale
R&D-samenwerking, die dit programma mogelijk maakt, helpt ondernemers aan naamsbekendheid
in internationale kennisnetwerken, wat helpt bij het betreden van nieuwe markten.29
Daarnaast organiseer ik in samenwerking met de Europese Commissie «Ideas from Europe»
(IFE). IFE helpt zowel Nederlandse als Europese startups met een betere aansluiting
van hun dienst of product op marktbehoeftes of regelgeving, door input van verschillende
stakeholders te verzamelen en partijen met elkaar in contact te brengen.
Toegang tot de overheid
Startups hebben behoefte aan een goede dienstverlening en ondersteuning door de overheid.
Daarnaast kan de overheid een interessante eerste klant zijn voor startups.
Er is een landelijk netwerk van startup officers30 bij vrijwel alle ministeries, een aantal grote uitvoeringsorganisaties, provincies
en gemeenten. Het netwerk heeft als doel om startups, die willen samenwerken met de
overheid een directe entree te bieden. Samenwerken kan zijn «de overheid als klant»,
maar ook toegang tot relevante netwerken of het vinden van een testomgeving.
Bestaande regels zijn niet altijd berekend op (technologische) ontwikkelingen. Als
bedrijven – met name mkb, startups en scale-ups – daardoor tegen belemmeringen in
wet- en regelgeving aanlopen, kunnen zij terecht bij het loket van Ruimte in Regels
van het Ministerie van EZK en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Via
dit loket wordt samen met de ondernemer en de verantwoordelijke partijen gezocht naar
oplossingen. Soms is nadere uitleg van de regels voldoende, maar het kan ook betekenen
dat wetgeving of beleid moet worden aangepast. Ruimte in Regels kaart dit dan aan
bij de betreffende departementen.
De overheid kan ook een belangrijke rol vervullen voor de startups als eerste klant
(launching customer). Door overheden wordt jaarlijks zo’n € 73 miljard uitgegeven
aan inkoop. Overheden kunnen meer ruimte bieden voor innovatieve-mkb’ers, waaronder
startups, bij opdrachtverstrekking. Regelmatig worden publieke opdrachten zo ingericht
dat deze jonge innovatieve partijen onnodig uitsluiten. Een inkopende overheid dient
daarom bij elke opdracht goed na te gaan of het gestelde proportioneel is in verhouding
tot de opdracht. Met het programma Innovatiegericht Inkopen probeer ik door middel
van voorlichting, het tonen van «best practices» en aanbieden van stappenplannen een
cultuuromslag teweeg te brengen bij de publieke sector.
Deze kabinetsperiode stel ik jaarlijks € 2,5 miljoen voor het instrument Small Business
Research (SBIR) om andere overheidsorganisaties aan te zetten tot meer innovatiegericht
inkopen. Dit instrument is gericht op het vinden van innovatieve oplossingen voor
maatschappelijke vraagstukken, zoals bij het verduurzamen van kades en oevers van
waterwegen in Zuid-Holland.
Daarnaast organiseert de overheid steeds meer «challenges» onder het Startup in Residence
programma. Hierbij kunnen startups oplossingen aanbieden voor maatschappelijke uitdagingen,
die binnen het mandaat van verschillende overheden vallen. Deze challenge-aanpak biedt
niet alleen de mogelijkheid innovatieve oplossingen te vinden voor beleidsvraagstukken,
maar draagt ook bij aan de cultuuromslag die het programma innovatief inkopen beoogt.
Inmiddels zijn de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, JenV
en Defensie, alsmede diverse lokale en provinciale overheden, van start gegaan met
speciale «Startup in Residence (SIR)»-programma’s, waarin overheden en innovatieve
ondernemers samenwerken aan de oplossingen31. De ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en EZK bereiden op dit moment
een gezamenlijk SIR-programma voor.
Toekomst StartupDelta
Bovenstaande maatregelen geven aan dat er veel gebeurt. Medio 2019 loopt de derde
periode van StartupDelta af (SUD 3.0). Ik zal de komende tijd in samenwerking met
StartupDelta, de innovatie-hubs (StartupDelta-partners) en andere stakeholders verkennen
hoe de periode hierna eruit zal zien. In het voorjaar van 2019 zal ik uw Kamer hierover
informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat