Brief regering : Maatregelen jaarwisseling
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 546 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2018
Op verzoek van uw Kamer1 informeren wij u over de stand van zaken betreffende de opvolging van de aanbevelingen
van de Onderszoeksraad voor Veiligheid (OVV) en de in onze brief van 8 juni 20182 opgenomen maatregelen. Uw Kamer refereert hierbij aan de op 28 november 2018 door
de OVV gepubliceerde notitie over de opvolging van de in het rapport Veiligheidsrisico’s
jaarwisseling van december 2017 opgenomen aanbevelingen.
Direct na het uitkomen van het rapport is aan de slag gegaan met de adviezen van de
OVV teneinde te komen tot een adequaat pakket maatregelen. Kabinetsberaad heeft tot
de conclusie geleid dat een algeheel vuurwerkverbod of een landelijk verbod op knalvuurwerk
en vuurpijlen vooralsnog niet de juiste maatregel zou zijn. De mensen die wel op een
goede en normale manier met vuurwerk omgaan zouden dit anders niet meer kunnen doen
door het handelen van een kleine groep die daar niet goed mee omgaat. Maar die kleine
groep mensen veroorzaakt wel rondom de jaarwisseling door hun onverantwoorde, gevaarlijke
gedrag rondom vuurwerk veel overlast en veroorzaakt vooral veel gevaar, schade en
ellende voor hulpverleners, politie, gemeentelijke handhavers, gewone burgers en dieren.
Alleen al daarin ligt voldoende reden voor een stevige aanpak omtrent vuurwerk. Daartoe
heeft het Kabinet besloten tot een groot pakket aan maatregelen. Bij brief van 8 juni
2018 is Uw Kamer geïnformeerd over de uitwerking daarvan. Vervolgens heeft op 20 juni
2018 het plenaire debat hierover plaatsgevonden in Uw Kamer (Handelingen II 2017/18,
nr. 96, item 8). Hierbij is een drietal moties aangenomen, in deze brief ga gaan wij in op de uitvoering
van die moties en op de stand van zaken van de door ons genoemde maatregelen.
Moties
In de motie van de leden Dik-Faber (CU) en Den Boer (D66)3 wordt verzocht om een expliciete wettelijke bevoegdheid voor gemeenten of gemeentelijke
organen om gemeenten geheel vuurwerkvrij te maken. Over de uitvoering daarvan hebben
wij uw Kamer bij brief van 16 november 20184 geïnformeerd. Wijziging van het Vuurwerkbesluit is in voorbereiding. Daarbij streven
wij ernaar deze wijziging van het Vuurwerkbesluit tijdig gereed te hebben vóór de
jaarwisseling van 2019–2020.
De motie van de leden Den Boer (D66) en Dik-Faber (CU)5 betreft een onafhankelijke evaluatie naar de effecten van de nieuw ingevoerde maatregelen,
waarbij de adviezen van de OVV, de ervaringen van gemeenten en de politie en de voortgang
van het maatschappelijk debat nadrukkelijk worden betrokken. Bij de uitvoering hiervan
gaat het om de volgende deelonderwerpen die afzonderlijk zullen worden onderzocht:
– Onderzoek naar de effecten van nieuw ingevoerde maatregelen betreft komende jaarwisseling
de verplichtstelling van een lanceerstandaard voor vuurpijlen. Deze maatregel zou
een direct effect moeten hebben op het aantal letselgevallen. Begin volgend jaar zal
deze maatregel worden geëvalueerd aan de hand van de letselcijfers.
– De voortgang van het maatschappelijk debat zal worden onderzocht via extern onderzoek
naar de beleving van vuurwerk tijdens de jaarwisseling. Hierbij zal sprake zijn van
voortzetting van eerder uitgevoerde onderzoeken om uiteindelijk ook een trend te kunnen
constateren.
– Voorts zal er een onafhankelijk onderzoek plaatsvinden naar de ervaringen van politie
en gemeenten. Hierbij speelt het door de OVV genoemde aspect van de aard en omvang
van de problemen die gemeenten rond oud en nieuw ervaren en valt de grote variatie
in probleemperceptie op. Er zal een selectie worden gemaakt van gemeenten die bij
het onderzoek worden betrokken. Vervolgens kan worden geëvalueerd hoe de jaarwisseling
daar is verlopen, welke elementen goed werkten en welke niet en wat er valt te leren
voor de toekomstige aanpak. Dit onderzoek zal in 2019 starten.
– Tot slot leveren politie en het Openbaar Ministerie al een aantal jaren een rapportage
en cijfers over het verloop van de jaarwisseling op. Dat zal ook gelden voor de jaarwisseling
2018–2019.
Wij zullen uw Kamer in de eerste helft van 2019 over de uitkomsten in samenhang informeren.
Aan de motie van de leden Krol (50 plus), Van der Staaij (SG) en Buitenweg (Groen
Links)6 over het aan de orde stellen van een verbod op de productie van zwaar professioneel
knalvuurwerk in EU-verband geven wij uitvoering door in het verlengde van de huidige
Europese onderzoek naar de illegale handel van dit type vuurwerk bij de Europese Commissie
(EC) aan te dringen op een verbod.
Aanbevelingen OVV
Aanbeveling 1
Verbied vuurwerk dat in de praktijk de grootste inbreuk maakt op de veiligheid doordat
het zorgt voor letsel (vuurpijlen) en overlast (knalvuurwerk).
De oorzaak van gevaarzetting en van overlast door knalvuurwerk is voor een belangrijk
deel te wijten aan ongepast of zelfs onveilig gedrag, bijvoorbeeld omdat met knalvuurwerk
wordt gegooid naar omstanders. Daarom zullen wij nog nadrukkelijker inzetten op gedragsverandering
via voorlichting. Mochten de maatregelen uiteindelijk niet tot verbetering leiden,
dan sluiten wij in de toekomst andere maatregelen niet uit.
Vuurpijlen zorgen vooral bij omstanders voor veel letsel, omdat deze vaak niet recht
omhoog gaan bij afschieten of omvallen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu heeft geadviseerd dat dit letsel voorkomen kan worden door gebruikmaking van
een lanceerstandaards bij het afschieten van vuurpijlen. Dit advies is overgenomen.
Komende jaarwisseling zijn bij ministeriële regeling lanceerstandaards verplicht gesteld
in gebruik en bij verkoop van vuurpijlen aan consumenten. Uw Kamer heeft hierover
op 22 november 20187, 5 december 20188 en 13 december 20189 een brief ontvangen waaruit blijkt dat er inmiddels een ruim aantal lanceerstandaarden
door de ILT is goedgekeurd. Begin volgend jaar zal deze maatregel worden geëvalueerd
aan de hand van de letselcijfers en zal worden bezien of aanvullende maatregelen met
betrekking tot vuurpijlen nodig zijn.
Aanbeveling 2
Zorg voor meer inzicht in de relatie tussen het type vuurwerk en de omvang van de
ernst van het letsel en neem indien noodzakelijk nadere maatregelen.
Komende jaarwisseling worden de resultaten van het jaarlijkse onderzoek van Veiligheid
NL naar type vuurwerk en letsel vergeleken met de testresultaten van de Inspectie
Leefomgeving en Transport op vuurwerkartikelen. Dit maakt nadere maatregelen op basis
van type vuurwerk en letsel mogelijk, waarbij we een verbod van bepaalde typen vuurwerk
niet uitsluiten. Deze maatregelen zijn nadrukkelijk een eerste stap naar veiliger
vuurwerk.
Aanbeveling 3
Verplicht verkopers van consumentenvuurwerk tot gratis verstrekking van vuurwerkbrillen
en aansteeklonten en tot het geven van voorlichting over veilig gebruik van de verkochte
vuurwerkartikelen.
Momenteel is een wijziging van het Arbobesluit en het Vuurwerkbesluit in voorbereiding
waarin de verplichting is opgenomen dat personeel van vuurwerkwinkels kennis moeten
hebben over de risico’s van vuurwerk en consumenten daarover kunnen informeren. Daarnaast
is een wijziging van het Vuurwerkbesluit in voorbereiding waarin vanaf volgend jaar
het gratis verstrekken van vuurwerkbrillen en aansteeklonten bij verkoop van vuurwerk
verplicht is gesteld. Met de branche is afgesproken dat lopende de voorbereiding van
de wetgeving vuurwerkbrillen en aansteeklonten dit jaar al gratis verstrekt worden.
Aanbeveling 4
Versterk de opsporing en vervolging van de handel in illegaal vuurwerk. Denk daarbij
aan extra personele capaciteit, een betere informatiepositie en intensievere samenwerking
op nationaal en internationaal niveau.
