Brief regering : Diplomatieke nota van de ambassade van Koeweit
29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving
Nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2018
Bijgaand treft u een diplomatieke nota (Note Verbale)1 aan die het Ministerie van Buitenlandse Zaken in oktober jl. heeft ontvangen van
de ambassade van Koeweit. In de nota noemt de ambassade een viertal Nederlandse organisaties
die in Koeweit aanvragen voor financiering hebben ingediend. Het ministerie wordt
verzocht aan te geven of financiering bezwaarlijk is. Koeweit geeft met de nota uitvoering
aan bilaterale afspraken over transparantie van financieringsaanvragen.
De nota is door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gedeeld met betrokken ministeries
en overheidsdiensten en interdepartementaal besproken. Aan dit interdepartementaal
overleg namen ook vertegenwoordigers van gemeentes deel. De ambassade van Koeweit
ontvangt binnenkort een antwoordnota met de bevindingen op hoofdlijnen.
Met deze brief geeft het kabinet opvolging aan de motie van de leden Karabulut en
Segers (Kamerstuk 29 614, nr. 99) die de regering verzoekt informatie over buitenlandse financiering uit Golflanden
of elders zo snel mogelijk te delen met de Kamer en gemeentes.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken