Brief regering : Sterktecijfers politie
29 628 Politie
Nr. 834
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2018
In het Algemeen Overleg met uw Kamer over de politie op 29 november 2018 heb ik uw
Kamer een brief toegezegd over de ontwikkeling van de operationele politiesterkte.1 De leden Van Raak en Buitenweg vroegen zich af of er sprake is van een discrepantie
tussen de cijfers van de begroting van Justitie en Veiligheid en de politiebegroting
en politiejaarverslagen. In het algemeen overleg gaf ik reeds aan dat die er niet
is.
Formatie
De formatie is de structureel gefinancierde omvang van de operationele sterkte van
de politie. De ontwikkeling van de formatie is als volgt:
Operationele sterkte
Jaar
Formatie
2013
49.802
2018
50.175
2023
51.329
De formatie is in 2023 dus 1.527 fte hoger dan in 2013. De groei met meer dan 1.100
vanaf 2018 komt voort uit de investeringen van € 291 mln. van dit kabinet.2
Bezetting
De bezetting is de daadwerkelijk aanwezige omvang van het politiepersoneel. De ontwikkeling
van de bezetting is als volgt:
Operationele sterkte
Jaar
Bezetting
2013
51.598
2018
50.616
2023
51.331
Bij de start van de Nationale Politie op 1 januari 2013 was er sprake van een overbezetting
van de operationele sterkte. Oorzaak van deze overbezetting was een combinatie van:
a. het vanaf 2011 aannemen van extra aspiranten anticiperend op de verwachte uitstroom
wegens pensionering; en
b. het uiteindelijk feitelijk achterblijven van de onder a. bedoelde uitstroom als gevolg
van veranderende regelgeving op het terrein van pensioen en uittreden en de toen aanstaande
reorganisatie.
Overbezetting is niet betaalbaar en moest geleidelijk worden teruggebracht. Uw Kamer
is hier, zoals ik in het Algemeen Overleg van 29 november jl. al aangaf, altijd transparant
over geïnformeerd in onder meer de begrotingen en jaarverslagen van de politie. Onderstaande
tekst – afkomstig uit de begroting 2015 – illustreert dat:
«Teneinde de exploitatie in evenwicht te houden, concentreert het korps zich met name
op het in lijn brengen van de actuele bezetting met de formatie. De huidige substantiële
overbezetting in de operationele sterkte is de komende jaren nog een gegeven voor
het korps. Deze overbezetting is onwenselijk omdat daarmee de betaalbaarheid van het
korps structureel in gevaar komt.»
3
Bij het aantreden van dit kabinet was de overbezetting voor een groot gedeelte al
teruggebracht maar nog niet geheel weggenomen.
Volledig opgeleide sterkte en aspiranten
Sinds 2009 omvat de definitie van operationele sterkte zowel de volledig opgeleide
sterkte als aspiranten. Agenten in opleiding zijn immers een integraal onderdeel van
de politieorganisatie. De onderscheidenlijk ontwikkeling van de formatie en bezetting
van deze twee is als volgt:
Volledig opgeleide sterkte
Jaar
Bezetting
Formatie
Over- / onderbezetting
2013
47.073
45.160
1.913
2018
46.968
45.533
1.435
2023
46.497
46.674
– 177
Aspiranten1
Jaar
Bezetting
Formatie
Over- / onderbezetting
2013
4.525
4.642
– 117
2018
3.648
4.642
– 994
2023
4.834
4.655
179
X Noot
1
De daling in aspiranten is vooral als volgt te verklaren. Aanvankelijk was vanaf 2011
een grote uitstroom aan gepensioneerden voorzien. Omdat die uitstroom door pensionering
vervolgens achter bleef, is voor het terugbrengen van de overbezetting in de jaren
na 2012 mede gestuurd door de instroom van aspiranten terug te brengen. Door de extra
middelen kan de instroom van aspiranten weer verhoogd worden. Daarmee kan in meerjarig
perspectief zowel de leeftijdsgebonden uitstroom opgevangen worden, als de formatieve
uitbreiding gerealiseerd worden.
Samenhang begrotingscijfers
In het algemeen overleg werd gevraagd naar de samenhang tussen de cijfers uit de JenV-begroting
en de politiebegroting. Zoals gezegd, deze cijfers zijn congruent zij het met een
louter technisch verschil. In de begroting van mijn ministerie kan namelijk op grond
van de comptabiliteitswet nog geen rekening worden gehouden met gelden die op de aanvullende
post bij het Ministerie van Financiën staan.4 Naarmate de middelen vrijkomen worden ze toegevoegd aan mijn begroting. De begroting
2019 laat daarom alweer een hogere formatie zien dan die van 2018. In de meerjarenraming
van de politie kan al wel rekening gehouden worden met de uitbreiding zoals geschetst
in mijn brief van 15 juni jl. over de investeringen van dit kabinet (Kamerstuk 29 628, nr. 784).
Tenslotte
Ik heb extra financiële middelen voor de politie vrijgemaakt ter grootte van € 91
mln.5 Met dit geld kunnen de eenheden maatregelen nemen om de inzetbaarheid gedurende de
komende jaren te vergroten. Het gaat dan onder meer om uitbetaling van overuren en
extra inzet (tijdelijke aanstellingen of inhuur) van niet operationeel personeel dat
werkzaamheden kan overnemen om operationeel personeel vrij te spelen. Ook kunnen politiemensen
die met pensioen gaan/zijn gegaan via tijdelijke (deeltijd)aanstellingen weer ingezet
worden. De maatregelen kunnen lokaal op verschillende manieren worden ingevuld. Dit
sluit aan bij de wens van het kabinet om meer ruimte te bieden voor het op lokaal
niveau maken van keuzes.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid