Brief regering : De e-health monitor 2018
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 165
BRIEF VAN DECEMBER 2018 MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2018
Jaarlijks voeren Nictiz en Nivel een e-health monitor uit waarin de beschikbaarheid
en het gebruik van e-health in Nederland in kaart worden gebracht. Hierbij stuur ik
u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris, de
e-health monitor 20181.
Resultaten en aanbevelingen van de monitor
De e-health monitor concludeert dat het transformatieproces, dat nauw verweven is
met de digitalisering van de zorg, verschillende snelheden kent. De meeste beweging
is te zien bij toepassingen die worden ingezet voor en door zorgverleners, zoals het
gebruik van elektronische patiëntendossiers en uitwisseling van medische gegevens
tussen zorgverleners.
In de monitor wordt geconcludeerd dat patiënten en cliënten in de zorg toepassingen
vooral gebruiken als er geen directe relatie is met de zorgverlener. Uitwisselingen
tussen zorgverlener en patiënt of cliënt komen minder tot stand.
De rapportage laat zien dat patiënten, cliënten, verpleegkundigen en medisch specialisten
steeds meer waarde hechten aan online inzage en dat ook steeds meer gebruiken. De
huisartsenzorg blijft hierin achter. Wel blijft het belangrijk dat er in alle zorgdomeinen
oog is voor de zorgen en randvoorwaarden van online inzage, zoals veilige gegevensuitwisseling.
De doelstellingen van het vorige kabinet op het terrein van e-health zijn in deze
monitor deels gemeten.
Ten aanzien van online inzage stellen Nictiz en Nivel dat de doelstelling nog niet
is behaald. Uit de eHealth-monitor van 2017 (Kamerstuk 27 529, nr. 151) bleek dat, wat betreft het zelf meten en bijhouden van gezondheidswaarden, de doelstelling
is behaald. Conclusie hier is vooral dat het merendeel van de patiënten hadden aangeven
deze waarde niet zelf te willen meten. Ten aanzien van beeldbellen zien Nictiz en Nivel dat het in de ziekenhuiszorg
vaker wordt toegepast. De ouderenzorg en huisartsenzorg blijven daarop achter.
In de monitor worden een viertal aanbevelingen gedaan:
1. Zet e-health in vanuit een heldere visie en zorg dat deze bekend is;
2. Faciliteer zorgverleners in aanbod en gebruik van e-health;
3. Faciliteer patiënten en cliënten in goed gebruik van e-health;
4. Stel een onderzoeksagenda op.
Reactie op de conclusies van de monitor
Het beeld van e-health in verschillende snelheden is herkenbaar. De doelstellingen
van mijn ambtsvoorganger zijn ook ambitieus geformuleerd, om het veld uit te dagen.
Het gebruik van e-health in de zorg vraagt immers meer dan alleen kennis van een toepassing.
Het vraagt ook een andere organisatie van zorg: een cultuurverandering. Cultuurveranderingen
zijn geen veranderingen die van vandaag op morgen gerealiseerd zijn. Dat is een proces
van de lange adem.
Vanuit VWS kunnen wij daarin ondersteunen door randvoorwaarden en een vruchtbaar klimaat
te scheppen. Dat neemt niet weg dat succesvolle implementatie van e-health in de zorg
alleen mogelijk is als veldpartijen daar zelf hun schouders onder zetten. Dat vereist
visie, lef, een gevoel van urgentie en draagvlak onder alle stakeholders.
Belangrijk in dit verband is dat in de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens
in de zorg (wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens) is vastgelegd
dat iedereen die daar om vraagt vanaf 2020 elektronisch inzage in en afschrift van
het medisch dossier krijgt. Gegevensuitwisseling binnen en tussen instellingen zal
veel meer digitaal moeten gaan verlopen, zodat ook patiënten en cliënten al hun eigen
gegevens digitaal kunnen inzien en beheren. De snelheid van digitalisering maakt dat
de zorg zich voor een enorme opgave gesteld ziet. Er is nog geen zicht op volledige
digitalisering van alle gegevensuitwisseling binnen en tussen instellingen. Ook niet
voor die gegevensuitwisseling waar dat, gezien het belang voor kwaliteit van zorg
zeker het geval zou moeten zijn. Dit vraagt om aanvullende acties en meer regie. Uw
Kamer ontvangt voor het kerstreces een uitgebreidere brief over gegevensuitwisseling
zoals toegezegd in de gewijzigde motie van het lid Aukje De Vries c.s2 en de motie van het lid Ellemeet3.
