Brief regering : Inspectierapporten over groen hoger onderwijs
34 284 Groen onderwijs
Nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2018
Zoals toegezegd tijdens het AO Groen Onderwijs van 10 oktober 2018 (Kamerstuk 34 284, nr. 15), doe ik u hierbij toekomen het InspectierapportFinanciële Positie en Ontwikkeling van het Agrarisch Hoger Onderwijs, Onderzoek naar
de huidige en verwachte Financiële Ontwikkeling van het Agrarisch Hoger Onderwijs1. Tevens zend ik u hierbij recente rapporten van de Inspectie van het Onderwijs (hierna:
de Inspectie) specifiek over HAS Hogeschool, het rapport Toezicht op de financiële continuïteit van Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch2 en het rapport Verbeterplan en financiële prognose in het kader van het aangepast toezicht financiële
continuïteit Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch (bestuursnummer 40205)3.
Themaonderzoek financiële positie groen hoger onderwijs
Mede naar aanleiding van de financiële positie van HAS Hogeschool, waarover verder
in deze brief meer, heb ik de Inspectie gevraagd een themaonderzoek te doen naar de
financiële positie en ontwikkeling van het groen hoger onderwijs. Eerder deed de Inspectie
onderzoek naar de positie en de ontwikkeling van de agrarische opleidingscentra. Op
de conclusies van het themaonderzoek groen hoger onderwijs ga ik hieronder in.
Belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat de financiële positie van vier van
de vijf groene ho-instellingen gezond is. De studentenaantallen in het groen hoger
onderwijs zijn de afgelopen tien jaar fors gestegen en zullen naar verwachting de
komende jaren verder toenemen. Met uitzondering van HAS Hogeschool zijn de instellingen
in staat gebleken hun gezonde financiële positie te behouden door strakke financiële
sturing.
De begrote kengetallen liquiditeit en solvabiliteit van de Aeres groep, Van Hall Larenstein,
Inholland en Wageningen Universiteit blijven de komende jaren boven de signaleringswaarde
van de Inspectie. De Inspectie heeft geen aanwijzingen dat de financiën van deze instellingen
zich negatiever zullen ontwikkelen dan zij begroot hebben. De Inspectie ziet dan ook
geen verhoogde risico’s in de verwachte financiële ontwikkelingen van het groen hoger
onderwijs.
De harmonisatie van de bekostiging van de groene hogescholen en Wageningen Universiteit
zal per 1 januari 2019 volledig zijn gerealiseerd. Dit wil zeggen dat alle instellingen
bekostigd worden vanuit hetzelfde verdeelmodel. Voor Wageningen Universiteit is de
zogenaamde 2%-afbufferregel afgeschaft, die inhield dat de bekostiging elk jaar maximaal
2% mocht stijgen of dalen.
De Inspectie heeft in het themaonderzoek groen hoger onderwijs geen directe relatie
kunnen leggen tussen het aspect onderwijskwaliteit en de financiële positie. De Inspectie
zal met de NVAO in overleg gaan om te onderzoeken of het mogelijk is een betere relatie
te leggen tussen kwaliteit en financiën.
Uit externe bronnen blijkt evenwel dat de studenttevredenheid goed is en zelfs hoger
ligt dan gemiddeld in het algehele hoger onderwijs. Ook het studiesucces van het groen
hoger onderwijs is goed. Wel is de werkloosheid onder afgestudeerden van het groen onderwijs hoger dan gemiddeld in het algehele
hoger onderwijs. Het is daarom van belang dat de groei van het aantal studenten in
evenwicht blijft met de verwachte mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De instellingen
moeten hiertoe blijvend een goede samenwerking met bedrijven en de sector onderhouden.
De Inspectie constateert dat ook de komende jaren voorfinanciering van de groeiende
studentenaantallen een aandachtspunt blijft voor de instellingen. Voorfinanciering
houdt verband met de verdeling van de beschikbare middelen op t-2-basis. Dit houdt
in dat de verdeling van de rijksbijdrage van enig jaar gebaseerd wordt op de studentenaantallen
van 15 maanden daarvoor. Deze verdeelwijze is mede op verzoek van de instellingen
ingevoerd. De t-2 verdeelwijze is namelijk ook een belangrijke bescherming voor plotselinge
daling van de bekostiging van een instelling bij krimp van het aantal studenten.
Voorfinanciering is een wezenlijk kenmerk van de lumpsum bekostigings-methodiek. Instellingen
zijn zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en ook voor beslissingen rond de
groei van opleidingen. De instelling moet hierbij enerzijds zo goed mogelijk aansluiten
bij de toekomstige vraag op de arbeidsmarkt en anderzijds een evenwichtige groei borgen
aansluitend bij de financiële mogelijkheden van de instelling.
HAS Hogeschool
Op 1 mei 2018 paste de Inspectie het financieel continuïteitstoezicht aan voor Stichting
HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch. De reden hiervoor was dat de liquiditeit van
de instelling op korte termijn ernstig in gedrang dreigde te komen. Dit blijkt uit
het rapport Toezicht op de financiële continuïteit van Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch.
De zwakke financiële positie van HAS Hogeschool is niet alleen veroorzaakt door de
sterke groei van studenten-aantallen. Ook de investeringen in huisvesting en verliesgevende
private activiteiten zijn hier de oorzaak van. Het bestuur van de instelling heeft
aangegeven dat de interne financiële beheersing de afgelopen jaren onvoldoende was.
De Inspectie heeft de aard van de verliesgevende private activiteiten onderzocht.
Het betreft publieke activiteiten die ondergebracht zijn bij de private tak omdat
deze met marktpartijen worden gedaan (co-financiering, afstudeerprojecten).
In het meest recente rapport Verbeterplan en financiële prognose in het kader van
het aangepast toezicht financiële continuïteit Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch
(bestuursnummer 40205) geeft de Inspectie aan dat HAS hogeschool inmiddels de eerste
maatregelen tot verbetering heeft genomen.
De verbeteringen betreffen:
• De kwaliteit van de organisatie (financiële afdeling, betrouwbare managementinformatie).
• De liquiditeitspositie (rem op uitgaven, mogelijk verkoop vastgoed).
• Herpositionering HAS Kennistransfer en Bedrijfsopleidingen (verliesgevende private
onderdeel).
• Aantrekken extra financiering (schatkistbankieren).
De Inspectie vindt het aannemelijk dat het implementeren van het verbeterplan in zijn
geheel zal leiden tot een beter inzicht in de bedrijfsvoering en hiermee de financiële
positie van de instelling zal verbeteren. HAS heeft de verbeterpunten van de Inspectie
in de liquiditeitsprognose overgenomen. De voorspellende waarde is daardoor toegenomen.
De HAS verwacht een verbetering van haar liquiditeit en een lagere liquiditeitsbehoefte
dan in de eerdere prognose (vanaf medio december 2018 € 3,9 mln).
Ik heb HAS Hogeschool een rekening-courantkrediet bij de schatkist verstrekt. De liquiditeitspositie
van HAS Hogeschool zal hierdoor op korte termijn verbeteren. Daarnaast verstrek ik
HAS Hogeschool ook een schatkistlening. Dit is een oversluiting van een hypothecaire
lening bij een bank naar de schatkist. Het onroerend goed dient hiervoor als onderpand.
De continuïteit van het onderwijs wordt hiermee gewaarborgd. Nadat de regie korte
tijd bij OCW heeft gelegen (niveau E escalatieladder), is de regie inmiddels weer
overgegaan naar de Inspectie (niveau D). De Inspectie zal de verdere uitwerking en
implementatie van de maatregelen blijven monitoren in het kader van het aangepast
toezicht.
Al met al zie ik een positief toekomstbeeld voor het groen hoger onderwijs. Ik verwacht
ook dat de groene instellingen de verantwoordelijkheid voor een evenwichtige groei
goed aan kunnen. De liquiditeitspositie van HAS Hogeschool zal op korte termijn verbeteren
door mijn toekenning van een rekening-courantkrediet bij de schatkist. De continuïteit
van het onderwijs wordt hiermee gewaarborgd. Voor de overige instellingen voor groen
hoger onderwijs zie ik geen verhoogde risico’s in de verwachte financiële ontwikkelingen.
Het beeld van de onderwijskwaliteit van het groen hoger onderwijs is eveneens positief.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap