Brief regering : Verzamelbrief Wegvervoer en Verkeersveiligheid
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 640 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2018
In deze brief informeer ik u over een aantal ontwikkelingen ten aanzien van de verkeersveiligheid
en wegvervoer. Hiermee geef ik invulling aan moties en toezeggingen die ik aan de
Kamer heb gedaan. Daarnaast informeer ik u over afgeronde onderzoeken en wijzigingen
in de regelgeving.
Rijgeschiktheid
Medische rijgeschiktheid
Maatwerk bij medische keuringen
Tijdens het AO van 25 september 20181 is de vraag gesteld of maatwerk bij herkeuringen van mensen met een aandoening mogelijk
is.
Maatwerk bij medische keuringen bestuurders met een aandoening
De huidige regelgeving geeft wettelijke marges voor de termijnen voor veel voorkomende
aandoeningen en is te vinden op de website van het CBR2. Bijvoorbeeld een bestuurder met een oogaandoening krijgt een rijbewijs voor een
kortere termijn omdat de progressie van de aandoening snel gaat. Of een bestuurder
met diabetes die goed ziet en geen verdere klachten heeft hoeft pas over 5 jaar terug
te komen in plaats van over 1 jaar als er wel sprake is van progressie. Ook in rijtesten
bekijkt het CBR per persoon de mogelijkheden van de bestuurder.
Mogelijkheden voor nog meer maatwerk
Het CBR doet momenteel onderzoek naar mogelijke verbeteringen die de procedure vereenvoudigen
voor bestuurders met een medische aandoening, waarbij gestart is met attention deficit
hyperactivity disorder (ADHD). Nu kiest een persoon met ADHD uit een lijst van psychiaters
een arts die hem keurt. Is iemand goed gekeurd, dan vindt er bij het CBR een rijtest
plaats om te bepalen of iemand ook daadwerkelijk rijgeschikt is. Het CBR ziet in de
praktijk dat een specifieke subgroep bij bestuurders met ADHD een verhoogd risico
heeft. Het CBR beziet momenteel of zij deze groep objectief kan duiden. Daarna zal
de Gezondheidsraad (GR) gevraagd worden om te bezien of het advies dat een rijtest
altijd nodig is te herzien, waarna de regelgeving aangepast kan worden. In 2019 zal
hierover meer duidelijkheid komen.
Recente aanpassingen aan Regeling eisen geschiktheid (REG2000)
In 2018 zijn de regels over diverse aandoeningen na advies van de GR gewijzigd en
doorgevoerd in de REG2000. De regeling is bijvoorbeeld versoepeld voor mensen met
curatief behandelde hersentumoren. Zij dienden eerder om de 3 jaar gekeurd te worden.
Zij zijn nu voor onbeperkte tijd geschikt geacht. Tevens is een verduidelijking gegeven
bij de codes 100/101/105 (de mate waarin je privé en/of beroepsmatig mag rijden met
een medische aandoening). De regeling voor hart- en vaatziekten is geheel herzien
naar aanleiding van nieuwe wetenschappelijke inzichten en behandelmogelijkheden, versoepeld
(personen met hartfalen klasse NYHA III kunnen beroepsmatig geschikt worden verklaard)
en uitgebreid met het benoemen van specifieke hartaandoeningen en de daarbij behorende
eisen. Het CBR beziet momenteel hoe een advies van de GR over rijden met een bioptische
telescoop in het donker (gereed in 2019) uitgevoerd zou kunnen worden. Een compleet
overzicht van alle wijzigingen die in 2018 zijn doorgevoerd, is reeds gepubliceerd
in de Staatscourant.3 4
Communicatie rondom medische aandoeningen
Het CBR heeft zich tot doel gest
eld, mede op verzoek van mij, om de rol van informatieverstrekker rondom rijgeschiktheid
bij medische aandoeningen op zich te nemen. Zo heeft het CBR op 4 juli 2018 een sterk
vernieuwde website gelanceerd die de komende periode verder uitgebreid zal worden
en daarmee informatie eenvoudiger en toegankelijker zal maken. In oktober 2018 is
het CBR drie onderzoeken gestart onder mensen met ADD/ADHD, diabetes en epilepsie
samen met de patiëntenverenigingen. Met de resultaten uit deze onderzoeken wordt de
communicatie in 2019 verder aangepast.
Ik ben van mening dat het CBR op bovengenoemde manieren zo veel als de verkeersveiligheid
het mogelijk maakt maatwerk toepast bij medische keuringen.
Daarnaast probeer ik op basis van adviezen van de GR voortdurend de regelgeving up
to date te maken zodat er geen overbodige restricties gelden.
Melding door een familielid of bekende
Het CBR maakt melding door familieleden of arts bij twijfel over rijgeschiktheid van
een bestuurder vanaf begin 2019 laagdrempeliger. Een bestuurder over wie een melding
binnenkomt van arts of familie wordt tweemaal de gelegenheid gegeven zich vrijwillig
te melden door middel van het indienen van een (goedkopere) gezondheidsverklaring.
Als de politie een dergelijke bestuurder in het verkeer zou aanhouden, dan volgt een
vordering. De kosten daarvan zijn veel hoger.
Wegvervoer
Vrachtwagen parkeren
Concrete afspraken met regionale corridorpartijen
Tijdens het BO MIRT Goederencorridors dd. 21 november jl. zijn Rijk en betrokken provincies
gezamenlijk overeengekomen een samenhangend netwerk van truckparkeerplaatsen te realiseren,
inclusief een aantal korte termijn stappen. Zie hiervoor ook de bijlagen van de MIRT
brief (BO MIRT Goederencorridors5).
Studie beschikbare Rijksterreinen voor vrachtwagenparkeerplaatsen
Een nadere analyse van beschikbare Rijksterreinen langs de goederencorridors heeft
10 percelen opgeleverd die in potentie geschikt zijn om een truckparking te ontwikkelen.
Hiervan zijn er 7 gelegen in de buurt van de A16, 1 in de buurt van de A38 (Ridderkerk),
1 in de buurt van de A15 (Alblasserdam) en 1 in de buurt van de A2 (Waardenburg).
Rijkswaterstaat, de betrokken gemeenten en branchepartijen gaan na welke terreinen
het meest geschikt zijn en welke stappen nodig zijn om tot exploitatie te komen.
Grensfiles
Ter uitvoering van de motie van het lid Remco Dijkstra6 over de grensfiles is de problematiek van fileparkeren op de vluchtstroken van hoofdwegen
in de grensgebieden expliciet aan de orde gekomen tijdens de regeringsconsultaties
met Noordrijn-Westfalen dd. 19 november jl. Ook aan Duitse zijde is men ervan doordrongen
dat een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen noodzakelijk is. Noordrijn-Westfalen
wil ook in het komend jaar nieuwe parkeerplaatsen gaan aanleggen. Er zijn reeds 350
plekken in aanbouw en er staan 550 extra plekken in de planning.
Bandencontrole
In het AO van 25 september jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 615) heb ik u toegezegd om nogmaals in te gaan op de vragen over de APK keuring van banden.
Zoals ook al in mijn brief van 2 november jl.7 gemeld blijkt uit het rapport van TNO «Study on some safety-related aspects of tyre
use» dat het toevoegen van aanvullende eisen voor banden (E-keurmerk, draagvermogen
en snelheidssymbool) in de APK een beperkt effect zou hebben op de verkeersveiligheid.
Bovendien zou een dergelijke aanpassing van de APK-keuring ertoe leiden dat voertuigeigenaren
de banden die niet voldoen aan deze toegevoegde strengere eisen moeten vervangen.
De kosten hiervan zouden in totaal ca. € 38,8 miljoen bedragen. Naast deze hoge kosten
is dit ook uit het oogpunt van duurzaamheid niet wenselijk. Deze banden worden dan
immers eerder afgekeurd dan noodzakelijk en daarmee bestempeld als afval. Nieuwe banden
zijn niet per se duurzamer.
Inrichting
Verdeling middelen bermen provinciale N-wegen
Zoals ik in mijn brief van 23 april 20188 heb gemeld worden de subsidiemiddelen verdeeld op basis van de lengte van het N-wegennet
per provincie. Tevens heb ik tijdens het AO van 25 september jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 615) toegelicht dat de resterende middelen van de N-wegen naar rato worden verdeeld over
de provincies. In twee ronden (maart 2019 en november 2020) zal ik overeenstemming
nastreven met provincies over hun voorstellen. Indien de budgetten voor bepaalde provincies
in eerste instantie onbenut blijven, dan komen deze in de tweede ronde beschikbaar
voor de overige provincies.
Bomenkap
Conform mijn toezegging gedaan tijdens het AO van 25 september 2018 (Kamerstuk 29 398, nr. 615) en naar aanleiding van de motie van het lid Van der Graaf9 zal ik in gesprek met provincies en gemeenten nog eens benadrukken dat het kappen
van bomen een uiterste middel is. Het is zeker niet de bedoeling van wegbeheerders,
zoals provincies bij het verbeteren van de verkeersveiligheid van N-wegen, om zomaar
waardevolle bomenrijen te gaan kappen. Dit geldt ook voor Rijkswaterstaat en ProRail10. Voor elke situatie dient de wegbeheerder zelf de meest gepaste oplossing af te wegen,
in overleg met de betrokkenen. Het gaat hierbij om maatwerk. Wegbeheerders hebben
vaak al een eigen afweegkader waarbij aspecten als wegontwerp verkeersveiligheid,
landschap, ecologie, natuurwaarde of cultuurwaarde worden meegenomen in de keuze.
In de praktijk worden obstakels (zoals bomen) vaker afgeschermd met (vaak mooie, natuurlijke)
geleiderails dan verwijderd.
Cable-barriers/richtlijnen CROW
Tijdens het AO van 25 september jl. (Kamerstuk 29 398, nr. 615) heeft u mij verzocht om het niet toepassen van cable-barriers op te nemen in de
CROW-richtlijnen. Ik ben met CROW in overleg gegaan om te bezien of in de richtlijnen
een aanbeveling kan worden opgenomen om cable-barriers op provinciale en gemeentelijke
wegen niet te gebruiken. CROW is een onafhankelijk kennisplatform, waarbij wegbeheerders
en experts gezamenlijk producten, zoals richtlijnen, ontwikkelen om tot een goede
weginrichting te komen. CROW heeft aangegeven dat er momenteel geen vraag is vanuit
de andere wegbeheerders om richtlijnen over cable-barriers op te nemen. Ik zal uw
verzoek om cable-barriers niet te gebruiken onder aandacht brengen van de wegbeheerders.
Diverse onderwerpen
Vuilnisophaaldiensten buiten spitsuren
In de gewijzigde motie van het lid Van Aalst11 vraagt u mij de voordelen van uitvoering van vuilnisophaaldiensten buiten de spitsuren
in VNG verband onder de aandacht te brengen bij de lokale overheden. Dit is aangekaart
bij de VNG. De VNG geeft aan dat gemeenten zelf altijd al kijken naar de meest optimale
route. De vuilnisophaaldienst heeft bij die afweging te maken met winkeltijden, schooltijden,
type buurten, etc. Het bijvoorbeeld 's nachts legen van containers is geen optie vanwege
geluidsoverlast en kosten.
Pilots met alternatieve vormen van vervoer en betaling
Naar aanleiding van de motie van de leden Sienot en Von Martels12 heb ik u in mijn brief van 2 november jl. (Kamerstukken 31 305 en 29 398, nr. 266) geïnformeerd dat ik samen met leden van de Mobiliteitsalliantie in gesprek ben over
mogelijke pilots met alternatieve vormen van vervoer en betaling en de opzet daarvan.
Aanvullend kan ik melden dat ik in het 1e kwartaal van 2019 samen met de alliantiepartners een besluit ga nemen over welke
pilots we gaan uitvoeren, zoals ook gemeld in het Notaoverleg MIRT op 29 november
jl.
Ongevallen met voetgangers
In het AO van 25 september 2018 (Kamerstuk 29 398, nr. 615) heb ik u toegezegd het onderzoek van VeiligheidNL naar ongevallen met voetgangers
met uw Kamer te delen. Het onderzoeksrapport is bijgevoegd (bijlage)13. VeiligheidNL constateert in de ziekenhuisdata over 2017 dat een klein deel (3%)
van de slachtoffers van een verkeersongeval voetgangers zijn. Meer voetgangers raken
gewond na een val op straat, zonder dat daarbij een voertuig was betrokken, bijvoorbeeld
door struikelen of uitglijden. Dit zijn met name oudere voetgangers. Uit eerdere bevindingen
van VeiligheidNL blijkt dat ruim de helft van de oudere slachtoffers het ongeval weet
aan de toestand van de weg, zoals een opstaande tegel. De onderzoeksresultaten en
aanbevelingen van VeiligheidNL breng ik onder de aandacht bij wegbeheerders.
Aanbesteding van het project Ring Utrecht
Ten slotte ga ik in op een vraag van de leden Laçinen Kröger over de aanbesteding van het Project Ring Utrecht die gesteld is tijdens
het Notaoverleg MIRT op 29 november jl. De voorbereidingen voor start van de aanbesteding
zijn weliswaar al aan de gang, maar de aanbesteding wordt uiteraard niet gegund voor
er een onherroepelijk besluit ligt van de Raad van State. Hierover heeft Rijkswaterstaat
in de afgelopen periode regulier overlegd en afgestemd met de partijen en bewoners,
vertegenwoordigd in de kerngroep Ring Utrecht. Hierbij is aangegeven dat er geen onomkeerbare
activiteiten zullen plaatsvinden die via het Tracébesluit worden geregeld, zoals bijvoorbeeld
de sloop van woningen, voordat het besluit onherroepelijk is.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.