Het is daarmee begrijpelijk dat de doelstellingen nog niet ten volle zijn gerealiseerd.
De monitor geeft echter ook aan dat er redenen zijn om optimistisch te zijn, omdat
in een aantal gevallen de verandering nu wel op stoom lijkt te komen.
Zo constateer ik dat er meer draagvlak en urgentie voor het slimmer organiseren van
zorg ontstaat, met e-health als belangrijk hulpmiddel. Dit wordt onder meer gevoed
door de vergrijzing en de tekorten op de arbeidsmarkt. Als we de zorg niet anders
gaan organiseren, moet vanaf 2030 1 op de vier mensen in de zorg werken. Dat is niet
houdbaar. Dat deze analyse in het veld breed herkend wordt, zien we terug in het rapport
«De Juiste Zorg op de juiste plek» (Kamerstuk 29 689, nr. 896), waarvan de inzichten zijn verwerkt in de verschillende hoofdlijnakkoorden en programma’s.
Daarmee is er ook in het veld veel meer draagvlak voor verandering gecreëerd, een
positieve en noodzakelijke ontwikkeling.
In de praktijk van de zorg zien we steeds meer goede voorbeelden. Ik noem er hier
een drietal. In de challenge «verpleeghuizen van de toekomst» laten acht verpleeghuizen
en hun partners in het land zien dat technologie ook succesvol kan werken. Zo werkt
Evean met slimme luiers, die door middel van sensortechnologie kunnen meten hoeveel
vochtinhoud er in een luier zit. Het personeel krijgt hierdoor meer inzicht in wanneer
een luier verschoond moet worden waardoor meer zorg op maat kan worden geleverd en
nachtelijke rondes langs alle bewoners tot het verleden gaan behoren.
Het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis (OLVG) biedt online thuisvisite aan voor mensen die
een maagverkleining hebben ondergaan. Door thuisvisite aan te bieden hebben mensen
de mogelijkheid om nog drie dagen thuis online contact met de arts te hebben en kunnen
ze thuismetingen uitvoeren. Dat maakt de stap naar huis minder groot en geeft patiënten
meer mogelijkheid om regie te voeren op hun herstel.
Een ander voorbeeld van het anders organiseren van zorg is het Programma «GO!», een
wijkgerichte aanpak van kinderobesitas. Kinderen en jongeren krijgen met het programma
twee jaar lang begeleiding van een kindergezondheidscoach die samenwerkt met betrokken
zorgverleners in de wijk, zoals de huisarts of kinderarts. Zo kan het kind in brede
zin worden geholpen.
Creëren van de juiste randvoorwaarden
Vanuit VWS hebben wij de verantwoordelijkheid om de randvoorwaarden te creëren voor
de toepassing van e-health. Dat doen we op verschillende manieren. Hierboven ben ik
al kort stilgestaan bij het belang van regie als het gaat om gegevens uitwisseling.
In het Informatieberaad Zorg werken VWS en zorgpartijen gezamenlijk aan een verdere
basis waarin zorggegevens veilig en betrouwbaar uitgewisseld kunnen worden.
Daarnaast stelt VWS ook financiële middelen ter beschikking voor de digitale ondersteuning
van de transformatie naar zorg op de juiste plek. Onder meer in de verschillende hoofdlijnakkoorden,
het programma langer thuis wonen, het actieplan werken in de zorg, via de Versnellingsprogramma’s
Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP in medisch specialistische zorg
en in GGZ), Open (eerstelijnszorg) en InZicht (langdurige zorg) in de verschillende
zorgsectoren en een deel van de extra middelen voor verpleeghuiszorg zijn beschikbaar
voor de inzet van e-health.
Kennis en kunde in de zorg vergroten
Er is echter meer nodig. Patiënten, cliënten en zorgverleners moeten weten welke mogelijkheden
er zijn en die ook kunnen toepassen. Uit de e-healthmonitor blijkt dat dit nog niet
altijd het geval is. Wij hebben verschillende acties ingezet om het gebruik van e-health
voor zorgverleners en burgers te faciliteren:
1. Zo is onlangs het programma Zorg van Nu4 begonnen om de bestaande innovaties in de zorg verder te brengen. Naast een website
met de verschillende mogelijkheden die e-health biedt, gaat een informatieteam bijna
dagelijks het land in: bij zorginstellingen, op onderwijsbeurzen en verder. Doel is
om mensen het gebruik van e-health te laten ervaren, waardoor kennis wordt vergoot
en positieve ervaringen worden gedeeld.
2. De inzet van e-health is ook een belangrijk onderdeel van de beweging van de Juiste
Zorg op de Juiste Plek, die het veld heeft ingezet: het voorkomen van (duurdere) zorg,
zorg dichter bij mensen organiseren en het benutten van e-health en innovatie waar
mogelijk. Het dagelijks functioneren van de patiënt of cliënt is daarbij het vertrekpunt.
In dit kader worden vijf regionale bijeenkomsten georganiseerd om goede ideeën uit
te wisselen en partijen handreikingen te geven om dit gedachtegoed ook in hun regio
toe te passen. Op 27 november start de bijeenkomst voor de regio Gelderland, Overijssel
en Flevoland in Zwolle.
3. Ook wordt begin volgend jaar de e-healthweek georganiseerd (van 21 januari tot en
met 26 januari) waar diverse partijen hun krachten bundelen om mogelijkheden van e-health
te demonstreren aan burgers en zorgprofessionals, en van elkaar te leren bij de toepassing
ervan. Ik nodig Kamerleden van harte uit om die week één van de locaties en evenementen
in het land te bezoeken. In december zullen de diverse evenementen zichtbaar worden
op de website www.ehealthweek.net.
4. De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft donderdag 16 november haar
toetsingskader «Inzet van e-health door zorgaanbieders» gepubliceerd5. IGJ heeft als uitgangspunt dat e-health een positieve ontwikkeling is, mits ingezet
onder de juiste randvoorwaarden. Dit toetsingskader helpt zorgverleners om e-health
op een veilige manier toe te passen.
5. Met de challenge «Verpleeghuizen van de toekomst» heeft VWS een prijs uitgeloofd aan
die instellingen die een innovatie succesvol wist te implementeren. Om deel te nemen
aan de Challenge moest een verpleeghuis of de overkoepelende zorgorganisatie met minimaal
1 andere Wlz-instelling (Wet langdurige zorg) van een andere zorgorganisatie en in
overleg met het zorgkantoor een voorstel indienen voor de opschaling van bewezen effectieve
technologie. Daarnaast moest het project al in de dagelijkse praktijk worden toegepast.
De winnaar van de challenge wordt tijdens de e-healthweek bekend gemaakt.
6. Daarnaast zijn we met zorgpartijen en onderwijspartijen aan de slag om digitale vaardigheden
van het huidige en het toekomstige personeel te vergroten en een standaard onderwerp
in het onderwijs en in het werk te laten zijn.
7. De bekostiging wordt soms ook nog als knellend ervaren. Om te laten zien dat er binnen
de huidige regels toch veel mogelijk is, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
een bekostigingswijzer gepubliceerd6. Dit helpt zorginstellingen en zorgverzekeraars om te komen tot financiële afspraken
rond concrete initiatieven.
8. Ook in 2019 is het platform Zorg voor Innoveren, een samenwerking van ZonMw, NZa,
Zorginstituut en VWS, beschikbaar voor partijen die aan de slag willen met e-health.
Zorg voor innoveren wijst hen de weg door informatie te bieden over innoveren in de
zorg en te helpen waar nodig, bijvoorbeeld op het terrein van bekostiging. Op de website
www.zorgvoorinnoveren.nl is deze informatie terug te vinden.
9. Uw Kamer is recentelijk geïnformeerd over de nieuwe subsidieregeling «Veelbelovende
zorg sneller bij de patiënt»7. Het doel van deze regeling is dat innovaties die de zorg voor de patiënt verbeteren,
sneller in het basispakket van de zorgverzekering kunnen worden opgenomen.
10. Binnenkort komt de Minister voor Medische Zorg met een visie op het gebruik van medische
technologie in de zorg, waarin ook aandacht wordt besteed aan de benodigde randvoorwaarden.
Tot slot
Ik ben ervan overtuigd dat ik met deze acties het veld de middelen en mogelijkheden
in handen geef om e-health succesvol in te kunnen zetten. Het blijft daarbij zaak
dat verzekeraars, zorgorganisaties, hun stakeholders en ontwikkelaars van nieuwe toepassingen
de handen ineenslaan om tot succesvolle implementatie en opschaling van e-health te
komen. Dat dit geen wensdenken is maar ook echt kan, bewijzen alle goede voorbeelden
die te zien zijn op www.zorgvannu.nl. Ik roep alle veldpartijen dan ook op om aan de slag te gaan met deze uitdaging in
hun eigen zorgpraktijk.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport