Brief regering : Voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de agendapunten die mogelijk ter stemming worden voor gelegd aan het Permanent Comittee Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF)
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 436 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2018
Hierbij informeer ik u over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de agendapunten
die mogelijk ter stemming worden voor gelegd aan het Permanent Comittee Plants, Animals,
Food and Feed (SCoPAFF). De vergadering vindt plaats op 12 en 13 december 2018 aanstaande.
De standpunten zijn ambtelijk voorbereid met de Ministeries van I&W, SZW en VWS op
basis van het advies van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb)k. Afhankelijk van een eerste indicatieve stemming onder lidstaten,
kan de Europese Commissie (EC) besluiten om al dan niet een voorstel voor stemming
in te brengen.
Het betreft hoofdzakelijk technische-wetenschappelijke besluiten of procedures over
de goedkeuring van werkzame stoffen in de EU. Leidend hiervoor zijn de risico’s voor
mens, dier en milieu, en niet de landbouwkundige noodzaak. Gezien het kort voor vergadering
beschikbaar komen van de stukken en de ambtelijke afstemming met andere departementen,
kan ik u slechts kort voor aanvang van het overleg informeren over de voorgenomen
standpunten. De Nederlandse standpuntbepaling is gebaseerd op de wetenschappelijke
beoordeling van EFSA en het Ctgb.
De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde
B-punten).
De werkzame stof chloorprofam.
De EC stelt voor om de goedkeuring van deze werkzame stof in te trekken. Nederland
(Ctgb) is rapporterende lidstaat. Het Ctgb, dat het wetenschappelijk advies heeft
opgesteld, ziet mogelijkheden voor veilig gebruik als herbicide in de teelt van sla,
uien en bloembollen. De Europese Voedselveiligheidautoriteit (EFSA) heeft nog vraagtekens
bij dit gebruik. Voor de toepassing van chloorprofam als kiemremmer bij aardappel
zijn Ctgb en EFSA beide van mening dat er teveel zorgen zijn over veilig gebruik.
Nederland ziet mogelijkheden voor veilig gebruik als herbicide in de teelt van sla,
uien en bloembollen en vindt dat nader onderzoek naar de effectiviteit van alternatieven
nodig, en vindt het voorstel van de EC daarom nu te ver gaan. Nederland is daarom
voornemens tegen het voorstel van de EC te stemmen.
Er is, gezien eerdere indicatieve stemmingen, vooralsnog geen gekwalificeerde meerderheid
voor of tegen het voorstel van de EC. Dat wordt nu ook niet verwacht. De procedure
geeft dan de EC de bevoegdheid om zelf een besluit te nemen.
De werkzame stof/micro organisme Clonostachys rosea
De EC stelt voor de goedkeuring van dit schimmelpreparaat als een laagrisico middel
te verlengen. Het Ctgb adviseert positief over de verlenging van de goedkeuring. Nederland
is daarom voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof/micro organisme Beauvaria bassiana
Het betreft hier de goedkeuring van twee stammen van deze schimmel. De EC stelt voor
goedkeuring te verlenen aan deze stoffen.
Nederland (Ctgb) was voor beide stammen rapporterende lidstaat.
Het Ctgb adviseert positief over de goedkeuring. Nederland is daarom voornemens in
te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof propanil
De fabrikant heeft besloten de aanvraag in te trekken.
De EC stelt daarom voor geen goedkeuring te verlenen voor deze werkzame stof. Nederland
is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof methoxyfenozide.
De EC stelt voor de goedkeuring van deze werkzame stof te verlenen als kandidaat voor
vervanging (Cfs) met beperking tot gebruik in kassen en onder de voorwaarde dat de
aanvrager aanvullende gegevens levert op enkele niet zorgwekkende onderdelen.
Het Ctgb adviseert positief over deze verlening met beperking tot kassen. Nederland
is daarom voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
De werkzame stof azijn
Het betreft hier een zogenaamde basisstof, in dit geval een voedingsmiddel. De EC
stelt voor azijn ook goed te keuren als middel tegen schimmels en bacteriën. Het is
al goedgekeurd als middel tegen onkruiden.
Het Ctgb adviseert positief over de uitbreiding van de goedkeuring. Nederland is daarom
voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.
Procedure voorstel tot verlenging van 42 werkzame stoffen.
Het betreft hier een procedurele tijdelijke verlenging van goedkeuring van stoffen
omdat de herbeoordeling buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig kon worden afgerond.
17 van de werkzame stoffen betreft stoffen op basis van micro-organismen (bacteriën
of schimmels).
De EC stelt voor de goedkeuring van deze stoffen tijdelijk te verlengen.
Het Ctgb adviseert positief. Nederland is daarom voornemens in te stemmen met het
voorstel van de EC.
Toewijzing rapporterende lidstaten
Het Verenigd Koninkrijk is rapporterende lidstaat van zes werkzame stoffen. Vanwege
de Brexit worden de herbeoordelingen van deze stoffen toegewezen aan andere lidstaten.
Nederland wordt niet genoemd. Nederland is voornemens in te stemmen met het voorstel
van de EC.
Indicatie stemming over geharmoniseerde risico indicator.
Dit betreft een indicator waarmee binnen de EU de voortgang inzake de verduurzaming
van gewasbeschermingsmiddelen gebruik kan worden gevolgd. De indicator maakt onderscheid
in vier categorieën stoffen: laagrisicomiddelen, gewone middelen, stoffen die voor
vervanging in aanmerking komen (candidates for substitution, Cfs) en stoffen die geen
goedkeuring hebben maar op basis van vrijstellingen op lidstaat niveau tijdelijk mogen
worden gebruikt. Bij elke categorie hoort een wegingsfactor zodanig dat gebruik van
laag risicomiddelen worden bevoordeeld en gebruik van Cfs en niet-goedgekeurde stoffen
worden benadeeld. De wegingsfactoren in het voorstel van de EC zijn niet onderbouwd
met op risico gebaseerde uitgangspunten.
Nederland heeft eerder commentaar ingediend dat een indeling in de vier categorieën
wenselijk is en dat wegingsfactoren behulpzaam zijn bij stimuleren van het gebruik
van laagrisicomiddelen. Maar voor de wegingsfactoren is dan wel een objectieve onderbouwing
nodig. Nederland heeft voorgesteld om gebruik te maken van een wegingsfactor die is
gebaseerd op de periode (het aantal jaren) waarmee een stof voor de eerste keer wordt
goedgekeurd: Laagrisicomiddelen – 15 jaar, gewone middelen – 10 jaar, Cfs – 7 jaar,
vrijstellingen – 120 dagen. Dat voorstel is niet overgenomen door de EC.
Nederland zal daarom onthouden van stemming en nogmaals wijzen op een objectieve onderbouwing
van wegingsfactoren.
Definitieve stemming is voorzien in de SCoPAFF van 25 januari 2019.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit