Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van Brenk, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 20 november 2018, over het onderzoek van Prof. Joop Schippers dat waarschuwt voor een verloren generatie ouderen op de arbeidsmarkt
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 851
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2018
Uw Kamer heeft gevraagd om een reactie op het artikel van dr. J.D. Vlasblom en Prof.
dr. J. Schippers. Met deze brief ga ik in op de arbeidsmarktpositie van vijftigplussers
in het algemeen en de bevindingen van de onderzoekers in het bijzonder.
De arbeidsmarkt biedt kansen
De economie draait goed en ook de arbeidsmarkt profiteert daarvan. Steeds meer mensen
hebben een baan. De werkloosheid verder gedaald tot 3,7 procent van de beroepsbevolking.
De daling van de werkloosheid zien we onder alle leeftijdsgroepen. Hoewel minder snel
dan onder andere leeftijdsgroepen, vinden ook de vijftigplussers weer werk op de huidige
arbeidsmarkt. Ongeveer 35 procent van de 55-plussers vindt vanuit de WW binnen een
jaar weer werk (bron: UWV). Ook de langdurig werkzoekende vijftigplussers komen vaker
weer aan het werk (bron: CBS1). Uit de nieuwste (voorlopige) cijfers lijkt het aantal 45-plussers in de bijstand
langzaam af te nemen van 235.950 in maart 2018 tot 234.000 in augustus 2018.
Steeds meer bedrijven vinden het lastig om aan personeel te komen. Tegenover elke
vacature stonden in het derde kwartaal gemiddeld 1,3 werklozen. Toch zijn er nog onevenwichtigheden
op de arbeidsmarkt. Niet iedereen profiteert in gelijke mate van de kansen die de
krappe arbeidsmarkt biedt. Zo heeft de langdurig werkzoekende vijftigplusser het nog
steeds lastig om werk te vinden.
Het hebben van werk is niet alleen belangrijk voor het inkomen, maar ook voor de eigenwaarde
en de sociale omgeving. Daarom zet het kabinet vol in op het benutten van de kansen
die de huidige arbeidsmarkt biedt. En dan met name voor mensen die minder makkelijk
de weg naar werk vinden. Zo heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW) uw Kamer recent een brief gestuurd over het breed offensief om met een reeks
van maatregelen meer mensen met een beperking aan werk te helpen.
In de brief over het breed offensief wordt ook ingegaan op het feit dat werkgevers
en werkzoekenden elkaar nog lang niet altijd weten te vinden in de arbeidsmarktregio’s.
Het is belangrijk dat vraag en aanbod elkaar beter en sneller vinden. Uiteraard voor
de mensen die langdurig op zoek zijn naar werk, maar ook voor de werkgevers die kampen
met tekorten en waarbij soms de bedrijfsvoering in het geding komt. Het kabinet zet
daarom samen met UWV, gemeenten, werkgevers en het onderwijsveld in op een extra,
gezamenlijke impuls om de regionale werkgeversdienstverlening te verbeteren en de
werkzoekendenbestanden inzichtelijker te maken. Met als doel om in de arbeidsmarktregio’s
meer mensen te laten participeren, waaronder ook langdurig werkloze vijftigplussers:
«Perspectief op werk».
Ook de maatregelen uit het actieplan «Perspectief voor vijftigplussers» van kabinet
en sociale partners zijn er op gericht om de arbeidsmarktpositie van vijftigplussers
in de WW te verbeteren. Dit onder andere door ondersteuning voor werkzoekende vijftigplussers,
het creëren van ontmoetingen tussen werkzoekenden en werkgevers, door te investeren in de inzetbaarheid
en door middel van een campagne gericht op de beeldvorming onder werkgevers. De maatregelen
uit het actieplan worden in 2019 voortgezet2 en geëvalueerd, zodat we weten wat werkt en wat minder goed werkt. De evaluatie zal
begin 2020 naar uw Kamer worden gestuurd.
Waar UWV verantwoordelijk is voor het aan het werk helpen van (oudere) werkzoekenden
in de WW, zijn gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen de (oudere) werkzoekenden
bij het zoeken naar werk. In de praktijk zijn veel goede voorbeelden van hoe oudere
werkzoekenden aan het werk geholpen worden, zoals in de gemeente Almere, Alkmaar en
Den Haag waarover ik schreef in een eerdere brief aan uw Kamer.3
Zoekgedrag van de werkzoekende
Om vraag en aanbod op de arbeidsmark bij elkaar te laten komen, is belangrijk dat
zowel werkgever als werkzoekende inspanningen doen om de match mogelijk te maken.
In het werkdocument «De arbeidsmarktpositie van vijftigplussers in 2016»4 is geconcludeerd dat het zoekgedrag van werkzoekende niet goed aansluit bij de vraag
van werkgevers. Recentelijk hebben dr. J.D. Vlasblom en prof. dr. J. Schippers onderzoek
gedaan naar elementen van dit zoekgedrag, namelijk het reserveringsloon en de zoekintensiteit
van werkzoekenden. Zij concluderen dat de oudere werkzoekende zijn eigen kansen op
werk niet – of maar zeer beperkt – kan beïnvloeden door verhoging van zoekintensiteit
en verlaging van salariseisen.
Uit het onderzoek blijkt dat wanneer mensen werkloos worden, ze serieus op zoek naar
een gaan nieuwe baan. De sollicitatie-intensiteit van ouderen en jongeren blijkt nauwelijks
te verschillen. Een verschil in intensiteit van de sollicitaties is dus niet bepalend
voor de verschillen in baanvindkansen. De onderzoekers geven daarbij aan dat ze niet
hebben gecontroleerd voor de kwaliteit van de sollicitaties.
Serieuze en gerichte sollicitaties geven de grootste kans op werkhervatting. Op basis
van de evaluatie van de training «Succesvol naar werk» van UWV weten we dat de kwaliteit
van de sollicitaties een groot effect heeft op de baanvindkans5. De werkzoekende vijftigplussers die de training hebben gevolgd en aan de hand daarvan
de kwaliteit van hun sollicitaties hebben verhoogd, blijken significant vaker werk
te vinden dan werkzoekenden die dat niet hebben gedaan. De uitstroom uit de WW werd
met 4,5 procentpunt vergroot. Deelnemers aan de training hebben, vergeleken met de
groep die geen training heeft gevolgd, betere kennis van de verschillende sollicitatiemethoden,
besteden meer tijd aan sollicitaties, hebben vaker een LinkedIn profiel en iets meer
vertrouwen in hun vaardigheden om werk te zoeken.
Naast de intensiteit en kwaliteit van de sollicitaties, is het belangrijk dat langdurig
werkzoekende vijftigplussers ook «breed» zoeken naar nieuw werk. Veel langdurig werkzoekende
vijftigplussers komen uit krimpberoepen, waarin het aantal vacatures veel kleiner
is dan het aantal werkzoekenden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om mensen die voorheen
gewerkt hebben in administratieve functies. In de eerste helft van 2017 zochten gemiddeld
32.000 mensen naar een baan als administratief medewerker, terwijl hiervoor gemiddeld
slechts 340 vacatures open stonden6. In de praktijk zien we echter dat veel mensen op zoek blijven naar een functie als
administratief medewerker, terwijl er voor administratief medewerkers kansen liggen
in bijvoorbeeld klantcontactberoepen. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals onrealistisch
optimisme over de kansen om nog werk te vinden in hetzelfde beroep. Op basis van deze
inzichten uit de gedragswetenschappen is UWV bezig om langdurig werkzoekenden te overtuigen
van het nut en de noodzaak om naar kansrijke beroepen te zoeken.
In het onderzoek wordt ook aangegeven dat hoe langer de duur van de werkloosheid is,
hoe lager de hervattingskans. Het kantelpunt lijkt daarbij rond een jaar te liggen.
Daarom is het van belang dat werkzoekende vijftigplussers tijdig ondersteuning krijgen
bij het vinden van werk. Daarom is er de laatste jaren bij UWV en sociale partners
veel aandacht geweest voor ondersteuning van met ontslag bedreigde werknemers en van
werklozen in de eerste maanden van werkloosheid. Dit door meer en gerichte dienstverlening
door UWV en via projecten in het kader van de subsidieregeling DWSRA.
De onderzoekers dr. J.D. Vlasblom en prof. dr. J. Schippers hebben eveneens gekeken naar het door de werkzoekende vijftigplussers verwachtte loon in de nieuwe
baan, het zogeheten reserveringsloon. Het blijkt dat werklozen hun reserveringsloon
laten afhangen van het laatstverdiende loon: hoe hoger dat loon, hoe hoger het reserveringsloon.
Gemiddeld genomen lijkt het reserveringsloon niet zo veel te verschillen tussen werkzoekenden
rond de 30 en rond de 55. Voor alle zoekenden lijkt het reserveringsloon bovendien
onder het feitelijk loonprofiel in de markt te liggen. Werkzoekenden lijken dus realistisch
te zijn in wat ze willen verdienen. Wanneer ze kijken naar de baanhervattingskans,
dan blijkt dat er slechts een heel beperkt verband bestaat tussen reserveringsloon
en de kans op baanhervatting. De werkzoekende vijftigplussers kan dus zijn werkhervattingskans
weinig beïnvloeden door verlaging van de salariseisen.
Het is dus niet zo dat ouderen geen baan vinden vanwege hun hoge(re) reserveringsloon.
Daarbij moet opgemerkt worden dat er naast het reserveringsloon ook andere loonkosten
zijn die de aantrekkelijkheid van de werkzoekende voor de werkgever bepalen. Generieke
ontziemaatregelen die niet bijdragen aan de inzetbaarheid maken een werkzoekende bijvoorbeeld
minder aantrekkelijk. Aan de andere kant is er een loonkostenvoordeel ouderen die
ervoor zorgt dat de werkgever een aanzienlijk financieel voordeel heeft van maximaal
6.000 euro per jaar (gedurende drie jaar) wanneer hij een werkzoekende van 56 jaar
en ouder met een doelgroepverklaring7 in dienst neemt.
Naast het zoekgedrag wordt in het werkdocument «De arbeidsmarktpositie van vijftigplussers
in 2016» geconcludeerd dat de kennis en vaardigheden niet voldoende «bijgewerkt» zijn.
Als de kennis en vaardigheden niet voldoende bijgewerkt zijn, is het ook lastiger
om weer aan het werk te komen. Het bijwerken van kennis en vaardigheden is een verantwoordelijkheid
van de werknemer die bereid moet zijn hierin tijd (en geld) te investeren én van de
werkgever die tijd en middelen beschikbaar kan stellen zodat de werknemer zijn kennis
en vaardigheden up-to-date kan houden.
Beeldvorming bij werkgevers over vijftigplussers
De onderzoekers dr. J.D. Vlasblom en prof. dr. J. Schippers concluderen dat de uitkomsten
uit hun onderzoek lijken te duiden op een selectiemechanisme aan de kant van werkgevers
waarbij vooral de factor leeftijd een (al dan niet expliciete) rol speelt. Hoewel
– zoals hierboven geschetst – ook andere elementen een rol spelen, zien we dat de
beeldvorming over vijftigplussers onder werkgevers minder positief is.
In het actieplan «Perspectief voor vijftigplussers» is dan ook een campagne opgenomen
om de vooroordelen bij werkgevers over vijftigplussers te bestrijden en ervoor te
zorgen dat werkgevers en werknemers blijven investeren in de inzetbaarheid. Tot en
met eind 2017 is John de Wolf het boegbeeld geweest voor de werkloze vijftigplussers.
Met veel succes heeft hij in de media en bij werkgeversbijeenkomsten aandacht gevraagd
voor dit onderwerp. De campagne gericht op de werkgevers gaat door (campagne Slim
Werkgeven). In deze campagne worden via met name bij lokale ondernemersbijeenkomsten
de werkgevers met goede voorbeelden overtuigd van het feit dat ze moeten (blijven)
investeren in de inzetbaarheid van het personeel en dat ze bij de vervulling van vacatures
ook moeten denken aan groepen als vijftigplussers en statushouders.
De ervaring leert dat als een werkgever een persoonlijke ontmoeting heeft gehad met
een werkzoekende vijftigplusser, de leeftijd veel minder een obstakel is. Daarom faciliteert
UWV ontmoetingen tussen werkzoekenden en werkgevers. Dit kan in de vorm van vacaturecafés,
banenmarkten, inspiratiedagen, enz. Dergelijke ontmoetingen vergroten de kans op een
baan voor (langdurige) werkzoekende vijftigplussers.
Ook zet het kabinet stevig en volhardend in op de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie.
Daarom is in het regeerakkoord opgenomen dat het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie
(2014) een vervolg krijgt, waarbij onder andere aandacht wordt gegeven aan het bestrijden
van discriminatie in sollicitatieprocedures en een stevige handhavende rol voor de
Inspectie SZW. De concrete uitwerking van deze afspraak in het implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie,
heeft de Staatssecretaris van SZW op 22 november jl. naar de Tweede Kamer gestuurd.
Conclusie
Het kabinet zet stevig in op het benutten van de kansen die de arbeidsmarkt biedt.
Dit kan alleen een succes worden als de werkgevers open staan voor alle werkzoekenden,
zoals de vijftigplussers. Voor werkzoekenden is het belangrijk dat zij – ondanks de
vele teleurstellingen – actief blijven zoeken naar werk. Zij kunnen daarbij hun kansen
vergroten door te investeren in de kwaliteit van de sollicitaties en door breder te
zoeken naar werk. Met het breed offensief, de maatregelen uit het actieplan «Perspectief
voor vijftigplussers» (Kamerstuk 29 544, nr. 763) en actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie (Kamerstuk 29 544, nr. 834) moeten we in staat zijn daarin belangrijke stappen te zetten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid