Brief regering : Rapportages inzake contractering wijkverpleging
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 943 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2018
Tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer over de wijkverpleging (op 14 november
                  2018) heb ik de toezegging gedaan om de Kamer te informeren wanneer u welke stukken
                  van mij kunt verwachten als het gaat om de contractering van de wijkverpleging. In
                  deze brief neem ik tevens de voorgenomen opzet van de NZa monitor mee (zie de bijlage1).
               
In februari 2019 stuur ik u een brief over de nieuwe bekostiging van de wijkverpleging. Bij deze brief voeg ik een notitie van de NZa over de cliëntprofielen
                  voor de bekostiging. Ik stuur u daarbij tevens een overzicht van de verschillende
                  soorten bekostigingsmodellen en een analyse van de voor- en nadelen van deze bekostigingsmodellen.
                  Zoals ik u heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over wijkverpleging op 14 november
                  2018 ga ik vervolgens graag met u in gesprek over de richting voor de nieuwe bekostiging
                  die van belang is voor de toekomst van de wijkverpleging.
               
In het voorjaar 2019 ontvangt u het eerste deel van de Monitor contractering wijkverpleging van de NZa. Deze monitor heeft de NZa de afgelopen jaren uitgebracht om de inkoop
                  in de wijkverpleging in kaart te brengen2. De monitor 2019 wordt uitgebreid met een onderzoek van de NZa naar verbeteringen
                  in het contracteerproces. Dit doet de NZa door te toetsen of en in hoeverre partijen
                  de afspraken die in het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging 2019–2022 (bijlage bij Kamerstuk
                  29 689, nr. 911) gemaakt ook daadwerkelijk hebben uitgevoerd. Belangrijke punten die u tijdens het
                  Algemeen Overleg van 14 november heeft genoemd, zoals de reactietermijn bij verzoeken
                  tot bijcontactering, in hoeverre er afspraken worden gemaakt over technologische innovaties3, en de kansen van kleine zorgaanbieders op een contract, zullen in deze Monitor onderzocht
                  worden. In de bijlage bij deze brief vindt u de opzet van de Monitor contractering
                  wijkverpleging 20194. Deze opzet is afgestemd met een klankbordgroep waaraan partijen van het Hoofdlijnenakkoord
                  deelnemen. Ook de conceptrapportage zal met deze klankbordgroep worden besproken.
               
Na de zomer 2019 ontvangt u het tweede deel van de Monitor contractering 2019. Dit betreft een verdiepend onderzoek naar redenen van zorgaanbieders en zorgverzekeraars
                  om wel of niet een contract te sluiten. Dit verdiepende onderzoek is aangekondigd
                  in de brief over bevorderen van contracteren van 9 november5 en tijdens het Algemeen Overleg op 14 november 2018 nader met u besproken. U heeft
                  tijdens dit overleg gevraagd om een zorgvuldige analyse, want pas als duidelijk is
                  wat de redenen zijn voor het niet sluiten van een contract, kan gekeken worden welke
                  oplossingsrichting passend is. In dit verdiepende onderzoek zal de zorgaanbieder worden
                  gevraagd of er een contract is afgesloten met een zorgverzekeraar, en indien dat niet
                  het geval is, wat de reden daarvan is. Aan de zorgverzekeraars zal vervolgens worden
                  gevraagd of zij deze redenen herkennen. Zo ontstaat naar verwachting een evenwichtig
                  beeld.
               
In de Monitor contractering wijkverpleging zal de NZa in kaart brengen hoe het contracteerproces
                     voor de wijkverpleging is verlopen, of de afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord zijn
                     nagekomen, of de tevredenheid over het contracteerproces is verbeterd en wat de redenen
                     zijn als er geen contract is afgesloten. Het onderzoek is kwalitatief opgezet en wordt
                     waar mogelijk kwantitatief onderbouwd.
                  
De NZa hecht eraan het eerste deel in het voorjaar uit te brengen, zodat partijen
                     de uitkomsten kunnen meenemen voor het inkooptraject van 2020. Het tweede deel volgt
                     medio 2019 omdat de NZa meer tijd nodig heeft om een zorgvuldige analyse te maken.
                     Vervolgens ontvangt u in het voorjaar 2020 een nieuwe Monitor contractering wijkverpleging,
                     met een terugblik op het contracteerproces 2020.
                  
Na de zomer 2019 ontvangt u tevens een kwantitatieve analyse van Vektis met daarin het aandeel niet-gecontracteerde wijkverpleging over 2017, 2018 en het
                  eerste kwartaal van 2019. Vektis zal daarbij ook opnieuw onderzoeken of patiëntkenmerken
                  verschillen tussen de niet-gecontracteerde en gecontracteerde zorg. Medio 2020 volgt
                  de rapportage van Vektis waarin het aandeel niet-gecontracteerde zorg over heel 2019
                  wordt weergegeven. De conceptrapportages van Vektis zullen worden besproken met de
                  partijen van het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging.
               
Met de monitor van de NZa krijgen we een goed beeld over het contracteerproces en
                  met de analyse van Vektis krijgen we een goed beeld van de ontwikkeling van het aandeel
                  niet-gecontracteerde zorg.
               
In het najaar 2019 ontvangt u het voorstel voor de wetswijziging die de mogelijkheid biedt om voor bepaalde (deel)sectoren de hoogte van de vergoeding
                  voor niet-gecontracteerde zorg in nadere regelgeving vast te leggen en deze dus niet
                  langer over te laten aan zorgverzekeraars en de daarover ontstane jurisprudentie.
                  In de Hoofdlijnenakkoorden GGZ (bijlage bij Kamerstuk 25 424, nr. 420) en wijkverpleging (bijlage bij Kamerstuk 29 689, nr. 835) is afgesproken dat als het aandeel niet-gecontracteerde zorg ondanks de inspanningen
                  niet daalt, na een gezamenlijke analyse van aard en oorzaak verdergaande (gerichte)
                  aanpassingen in wet- en regelgeving noodzakelijk zijn om het onderscheid tussen de
                  vergoeding van niet-gecontracteerde versus gecontracteerde zorg te verhelderen dan
                  wel te versterken. Op basis van de rapportages van Vektis en de NZa zal het kabinet
                  vervolgens – na een gezamenlijke analyse met de partijen van de Hoofdlijnenakkoorden –
                  besluiten of en wanneer deze kan-bepaling nader wordt ingevuld en geëffectueerd. Gelet
                  op de verschillen tussen en binnen de sectoren, is het belangrijk de invulling toe
                  te snijden op wat er in de praktijk echt nodig is en werkt. Uiteraard betrek ik hierbij
                  opnieuw het parlement.
               
Er is in de wijkverpleging niet alleen behoefte aan verbetering van het contracteerproces
                  maar ook aan verdere professionalisering van de indicatiestelling, doorontwikkeling
                  van de bekostiging en het terugdringen van fouten en fraude. Via de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging worden deze activiteiten in samenhang opgepakt. Als partijen betekenisvolle
                  stappen hebben gezet in de uitwerking daarvan, zal ik de Kamer vanzelfsprekend informeren.
               
Daarnaast wordt toetreding van nieuwe zorgaanbieders aangescherpt in het wetsvoorstel
                  Wet toetreding zorgaanbieders, dat voorligt bij uw Kamer (Kamerstuk 34 767). Het is van belang dat zorgaanbieders zich bewust zijn van de regels waaraan de
                  zorgverlening moet voldoen. Daarmee zijn zij zich ook beter bewust van de voorwaarden
                  waaronder de zorg wordt vergoed en van wat het wel of niet aangaan van een contract
                  met een zorgverzekeraar kan betekenen, zowel voor henzelf als voor hun cliënten/patiënten.
               
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Indieners
- 
              
                  Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.