Brief regering : Fiche: Wijziging verordening lijst visumvrije- en visumplichtige landen in verband met Brexit
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij een fiche, dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Wijziging verordening lijst visumvrije- en visumplichtige landen in verband
met Brexit
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Wijziging verordening lijst visumvrije- en visumplichtige landen in verband
met Brexit
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen
bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en
de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld met
betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
14 november 2018
c) Nr. Commissiedocument
COM(2018) 745
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1542624689579&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
h) Rechtsbasis
Artikel 77, tweede lid, onder a, VWEU
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
De Commissie stelt voor om Britse onderdanen op de visumvrije lijst te plaatsen van
Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan
de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van
een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (hierna: Verordening 539/2001).
Het voorstel is onderdeel van een op 13 november jl. door de Commissie gepresenteerd
pakket aan maatregelen dat dient ter voorbereiding van de Unie op de terugtrekking
van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.1
Op dit moment zijn Britse burgers tevens Unieburgers. Zij beschikken over het recht
van vrij verkeer en verblijf in de Unie en het recht alle andere EU-lidstaten binnen
te komen zonder inreisvisum of soortgelijke formaliteit. Dit verandert op het moment
dat het Unierecht niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing is – in principe
30 maart 2019.2 Het Verenigd Koninkrijk wordt dan een zogenaamd «derde land». Als gevolg hiervan
is het nodig om Verordening 539/2001 – die de visumplicht en visumvrijstelling bepaalt
voor onderdanen van derde landen die de EU binnenkomen voor een kort verblijf3 – te wijzigen.
De Commissie acht het nuttig om nauwe banden in stand te houden tussen Britse burgers
en burgers van de Unie, en het reizen voor zakelijke en toeristische doeleinden te
faciliteren.
De regering van het Verenigd Koninkrijk heeft van haar zijde verklaard burgers van
de EU-landen niet aan de visumplicht te zullen onderwerpen voor kort verblijf4. Mocht het Verenigd Koninkrijk in de toekomst unilateraal beslissen om de visumplicht
op te leggen aan alle of sommige burgers van de Unie, zal het wederkerigheidsmechanisme
van artikel 1, vierde lid, van Verordening 539/2001 worden geactiveerd. De Commissie
committeert zichzelf en medewetgevers om spoedig op te treden indien dit zich voordoet.
Dit zou leiden tot de invoering van de visumplicht voor Britse burgers.
b) Impact assessment Commissie
De Commissie heeft geen volledige effectbeoordeling uitgevoerd. Wel heeft de Commissie
een toetsing gedaan aan de criteria die in Verordening 539/2001 worden gesteld voor
visumvrije toegang. Op basis van deze toetsing concludeert de Commissie dat Britse
burgers van de visumplicht moeten worden vrijgesteld. Deze criteria houden in het
bijzonder verband met het voorkomen van illegale immigratie, het beschermen van de
openbare orde en veiligheid, economische voordelen, in het bijzonder toerisme en buitenlandse
handel, en de externe betrekkingen van de Europese Unie met de betrokken derde landen,
waaronder mensenrechten en fundamentele vrijheden en regionale samenhang en wederkerigheid.
• Illegale immigratie, openbare orde en veiligheid
Aangezien het Verenigd Koninkrijk door de Wereldbank als een hoog inkomen economie
wordt geclassificeerd en het land lid is van de OESO, voldoet het profiel ervan aan
dat van een land dat een laag risico vormt voor irreguliere migratie naar de Unie.
• Economische voordelen
De EU is de grootste handelspartner van het Verenigd Koninkrijk. Er is sprake van
druk reisverkeer van het Verenigd Koninkrijk naar de EU: inwoners van het Verenigd
Koninkrijk ondernamen in 2016 zo’n 53 miljoen reizen naar de andere EU-landen, en
gaven daarbij 28 miljard euro uit. Als Britse onderdanen visumplichtig zouden worden,
zou dit de economische belangen van de Unie kunnen schaden.
• Externe betrekkingen van de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk heeft zich aangesloten bij het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens. De gedeelde waarden op het gebied van mensenrechten en fundamentele vrijheden
zullen derhalve ook na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie in
stand blijven.
Britse onderdanen die geen Brits burger zijn zijn niet aan de visumplicht onderhevig.5 Dat geldt ook voor de burgers uit de meeste andere Europese landen die geen lid zijn
van de Europese Unie, onder andere Bosnië-Herzegovina, Servië, Oekraïne. Derhalve
ligt het ook in het kader van regionale samenhang in de rede om Britse burgers op
de visumvrije lijst te plaatsen.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland staat positief tegenover visumvrije toegang van burgers uit landen die voldoen
aan de criteria die Verordening 539/2001 hiervoor stelt. Nederland hecht aan het beginsel
van wederkerigheid dat in het visumbeleid geldt.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet staat positief ten aanzien van het voorstel. Het kan zich vinden in de
redenen die de Commissie aandraagt om het Verenigd Koninkrijk op de visumvrije lijst
te plaatsen. Wel moet erop worden toegezien dat het Verenigd Koninkrijk het voornemen
formaliseert om EU-burgers visumvrij te stellen voor kort verblijf. Gedurende het
wetgevingsproces moet rekening worden gehouden met de vorderingen op dit gebied. Nederland
onderschrijft het belang om in geval het Verenigd Koninkrijk het wederkerigheidsprincipe
niet respecteert, spoedig op te treden zonder de uitvoeringsconsequenties die optreden
als Britse burgers een visum nodig hebben, uit het oog te verliezen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De lidstaten lijken positief te staan tegenover het voorstel. Wel wordt breed gedeeld
dat wederkerigheid gewaarborgd moet zijn.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het kabinet heeft een positief oordeel over de bevoegdheid. De EU is bevoegd maatregelen
vast te stellen op het terrein van visa en andere verblijfstitels van korte duur (artikel
77, tweede lid, onder a, VWEU). Dit maakt onderdeel uit van de ruimte van vrijheid,
veiligheid en recht, een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten (artikel 4
VWEU). Het kabinet kan zich vinden in de gekozen rechtsgrondslag.
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit van het voorstel als positief. Aangezien
de Unie een gemeenschappelijk visumbeleid heeft ontwikkeld met een verordening waarin
de van de visumplicht vrijgestelde landen en visumplichtige landen zijn vastgesteld
(verordening 539/2001), kan het vaststellen of wijzigen van de visumstatus van onderdanen
van derde landen alleen plaatsvinden door middel van een wetgevingshandeling van de
Unie tot wijziging van deze verordening.
c) Proportionaliteit
Het kabinet heeft een positief oordeel over de proportionaliteit van het voorstel.
De aanpassingen in Verordening 539/2001 gaan niet verder dan nodig om de doelstellingen
te bereiken. De EU zou er bij het invoeren van de visumplicht voor burgers van het
VK immers economisch op achteruit gaan, en het Verenigd Koninkrijk voldoet aan de
gestelde criteria die Verordening 539/2001 stelt voor visumvrije toegang.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
Geen. Nederland is van mening dat eventuele benodigde EU-middelen gevonden dienen
te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
Er zijn geen financiële consequenties voor rijksoverheid of decentrale overheden.
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Voor bedrijfsleven en burgers in Nederland zijn er geen financiële consequenties.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Voor rijksoverheid, decentrale overheden en bedrijfsleven en burgers in Nederland
zijn er geen consequenties. Invoering van de visumplicht zou leiden tot extra administratieve
lasten voor de rijksoverheid.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Het plaatsen van Britse onderdanen op de visumvrije lijst heeft naar verwachting het
effect dat de concurrentiekracht van Nederland niet verslechtert ten opzichte van
de huidige situatie. Dit ook met het oog op het aantal van 6 miljoen reisbewegingen
van Britse onderdanen op jaarbasis.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Geen. Afschaffing van de visumplicht, die na de terugtreding van het Verenigd Koninkrijk
uit de EU zou ontstaan voor het Verenigd Koninkrijk, leidt niet tot wijziging van
bevoegdheden, verantwoordelijkheden en/of taken van de overheid.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Het voorstel bevat geen gedelegeerde of uitvoeringshandelingen.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De gewijzigde verordening treedt in werking op 30 maart 2019. Zij zal van toepassing
zijn vanaf de dag volgend op die waarop het recht van de Unie niet langer op het Verenigd
Koninkrijk van toepassing is. Dat is 30 maart 2019, tenzij de Europese Raad in overeenstemming
met het Verenigd Koninkrijk unaniem een andere datum vaststelt, of op die datum die
is vastgesteld in een geratificeerd terugtrekkingsakkoord overeenkomstig artikel 50
van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
De wijzigingsverordening voorziet niet in een evaluatiebepaling. Nederland acht deze
ook niet nodig, aangezien Britse burgers in de huidige situatie al visumvrij naar
de EU kunnen reizen.
e) Constitutionele toets
Er zijn geen constitutionele aspecten aan het voorstel.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Het voorstel betekent dat de huidige situatie gehandhaafd blijft, waarbij burgers
van het Verenigd Koninkrijk visumvrij Nederland kunnen bezoeken. Het voorstel heeft
vooralsnog geen implicaties voor uitvoering en/of handhaving. Voor deze burgers geldt
vanaf 2021 wel dat de ETIAS-verordening6 van toepassing is en dat de ETIAS-aanvragen door deze groep mogelijk tot extra druk
zal leiden voor (taak)organisaties in de vreemdelingen- en strafrechtketen.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Het voorstel heeft geen implicaties voor ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken