Brief regering : Reactie op het gewijzigd amendement van het lid Hijink over het verminderen van uitvoeringslasten voor aanbieders (Kamerstuk 34857-15)
34 857 Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Zorgverzekeringswet in verband met het handhaven van de mogelijkheid om gemeenten in uitzonderingsgevallen tot samenwerking te verplichten en in verband met het verminderen van uitvoeringslasten
Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2018
Zoals toegezegd tijdens de plenaire behandeling op 11 december 2018 van het wetsvoorstel
tot wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de
Zorgverzekeringswet in verband met het handhaven van de mogelijkheid om gemeenten
in uitzonderingsgevallen tot samenwerking te verplichten en in verband met het verminderen
van uitvoeringslasten (Kamerstuk 34 857) (Handelingen II 2018/19, nr. 34, Wijziging van de Jeugdwet, de Wmo 2015 en de Zorgverzekeringswet),
ga ik in deze brief in op het naar aanleiding van debat gewijzigde amendement van
de heer Hijink (Kamerstuk 34 857, nr. 15 ter vervanging van Kamerstuk 34 857, nr. 9).
De inhoud strekt er toe dat wordt voorkomen dat gemeenten, bovenop wat in de ministeriƫle
regeling aangaande de financieringswijzen en administratieve processen behorend bij
de bekostiging aan standaarden verplicht is gesteld, aanvullende gegevens en verantwoording
opvragen. Om de vermijdbare uitvoeringslasten bij de uitvoering van de Jeugdwet en
de Wmo2015 te beperken, wordt met dit wetsvoorstel beoogd om door de veldpartijen
ontwikkelde instrumenten een vorm van uniformering te creƫren. Het is vervolgens niet
de bedoeling dat op die specifieke onderdelen waarop regels worden gesteld alsnog
extra gegevens en verantwoording door gemeenten worden verlangd. Dit ondermijnt in
die gevallen standaardisatie en daarmee de beoogde vermindering van vermijdbare uitvoeringslasten.
Het amendement kan daarom worden gelezen in de geest van het wetsvoorstel. Ik laat
het amendement aan het oordeel van uw Kamer.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport