Brief regering : Vervoerplan NS 2019 en beheerplan ProRail 2019
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 808 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2018
Met deze brief bied ik u het vervoer- en beheerplan van respectievelijk NS en ProRail
voor 2019 aan1. In deze plannen beschrijven NS en ProRail wat ze gaan doen om het groeiend aantal
reizigers te accommoderen, aan zich te blijven binden en het spoor op een duurzame
manier te onderhouden en te verbeteren. Steeds meer reizigers kiezen voor de trein2 en zowel het aantal geplande reizigerstreinen, goederentreinen als internationale
verbindingen neemt in 2019 toe. In het vervoer- en beheerplan geven NS en ProRail
weer hoe zij in 2019, elk binnen hun eigen domein, invulling geven aan deze uitdaging,
inclusief de door mij meegegeven beleidsprioriteiten. Ik heb daarom met beide plannen
ingestemd.
De plannen van NS en ProRail voor 2019 vertalen zich op diverse manieren in tastbare
verbeteringen voor gebruikers van het spoor. Zo stromen vanaf dienstregeling 2019
118 nieuwe sprinters met een betere toegankelijkheid en toilet, gefaseerd in. Als
eerste op het traject tussen Den Haag en Haarlem. ProRail werkt onder andere met innovatieve
technieken aan het voorkomen van storingen en zet een eerste stap bij de inzet van
reizigerstreinen als meettrein. Hierdoor kan het zicht op de conditie van het spoor
worden verbeterd om «voorbodes» van storingen op te sporen. Ook neemt het Kabinet
in 2019 de Programmabeslissing ERTMS. ProRail heeft de aanvullende opdracht de coördinatie
van het gehele programma te verzorgen en heeft hiervoor een programmadirectie ingericht.
Binnen de concessiesystematiek is 2019 een belangrijk jaar, omdat de doelmatigheid
van de uitvoering en de gerealiseerde resultaten van de concessies van ProRail en
NS worden beoordeeld in een zogeheten midterm review. Deze review is tevens bedoeld
om te beoordelen of aanpassingen in het sturingsinstrumentarium van de concessie wenselijk
zijn voor het resterende deel van de concessieperiode. In mei van dit jaar heb ik
uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van de midterm review van de vervoerconcessie
ook als één van de bouwstenen voor het besluit over de invulling van de vervoerconcessie
voor het hoofdrailnet ná 20243. Voor de midterm review van de beheerconcessie van ProRail hanteer ik een vergelijkbare
aanpak. Een belangrijk verschil is dat de concessiesystematiek bij de omvorming van
ProRail tot zelfstandig bestuursorgaan plaatsmaakt voor een ander sturingsarrangement,
waardoor lessen uit deze evaluatie vooral in het omvormingstraject zullen worden betrokken.
In deze brief ga ik, naast de invulling van het vervoer- en beheerplan, in op de afronding
van het Programma «Uitvoering en betrouwbaarheid HSL-Zuid diensten», de doorvoering
van een correctie in de prestatie-indicator zitplaatskans in de spits HSL en de motie
van het lid Van der Graaf c.s. over bomenkap4.
Beleidsprioriteiten 2019
Conform de werkwijze van de concessie geeft IenW aan het begin van ieder jaar een
aantal beleidsprioriteiten mee aan NS en ProRail. De beleidsprioriteiten geven extra
focus aan de activiteiten voor het komende jaar. Aan de hand van deze beleidsprioriteiten
zullen de plannen van NS en ProRail in deze brief nader worden toegelicht.
In 2019 zijn de beleidsprioriteiten voor ProRail:
1. Een blijvende inzet op een betrouwbare operatie;
2. verduurzaming;
3. goederenvervoer.
Voor NS:
1. Een blijvende inzet op een betrouwbare operatie;
2. verdere openstelling van data en transparantie over prestaties;
3. versterken van de regionale samenwerking.
Hieronder licht ik deze prioriteiten en de invulling daarvan verder toe.
Blijvende inzet op een betrouwbare operatie (NS en ProRail)
De betrouwbaarheid op het spoor is hoog. Zo kwam in het eerste half jaar van 2018
93,1%5 van de reizigers binnen 5 minuten van de beloofde aankomsttijd aan. Vanwege het grote
belang van betrouwbaarheid voor reizigers en vervoerders heb ik ProRail en NS gevraagd
zich maximaal te blijven inspannen om reizigers voldoende kwaliteit te bieden.
Op een aantal andere elementen van een betrouwbare operatie zijn nog verbeteringen
mogelijk. Daarom heb ik NS en ProRail specifiek aandacht gevraagd om het aantal grote
verstoringen te beperken om zo de hinder voor reizigers te verminderen. Blijvende
aandacht voor betrouwbaarheid is ook in het bijzonder van belang voor de HSL-Zuid.
In het licht van de jaarlijkse reizigersgroei heb ik NS daarnaast extra aandacht gevraagd
voor verbetering van de zitplaatskans.
Verstoringen
Impactvolle verstoringen in de treindienst veroorzaken veel hinder voor reizigers
en verladers. NS en ProRail werken daarom gezamenlijk aan het voorkomen, versnellen
en verzachten van (impactvolle) verstoringen. Dit doen zij door op een effectieve
manier alle disciplines die bij een verstoring een rol spelen samen te laten werken.
Bij het voorkomen van verstoringen speelt actieve monitoring een belangrijke rol.
NS en ProRail zien het versnellen van herstel en het snel weer oppakken van de dienstregeling
na een verstoring als een gedeelde verantwoordelijkheid. Gezamenlijk werken zij ook
in 2019 aan verbetermaatregelen. Bijvoorbeeld door het optimaliseren van versperringsmaatregelen.
Versperringsmaatregen zijn maatregelen die de verstoring isoleren om een «sneeuwbaleffect»»
in de dienstregeling te voorkomen en de hinder te minimaliseren.
Reizigerspunctualiteit
NS en ProRail werken elke dag samen aan een betrouwbare dienstregeling en een goede
reizigerspunctualiteit. Enerzijds door het maken van een realistische dienstregeling
en anderzijds door te sturen op het zoveel mogelijk rijden volgens deze dienstregeling.
ProRail en NS zijn in 2019 vooral gericht op het optimaliseren van deze eerder ingezette
aanpak. Bijvoorbeeld door het gebruik van betere IT-hulpmiddelen in combinatie met
betrokkenheid van de operationele diensten.
ProRail en NS gaan in 2019 de uitvoering van de dienstregeling verbeteren door de
machinisten en conducteurs te voorzien van betere operationele informatie. Een voorbeeld
hiervan is de «afteller». Dit is een scherm op het perron waarop 15 seconden worden
afgeteld, waarna de treindeuren sluiten. De «afteller» is afgestemd met het sluiten
van de overweg van het station, waardoor deze zo kort mogelijk dicht hoeft. Een ander
voorbeeld zijn dienstkaartjes met vertrektijden in tienden van minuten en een tablet
met apps voor machinisten. Bij afwijking van de dienstregeling streven NS en ProRail
in 2019 naar een snellere besluitvorming om daarmee zo snel mogelijk weer te rijden
volgens dienstregeling.
Prestaties op de HSL Zuid
NS en ProRail blijven in 2019 uitvoering geven aan het Verbeterprogramma HSL-Zuid
om de prestaties op de HSL te verbeteren. Om voor de korte en middellange termijn
complexiteit te verminderen en de prestaties te verbeteren is bij de begroting 2018
€ 60 mln. vrijgemaakt voor een maatregelenpakket dat nu wordt uitgewerkt en geïmplementeerd.
NS en ProRail verwachten verdere prestatieverbetering van deze infrastructurele maatregelen
en van de in dienstregeling 2021 geplande introductie van de Intercity Nieuwe Generatie
(ICNG). Ik heb u onlangs geïnformeerd over de langetermijnvisie HSL-Zuid van NS en
ProRail6. NS en ProRail geven daarin aan wat volgens hen -op de langere termijn- nodig is
voor verdere prestatieverbetering op de HSL
De Intercity Brussel gaat per dienstregeling 2019 tussen Amsterdam en Rotterdam als
vijfde trein per uur over de HSL-Zuid rijden en is daarmee niet langer gekoppeld aan
één van de vier IC-direct treinen per uur. Dit betekent een uitbreiding van de capaciteit
op dit traject en heeft naar verwachting een positief effect op de betrouwbaarheid.
De IC-direct wordt verlengd, waardoor ook meer capaciteit ontstaat. Thalys zal vanaf
april 2019 naar luchthaven Charles de Gaulle en Marne la Vallée (Disneyland) gaan
rijden. Dit betekent dat ook het traject Schiphol-Charles de Gaulle gemakkelijker
en sneller per trein in plaats van per vliegtuig afgelegd kan gaan worden. Eurostar
is voornemens om in de loop van 2019 een derde trein tussen Nederland en Londen te
gaan rijden. Samen met Staatssecretaris Harbers werk ik aan het mogelijk maken van
een directe Eurostarverbinding tussen Amsterdam en Londen, zonder overstap in Brussel.
Hierover wordt uw Kamer voor het einde van dit jaar met een separate brief geïnformeerd.
Afronding Programma «Uitvoering en betrouwbaarheid HSL-Zuid diensten»
NS heeft de treindiensten die onderdeel zijn van het alternatieve aanbod van NS op
de HSL-Zuid (na het stopzetten van de V250/Fyra) de afgelopen jaren stap voor stap
geïmplementeerd. Uw Kamer is hierover steeds geïnformeerd. NS heeft hiermee een mooi
aanbod neergezet voor de reiziger, zowel op het gebied van binnenlandse als internationale
treindiensten. De introducties van deze treindiensten vallen onder het programma «Uitvoering
en Betrouwbaarheid HSL-Zuid diensten». Het overgrote deel van dit programma is nu
gerealiseerd7. Resteert nu de laatste productstap, namelijk de invoering van nieuw materieel (de
Intercity Nieuwe Generatie, oftewel ICNG) op de binnenlandse HSL-Zuid treindiensten.
De afspraken hierover liggen vast in artikel 61 van de vervoerconcessie. Ook via de
Stuurgroep HSL-Zuid (IenW, NS, ProRail, ILT, Infraspeed) wordt gezamenlijk gestuurd
op o.a. de introductie van de ICNG.
Gezien het feit dat het grootste deel van het alternatieve aanbod op de HSL-Zuid inmiddels
door NS is geïmplementeerd en dat via de concessie en de Stuurgroep HSL-Zuid wordt
gestuurd op de laatste productstap (de introductie van de ICNG) en beschouw ik het
concessieprogramma «Uitvoering en betrouwbaarheid HSL-Zuid diensten» als afgerond.
Voor het verbeteren van de prestaties op de HSL is sinds 2017 een separaat programma
onder concessiesturing geplaatst, namelijk het «Verbeterprogramma HSL-Zuid». Afronding
van dit programma is nu niet aan de orde. De inzet van NS en ProRail in het kader
van dit programma wordt onverminderd doorgezet met als doel om alles uit de kast te
halen om de prestaties op de HSL verder te verbeteren.
Correctie in de prestatie-indicator zitplaatskans in de spits HSL
NS heeft mij geïnformeerd8 dat er in 2017 en dit jaar een fout is gemaakt bij het vaststellen van de scores
op de prestatie-indicator Zitplaatskans in de spits HSL. NS geeft aan dat gecorrigeerde
waarde over 2017 96% is. Dit is 0,8% lager dan de gerapporteerde waarde9, maar ligt nog steeds ruim boven de bodemwaarde van 91,2% voor deze prestatie-indicator.
Het oordeel over deze prestatie-indicator in 2017 hoeft daarmee niet te worden bijgesteld.
De gecorrigeerde waarde over het eerste half jaar van 2018 is volgens NS 93,7%. Dit
is 1,2% lager dan de gerapporteerde waarde10. De oorsprong van de fout ligt erin dat na aanpassingen van het materieel (aanbrengen
fietsplekken en bagagerekken) het verminderde aantal zitplaatsen niet correct door
NS in het systeem is opgenomen, waardoor in de berekening van de scores met een te
hoog aantal zitplaatsen is gerekend. Omdat de KPI «Zitplaatskans HSL in de spits»
een subset is van de KPI «Zitplaatskans HRN in de spits», heeft de correctie in de
realisatie van de zitplaatskans HSL in de spits een rekenkundig effect op de zitplaatskans
HRN in de spits over alleen 2017. NS geeft aan dat de gecorrigeerde waarde over 2017
95,0% is. Dat is 0,1% lager dan de gerapporteerde waarde, maar ligt nog steeds boven
de bodemwaarde van 94,3% voor deze prestatie indicator10. Het oordeel over deze prestatie indicator in 2017 hoeft daarmee niet te worden bijgesteld.
Zeker gezien het feit dat in 2015 een vergelijkbare fout is gemaakt, is het betreurenswaardig
dat de gerealiseerde scores op deze prestatie-indicator opnieuw moeten worden gecorrigeerd.
NS heeft mij gemeld dat het systeem en de processen waarmee deze prestatie-indicator
wordt berekend zijn aangepast, om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. Ik
laat een extern onderzoek uitvoeren naar de berekening en scores op de prestatie-indicator
Zitplaatskans in de spits HSL om vast te stellen of NS inderdaad inmiddels alles op
orde heeft en nieuwe fouten zijn uitgesloten. Ik zal bij het externe onderzoek ook
de berekening van de prestatie-indicator Zitplaatskans in de spits HRN betrekken aangezien
deze op soortgelijke wijze wordt vastgesteld en ik wil uitsluiten dat bij die prestatie-indicator
dezelfde fouten zijn gemaakt.
Verbetering zitplaatskans – Instroom Sprinter Nieuwe Generatie (SNG)
De vervoerscapaciteit in de spits is de afgelopen jaren flink uitgebreid en wordt
ook in2019 weer groter. NS zet in 2019 in op de instroom van nieuw materieel en op
maatregelen om het beschikbare materieel zo goed mogelijk aan te laten sluiten op
de verwachte reizigersaantallen. Zo zal het aantal zitplaatsen toenemen, omdat vanaf
de onlangs gestarte dienstregeling 2019 118 nieuwe sprinters van het type SNG gefaseerd
instromen11. Alle nieuwe sprinters zijn voorzien van toiletten, wifi en stopcontacten. De rolstoeltoegankelijke
toiletten in combinatie met de call for aid-knoppen en de gelijkvloerse instap vergemakkelijken
bovendien het zelfstandig reizen voor mensen met een beperking. Sinds dienstregeling
2019 wordt al met 9 nieuwe SNG-sprinters gereden op het traject Den Haag – Haarlem.
Verduurzaming
In het licht van de klimaatafspraken uit Parijs is duurzaamheid inmiddels een randvoorwaarde
voor toekomstgerichte dienstverlening en één van de redenen waarom mensen voor de
trein kiezen. Ik ben blij dat ProRail en NS dit belang onderschrijven en zich inzetten
om, in lijn met de ambities uit het regeerakkoord, de positie van het spoor als één
van de meest duurzame vormen van vervoer te behouden en verder uit te bouwen.
Duurzame mobiliteit en klimaatneutraal vervoer (NS en ProRail)
De onderwerpen duurzame mobiliteit en klimaatneutraal vervoer hebben ook dit jaar
een prominente plek in beide plannen gekregen. Gebouwen en treinen van NS gebruiken
nu al 100% windstroom en de NS-treinen rijden inmiddels 25% zuiniger dan in 2005.
NS ziet mogelijkheden om ook het vervangend busvervoer in 2019 te vergroenen, om zo
een volledig klimaatneutrale reis aan te kunnen bieden. Verder blijf ik samen met
NS werken aan de internationale treinreis als aantrekkelijk alternatief voor een vliegreis
op de kortere afstanden.
ProRail heeft een grote slag gemaakt in de verduurzaming van het infrastructuurbeheer.
In 2018 bedroeg de voetafdruk naar schatting 14 kiloton CO2 tegenover ca. 80 kiloton CO2 in 2010. ProRail werkt samen met de vervoerders om CO2-emissies van treinen te verminderen, bijvoorbeeld van dieseltreinen, door studies
te faciliteren en alternatieven te onderzoeken. In het verlengde daarvan heeft ProRail
de ambitie om eigen assets te benutten om, door middel van zonnepanelen en zonnestroominstallaties,
energie op te wekken. ProRail gaat over de concretisering van deze ambitie in overleg
met onder andere IenW. Op termijn is het doel om net zoveel energie op te wekken als
dat er door ProRail wordt verbruikt.
Het gebruik van Dubocalc12 bij aanbestedingen van bovenbouwvernieuwingsprojecten en kunstwerken stimuleert aannemers
om duurzamer te werken aan het spoor. Bij nieuwbouwprojecten en beheer en onderhoud
zet ProRail in op hergebruik van veelgebruikte materialen zoals beton, staal, koper
en ballast en op het circulair inkopen hiervan.
Compensatie van natuurwaarden en bermbeheer
ProRail richt zicht in 2019 specifiek op beleidsontwikkeling voor compensatie van
natuurwaarden bij de inrichting en het beheer van spoorbermen en aanliggende percelen
èn op de vermindering van het gebruik van glyfosaat bij onkruidbestrijding.
Om het bermbeheer te verduurzamen gaat ProRail in 2019 het gebruik van bestrijdingsmiddelen
in kaart brengen en onderzoek doen naar alternatieve, niet-chemische methoden van
onkruidbestrijding om te bezien of het gebruik van glyfosaat kan worden verminderd.
Tijdens het VAO MIRT van 25 september 2018 is door het lid Van der Graaf een motie3 over bomenkap ingediend, waarbij de regering wordt verzocht voor een veilige weginrichting
en spoorveiligheid alleen in het uiterste geval bomenkap in te zetten. De reikwijdte
van deze motie is tweeledig en wordt daarom ook in de Verzamelbrief Wegvervoer en
Verkeersveiligheid (december 2018) behandeld. ProRail geeft aan invulling te geven
aan de motie door bij de aanleg en het onderhoud van het spoor meer rekening te houden
met de waarde van bomen, zoals de monumentale, landschappelijke en ecologische waarde.
Er wordt daarbij een afweging gemaakt tussen de veiligheid en betrouwbaarheid van
het spoor en behoud van de natuur. Bomen die te dicht op het spoor staan en zicht
van machinisten belemmeren of waarvan de kans groot is dat ze op het spoor vallen
tijdens een storm zullen bijvoorbeeld worden verwijderd. Bij bomenkap wordt in overleg
met betrokken partijen als gemeenten en provincies door ProRail in toenemende mate
gekeken naar het terugplaatsen van alternatieve groenvoorziening, zoals heggen of
ander groen. De Wet natuurbescherming en gemeentelijke bomenverordeningen en ProRails
ambitie om te verduurzamen zijn daarbij de uitgangspunten. In nieuwe contracten met
aannemers worden die uitgangspunten opgenomen. Met deze werkwijze en die van Rijkswaterstaat
wordt er invulling gegeven aan de motie en daarmee beschouw ik de motie als afgedaan.
Goederen (ProRail)
In de zomer heb ik uw Kamer geïnformeerd over een maatregelenpakket om de positie
van het spoorgoederenvervoer te verbeteren13. In dit kader zal ProRail zich in 2019 richten op betere samenwerking in de keten
en op de acties voortvloeiend uit het Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer. Het
betreft maatregelen gericht op de realisatie van groei van spoorgoederenvervoer, op
verlaging van de kosten van het vervoer in de keten en op vermindering van de effecten
van spoorvervoer op de omgeving. Over de implementatie hiervan informeer ik uw Kamer
separaat door middel van de voortgangsrapportage spoorgoederenvervoer en Betuweroute
die ik uw kamer voor het einde van dit jaar doe toekomen.
Verdere openstelling van data en transparantie (NS)
Om de samenwerking met andere partijen te verbeteren is openheid van data een belangrijk
middel. Ik heb NS in lijn met de Kamerbrief Data en Transparantie14 gevraagd in 2019 flinke stappen te zetten en te werken aan een verdere openstelling
van data en transparantie over prestaties.
NS gaat in lijn met de beleidsprioriteitenbrief en de Kamerbrief Data en Transparantie
informatie openbaar maken waar dit kan en mag. Zij houdt daar rekening met de geldende
regels met betrekking tot onder meer privacy, mededinging en bedrijfsvertrouwelijkheid.
Onlangs heeft NS een online-dashboard gepresenteerd met cijfers over reizigersgedrag
en klantoordelen. NS werkt aan een nieuwe dataomgeving die vervolgens gekoppeld kan
worden aan het dashboard. Als de nieuwe dataomgeving werkt kan data over de prestaties
worden toegevoegd. Het uiteindelijke streven van NS is om openbare data op detailniveau
inzichtelijk te maken op een online dataplatform, dat bereikbaar is vanaf een website
van NS. Ook belooft NS actief deel te nemen aan het debat over hoe maatschappelijk
relevante data voor Nederland succesvol kan worden ontsloten. Ik ben blij te zien
dat NS maatregelen treft op dit gebied en verwacht in 2019 al concrete resultaten
te zien.
Regionale samenwerking (NS)
Om de te verwachten reizigersgroei aan te kunnen, bij het steeds drukker wordende
Nederlandse OV, is samenwerking tussen veel verschillende partijen een vereiste, ondanks
de soms verschillende belangen. NS zet zich al enige jaren, in samenwerking met de
regio, succesvol in op het verbeteren van onder andere de deur-tot-deur reis en het
stationsgebied. Deze samenwerking is van groot belang voor de reiziger, voor 2019
heb ik daarom aan NS gevraagd nadruk te leggen op regionale samenwerking.
In 2019 zal NS blijven samenwerken met decentrale overheden, ProRail en andere vervoerders
bij de ontwikkeling van het Dashboard Deur-tot-deur. Dit dashboard bevat diverse OV-data
en geeft inzicht in aansluitingen, gebruiksgemak, ketenvoorzieningen en first & last
mile van OV-reizigers. Ook geeft NS aan vaker gebruik te gaan maken van zogenoemde
expertsessies. In deze sessies voeren zij een open gesprek met regionale partners
over de ontwikkeling van de dienstregeling. Dit helpt om elkaars wensen en behoeften
te begrijpen en om meer begrip te creëren waarom deze wel of niet te realiseren zijn.
In 2018 is NS gestart met deze expertsessies in Noord-Nederland, Oost-Nederland en
in de noordelijke randstad, dit leverde een constructieve samenwerking op.
Ook voor ProRail is en blijft samenwerking met alle betrokken partijen op en rond
het spoor belangrijk bij de uitvoering van haar taken. In het beheerplan 2019 geeft
ProRail aan zich te richten op het verder verbeteren en intensiveren daarvan.
Ten slotte verwacht ik dat NS en ProRail onverminderd hard zullen blijven werken om
de genoemde plannen en ambities waar te maken en alle streefwaarden te halen in 2019.
In maart zal ik uw Kamer zoals gebruikelijk de jaarverantwoording over 2018 toesturen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.