Brief regering : Advies van Bureau ICT-toetsing (BIT) over het programma Beheer op Afstand Friesland (BopA Fryslân)
35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
Nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2018
Hierbij stuur ik u het advies van Bureau ICT-toetsing (BIT) over het programma Beheer
op Afstand Friesland (BopA Fryslân)1 en mijn reactie daarop. Achtereenvolgens bespreek ik nut en noodzaak van het project
BopA, vervolgens het uitgebrachte advies en ik besluit met mijn reactie op de aanbevelingen.
Het project Beheer op Afstand Friesland
Het project BopA Fryslân vervangt de besturing en bediening van tien «objecten» (negen
bruggen en een sluis) in het Friese deel van de Hoofdvaarweg Lemmer- Delfzijl (HLD)
en richt in Lemmer een nieuwe bediencentrale in. Het beheer van de HLD is sinds 2014
overgedragen van de provincies Fryslân en Groningen aan Rijkswaterstaat.
Rijkswaterstaat (RWS) streeft ernaar de verschillende IT-componenten die noodzakelijk
zijn voor het op afstand bedienen van bruggen en sluizen, de zogenoemde Industriële
Automatisering (IA), zo veel mogelijk te standaardiseren. Door generieke, herbruikbare
producten voor de bedienwerkplek, de video- en audioketen en een standaard voor hard-
en software voor de bediening van tunnels, bruggen en sluizen te ontwikkelen, zal
de veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de objecten kunnen worden vergroot.
Standaardisatie leidt ook tot een reductie van kosten over de levenscyclus van de
IT-componenten. Voor deze standaard producten hanteert RWS de term «bouwblok».
In het project BopA Fryslân wil Rijkswaterstaat ervaring opdoen met IA-bouwblokken
voor bruggen en sluizen. Rijkswaterstaat heeft er daarom voor gekozen in dit project
de rol van systeemintegrator niet te beleggen bij een marktpartij, maar die rol zelf
te vervullen.
BIT advies
De standaard bouwblokken voor bruggen en sluizen blijken onvoldoende uitontwikkeld
om door het project te kunnen worden ingezet. Het project heeft daarom te maken met
uitloop. Toen het project vervolgens noodgedwongen zelf oplossingen moest bedenken
is gekozen voor een te weinig gestructureerde ontwikkelaanpak. Daardoor is er in de
beheerfase een grotere kans op operationele fouten, die tot veiligheidsrisico’s kunnen
leiden. Bijkomend nadeel is dat RWS geen zinnige lessen leert over de meerwaarde van
het werken met bouwblokken. Wij adviseren het project om uitloop verder zoveel mogelijk
te beperken. Geef hiertoe prioriteit aan het uitwerken van de eisen en het afronden
van de testaanpak. Maak ook beheerafspraken over de nu ingezette IT-componenten. Wanneer
RWS verder gaat met de ontwikkeling van standaard bouwblokken, adviseren wij u daarvoor
een programma in te richten en dit tijdig aan ons aan te bieden voor toetsing.
Reactie op het BIT advies
Gebruik bouwblokken, IT componenten en uitloop
Bij de start van het project was de ambitie om, conform de I-Strategie van Rijkswaterstaat,
te standaardiseren. De opvatting vooraf was dat de bestaande bouwblokken van de Provincie
Groningen, met enige aanpassingen, voor deze hoofdvaarweg goed te gebruiken waren
binnen de IT-omgeving van RWS. RWS heeft moeten constateren dat deze aanname niet
juist is gebleken. Het rapport stelt dan ook terecht dat er meer aanpassingen benodigd
zijn om de Groningse bouwblokken toe te kunnen passen binnen de IT-omgeving van RWS
en dat dit risico’s introduceert waar het project op heeft moeten inspelen.
RWS is zich bewust van de risico’s die samenhangen met IT-componenten of bouwblokken
die nog in ontwikkeling zijn. De in het rapport genoemde operationele bedien- en begeleidingswerkplek
(ORBB) standaard van RWS betreft een bouwblok voor wegverkeersbegeleiding. Dit is
een reeds bestaand product inclusief de bijbehorende dienstverlening. Dit bouwblok
is aangepast op de werkplek voor scheepvaartverkeersleiders.
Over de uitloop wil ik opmerken dat belangrijke redenen daarvan waren het uitstel
in de opdrachtverlening aan de installateur en de vertraging in de vergunningverlening
voor graafwerkzaamheden. Desondanks realiseer ik mij dat de inzet van de Groningse
bouwblokken meer tijd met zich mee zal brengen en de aanpassingen gestructureerd in
het project zullen moeten worden geborgd. Hiervoor zijn door RWS reeds maatregelen
getroffen.
Beheerafspraken IT-componenten
In lijn met het advies van het BIT zijn beheerafspraken gemaakt over het gehele op
te leveren systeem. Dit met inbegrip van alle ingezette IT-componenten en bouwblokken.
Veiligheidsrisico’s en gekozen ontwerpaanpak
In het advies wordt gesteld dat er in de beheerfase een grotere kans op operationele
fouten is, die tot veiligheidsrisico’s kunnen leiden. Ik hecht eraan te benadrukken
dat Rijkswaterstaat geen systemen in gebruik zal nemen zonder dat deze getest en veilig
bevonden zijn, waardoor er geen sprake kan zijn van een verhoogde kans op veiligheidsrisico’s.
RWS hanteert diverse bestaande en bewezen kwaliteitssystemen en interne procedures
die veiligheidsrisico’s moeten voorkomen.
Rijkswaterstaat werkt met verschillende methoden, technieken en (standaard) werkwijzen
voor IV en civiele ontwikkelingen. De Systems Engineering werkwijze wordt normaliter
niet bij IV-projecten gehanteerd. Ik kan mij vinden in het oordeel van het BIT om
te beoordelen of deze aanpak in de toekomst gehanteerd kan worden bij IV-projecten.
Sourcingstrategie Industriële Automatisering
Het advies van BIT om IA-bouwblokken programmatisch aan te pakken en deze ontwikkeling
(«aan de voorkant») te laten toetsen wordt door mij gedeeld. Ik steun daarom het voorstel
van RWS om de bouwblokken en de projecten te laten toetsen door BIT.
Tot slot
Graag spreek ik mijn waardering uit ten aanzien van de door het BIT-team uitgevoerde
werkzaamheden en het uitgebrachte advies. Vanaf de intake en gedurende het onderzoekstraject
is constructief samengewerkt met het onderzoeksteam van het BIT.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat