Brief regering : Verschillen in toezicht op bekostigd en particulier onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 388 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2018
Tijdens het Algemeen Overleg op 17 oktober jongstleden heb ik uw Kamer toegezegd om
in november een overzicht te sturen van de verschillen die er zijn in het toezicht
door de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) tussen bekostigd en particulier
onderwijs (Kamerstuk 31 289, nr. 386). Hierbij ontvangt u het betreffende overzicht.
Soorten particulier onderwijs
Er bestaan verschillende soorten scholen die niet bekostigd worden.
Scholen in de zin van artikel 1, onderdeel b, onder 2, van de Leerplichtwet 1969
Deze zogenoemde B2-scholen bieden voortgezet onderwijs aan en zijn op grond van artikel
56 van de Wet op het voortgezet onderwijs (hierna: WVO) aangewezen als zelfstandige
exameninstelling. Dit houdt in dat de scholen het eindexamen mogen afnemen en een
diploma mogen uitreiken.
Scholen in de zin van artikel 1, onderdeel b, onder 3, van de Leerplichtwet 1969
Deze zogenoemde B3-scholen bieden basis- en/of voortgezet onderwijs aan, maar mogen
geen examens afnemen of een diploma uitreiken. De leerlingen hebben de mogelijkheid
om staatsexamens te doen. De leerplichtambtenaar merkt deze scholen – op bindend advies
van de inspectie – als B3-school aan.
Daarnaast zijn er nog internationale en buitenlandse scholen, particuliere instellingen
voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en particuliere instellingen
voor hoger onderwijs. Omdat tijdens voormeld Algemeen Overleg niet over deze soorten
particuliere scholen en instellingen is gesproken, beperk ik mij in deze brief tot
de B2- en B3-scholen voor basis- en voortgezet onderwijs.
Verschillen tussen toezicht op bekostigde middelbare scholen en B2-scholen
In paragraaf 11.3 van het Onderzoekskader 2017 voortgezet onderwijs beschrijft de inspectie haar werkwijze voor het toezicht op B2-scholen. Hierin is
tevens het waarderingskader opgenomen dat bij het toezicht op deze scholen wordt gebruikt.
Het waarderingskader voor B2-scholen telt, evenals het kader voor bekostigd voortgezet
onderwijs, de volgende vier kwaliteitsgebieden:
1. Onderwijsproces
2. Schoolklimaat
3. Onderwijsresultaten
4. Kwaliteitszorg en ambitie
Voor het bekostigd voortgezet onderwijs geldt daarnaast nog het kwaliteitsgebied Financieel
beheer. Dit kwaliteitsgebied is uiteraard niet van toepassing op B2-scholen, omdat
deze scholen geen bekostiging ontvangen.
Voor B2-scholen gelden grotendeels dezelfde normen als voor het bekostigd voortgezet
onderwijs. Hieronder zet ik per kwaliteitsgebied uiteen welke verschillen er zijn.
Onderwijsproces
B2-scholen hoeven niet te voldoen aan verplichting om het onderwijs zodanig in te
richten dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan
het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse
taal. Daarnaast zijn de wettelijke eisen ten aanzien van passend onderwijs niet op
deze scholen van toepassing.
Schoolklimaat
Voor B2-scholen gelden dezelfde wettelijke verplichtingen ten aanzien van het schoolklimaat
als voor bekostigd voortgezet onderwijs.
Onderwijsresultaten
In verband met de leerlingenpopulatie en de inrichting van het onderwijs geldt voor
het toezicht op de onderwijsresultaten een andere meetsystematiek. De leerlingen verblijven
veelal niet de gehele schooltijd op dezelfde school waardoor het niet mogelijk is
om het rendement van respectievelijk de onderbouw en de bovenbouw van B2-scholen vast
te stellen. Daarnaast wordt de bovenbouw van het vwo vaak in één jaar in plaats van
twee jaar afgerond. Daarom gebruikt de inspectie de examenresultaten om de onderwijsresultaten
te beoordelen.
Kwaliteitszorg en ambitie
Net als bekostigde scholen, moeten particuliere scholen zorgdragen voor het behoud
of verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs in een systeem van kwaliteitszorg.
De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) is echter niet op particuliere scholen van
toepassing. Het bevoegd gezag en de scholen moeten wel zicht hebben op de kwaliteit
van het onderwijs en daarvoor toetsbare doelen formuleren. De inspectie beoordeelt
deze doelstellingen.
Herstel en verbetering
De maatregelen in het kader van herstel en verbetering die voor het bekostigd voortgezet
onderwijs gelden, zijn ook van toepassing op B2-scholen. Bij het uitblijven van kwaliteitsverbetering
is een bekostigingssanctie echter niet mogelijk. Wel kan de inspectie de Minister
adviseren om de bevoegdheid tot het afnemen van het eindexamen en het uitreiken van
diploma’s in te trekken. Voor hiertoe wordt overgegaan, wordt een herstelopdracht
gegeven met een termijn voor verbetering.
Frequentie van kwaliteitsonderzoek op B2-scholen
Net als bij bekostigd voortgezet onderwijs voert de inspectie één keer per vier jaar
een kwaliteitsonderzoek uit waarna een oordeel op schoolniveau volgt. Daarnaast voert
de inspectie jaarlijks een risicoanalyse uit en bespreekt zij deze analyse met het
bevoegd gezag.
Verschillen tussen toezicht op bekostigd funderend onderwijs en B3-scholen
Het aantal eisen waaraan B3-scholen moeten voldoen om aangemerkt te worden en te blijven
als school waar de leerplicht kan worden vervuld, is beperkter dan de totale set aan
eisen die geldt voor het bekostigd funderend onderwijs. In ieder geval moet de basiskwaliteit
van het onderwijs in orde zijn. Om dat te kunnen waarborgen is via artikel 1a1, eerste
lid, van de Leerplichtwet 1969 een aantal normen uit de Wet op het Primair Onderwijs
(hierna: WPO) en de WVO op B3-scholen van toepassing verklaard. In het Onderzoekskader 2017 niet bekostigd primair onderwijs en het Onderzoekskader 2017 niet bekostigd voortgezet onderwijs is de werkwijze voor het toezicht op B3-scholen beschreven.
De verschillen tussen de normen zoals die gelden voor B3-onderwijs en bekostigd onderwijs
zijn hieronder per kwaliteitsgebied in kaart gebracht. Daarvoor is voor de leesbaarheid
de terminologie van de onderzoekskaders voor bekostigd onderwijs aangehouden. Deze
komt niet geheel overeen met de terminologie van de onderzoekskaders voor niet bekostigd
onderwijs.
Onderwijsproces
Voor het kwaliteitsgebied «Onderwijsproces» gelden voor een groot deel dezelfde normen
als voor het bekostigd funderend onderwijs. De verschillen zien op de wijze waarop
de inspectie toezicht houdt op de mate waarin een school zicht heeft op de ontwikkeling
en begeleiding van haar leerlingen. De referentieniveaus gelden ook voor B3-scholen,
maar de manier waarop de ontwikkeling door de school wordt gevolgd, is vrij. Belangrijke
bronnen die de inspectie ter verificatie gebruikt zijn bijvoorbeeld analyses van leermaterialen
en leerlijnen, leerlingdossiers, notulen van leerlingbesprekingen en analyses van
voortgangsregistraties. De wettelijke eisen ten aanzien van passend onderwijs zijn
niet op particuliere scholen van toepassing. De inspectie gaat wel na of de leerlingen
die extra ondersteuning nodig hebben, deze ook op B3-scholen krijgen om een ononderbroken
ontwikkelproces mogelijk te maken en hen voor te bereiden op vervolgonderwijs dat
bij hen past.
Schoolklimaat
Binnen het kwaliteitsgebied «schoolklimaat» gelden dezelfde wettelijke verplichtingen
als voor het bekostigd onderwijs. De inspectie kijkt naar het veiligheidsbeleid van
de scholen en de wijze waarop zij de veiligheidsbeleving van de leerlingen monitoren.
In verband met de herleidbaarheid van gegevens die voortvloeit uit de beperkte omvang
van deze scholen, gaat de inspectie echter op een andere wijze dan in het bekostigd
onderwijs na hoe het gesteld is met de veiligheid.
Onderwijsresultaten
Op het gebied van onderwijsresultaten zijn andere eisen gesteld aan B3-scholen dan
aan bekostigde scholen. Het bevoegd gezag moet kunnen waarborgen dat leerlingen een
onderwijsprogramma kunnen volgen dat hen voorbereidt op (voortgezet) vervolgonderwijs
dat bij hen past. Het afnemen van toetsen (waaronder de eindtoets) is niet verplicht,
maar de inspectie monitort wel het vervolgsucces van de leerlingen. De verworven kennis
en vaardigheden moeten voldoende zijn om naar behoren in dit vervolgonderwijs te kunnen
functioneren. Voor het basisonderwijs wordt in het bijzonder gekeken naar de basiscompetenties
taalvaardigheid (lezen en schrijven) en rekenvaardigheid. Om een doorgaande leerlijn
te kunnen waarborgen moet het onderwijsprogramma in het basisonderwijs en in de eerste
twee jaren van het voortgezet onderwijs dekkend zijn voor de kerndoelen.
Kwaliteitszorg en ambitie
Zoals hierboven al is vermeld, is het kwaliteitsgebied «kwaliteitszorg en ambitie»
zoals dat geldt voor bekostigde scholen grotendeels niet van toepassing op particuliere
scholen, omdat de WMS niet van toepassing is. De scholen moeten wel zorgdragen voor
het behoud of verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs. De inspectie beoordeelt
de eigen doelstellingen van de school op het gebied van kwaliteit en onderzoekt daarnaast
of er sprake is van voldoende bestendigheid van de instelling om te waarborgen dat
het onderwijs kan doorgaan bij onvoorziene omstandigheden.
Financieel beheer
Omdat particuliere scholen geen bekostiging ontvangen, maakt dit kwaliteitsgebied
geen onderdeel uit van het toezicht op B3-scholen.
Herstel en verbetering
Waar bij bekostigde scholen een financiële sanctie aan de orde kan zijn, geldt dat
niet voor particuliere scholen. In het Onderzoekskader 2017 niet bekostigd primair onderwijs en het Onderzoekskader 2017 niet bekostigd voortgezet onderwijs is opgenomen dat bij niet naleving van wettelijke normen een herstelopdracht wordt
gegeven met een termijn voor verbetering. Bij uitblijven van kwaliteitsverbetering
adviseert de inspectie de Minister om de school niet langer te erkennen als een school
waar de leerplicht kan worden vervuld.
Frequentie van kwaliteitsonderzoek op B3-scholen
De inspectie doet in de regel eens per twee jaar een kwaliteitsonderzoek bij elke
B3-school. Net als bij bekostigde scholen worden dan onder meer gesprekken met ouders,
leerlingen en leraren gevoerd. Jaarlijks wordt bovendien een inschatting van eventuele
risico’s gemaakt op basis van een vragenlijst die naar alle B3-scholen wordt gestuurd.
De kleinschaligheid van het B3-onderwijs leidt er verder toe dat de inspectie zelf
actief signaleert of er sprake is van eventuele risico’s.
De onderzoekskaders van zowel bekostigde als particuliere scholen zijn te raadplegen
op de website van de inspectie. Hier worden ook de rapporten van kwaliteitsonderzoeken
die op B2- en B3-scholen zijn uitgevoerd gepubliceerd.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media