Voor de aanpak van illegaal vuurwerk geldt dat in de afgelopen jaren het zwaartepunt
van de inzet van het openbaar ministerie is verlegd naar de aanpak van handelaren
en buitenlandse producenten om op die manier het grootste effect op deze illegale
markt te sorteren. Internationaal wordt intensief samengewerkt met andere landen.
De capaciteit voor opsporing en vervolging van illegaal vuurwerk is in voldoende mate
aanwezig. De inzet richt zich op intensivering van de controle op postpakketten, het
verstoren van de handel via social media, het bundelen van kennis en expertise door
een versterkte samenwerking tussen opsporingsinstanties in Nederland en met andere
landen. Deze op 8 juni jl. aangekondigde maatregen zijn ingezet. Dit heeft eraan bijgedragen
dat tot op heden al ruim 36.000 kilo illegaal vuurwerk in beslag is genomen, diverse
personen zijn aangehouden voor illegaal bezit of handel in vuurwerk en ongeveer 1.000
Instagram accounts offline werden gehaald waarop handel in illegaal vuurwerk zichtbaar
was. Daarnaast werd 6 december jl. ook publiek dat op Nederlands initiatief een groot
internationaal opsporingsonderzoek is uitgevoerd naar Poolse webshops die over de
eigen landsgrenzen heen zwaar illegaal vuurwerk aanboden en via postpakketten verstuurden.
Behalve Nederland deden ook Polen, Duitsland, Frankrijk, Europol en Eurojust hieraan
mee. Vier Poolse webshops zijn offline gehaald, 80 ton illegaal vuurwerk is in beslag
genomen en in verschillende landen, waaronder Nederland, zijn verdachten aangehouden.
In Nederland zijn in het kader van dit onderzoek zicht verkregen op tweeduizend adressen,
waar de afgelopen maanden vuurwerk is besteld. Daarmee is de handel in illegaal vuurwerk
nationaal en internationaal een gevoelige slag toegebracht.
Daarnaast wordt in Benelux verband gewerkt aan een gemeenschappelijk paspoort voor
personen met specialistische kennis. Het is hierbij de bedoeling dat zwaar professioneel
vuurwerk alleen nog verhandeld kan worden aan personen die aantoonbaar beschikken
over een dergelijk paspoort, een erkende opleiding hebben gevolgd en hiervoor zijn
aangewezen als personen met specialistische kennis. In de loop van 2019 zal dit project
in werking treden.
Aanbeveling 5
Bevorder op Europees niveau een verdere beperking van vuurwerkrisico’s door aanscherping
van de Pyrorichtlijn. Denk daarbij in het bijzonder aan een verbod op de productie
van zwaar professioneel knalvuurwerk waar geen legale markt voor is.
Nederland heeft verschillende initiatieven ontplooid om samen met de EC stappen voor
te bereiden die moeten leiden tot aanpassing van de Europese regelgeving en het systeem
van handhaving. Deze inspanningen kosten echter veel tijd om gehoor en draagvlak te
krijgen bij de EC en de lidstaten voor de Nederlandse inspanningen rond aanscherping
van de Europese Pyrorichtlijn. Op aandringen van Nederland is de EC momenteel gestart
met een Europees onderzoek naar de illegale handel in zwaar professioneel knalvuurwerk.
Aanbevelingen 6 en 7
Evalueer maatregelen voor de jaarwisseling op effectiviteit. Zorg ervoor dat gemeenten
van elkaar leren door beter gebruik te maken van elkaars ervaringen en goede
voorbeelden.
Benader oud en nieuw als evenement. Neem als gemeente in het belang van de openbare
orde en veiligheid de regie om te zorgen dat de jaarwisseling een sterker georganiseerd
karakter krijgt. Stimuleer en ondersteun burgers bij het organiseren van activiteiten
voor een veilige viering van de jaarwisseling.
Deze aanbevelingen betreffen het lokaal bestuur. De aanbevelingen worden door ons
onderschreven. Het is aan gemeenten om te bepalen op welke wijze zij invulling geven
aan de jaarwisseling.
Tot slot benadrukken wij dat wij de ontwikkelingen zullen monitoren, onder andere
in het Strategisch Beraad Veiligheid met VNG en gemeenten. De uitkomsten hiervan en
die van de onafhankelijke evaluaties kunnen reden zijn aanvullende maatregelen te
treffen om de jaarwisseling een feest voor iedereen te laten zijn, ook voor de hulpverleners,
politie en gemeentelijke handhavers die het feest elk jaar mogelijk maken.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat